Direct naar artikelinhoud

'Minstens even sterk als Milan'

In 1993 ontving Anderlecht het grote AC Milan van Baresi, Maldini en Laudrup. De eerste Champions Leaguematch van Pär Zetterberg (42). Hij keerde na zijn carrière terug naar Zweden, maar blijft paars-wit op de voet volgen.

Pär, wat herinner jij je nog van die match op 24 november 1993?

"Ik zal die match tegen AC Milan nooit vergeten. De grasmat van het Astridpark was bedekt met een laag sneeuw. Het was mijn allereerste match in de Champions League.

"Het was nog het grote Milan, met Baresi, Brian Laudrup, Maldini, Albertini, Donadoni en Papin. We moesten 200 procent zijn om iets te rapen. Maar wij beschikten in die tijd ook over een goeie ploeg, met Versavel, Bosman en twee sluwe vossen als Rutjes en De Wolf achteraan. Met twee dwergen op het middenveld - Johan Walem en ik - dwongen we een verdiend gelijkspel af."

Wat vind jij van het huidige Milan?

"El Shaarawy is een gevaarlijke speler, maar als geheel boezemt het Milan van vandaag geen schrik meer in. Anderlecht is minstens even sterk, woensdag geef ik mijn ex-club 55 tot 60 procent kans om te winnen. Mij zou het zelfs verrassen als Milan een punt zou pakken in Brussel. Ik volg de matchen van Anderlecht via internet. Sinds hun uitschuiver in Charleroi maken ze indruk op mij."

Wat bevalt je zo aan dit Anderlecht?

"Onder John van den Brom zie ik terug het echte Anderlecht, dat mooi voetbal brengt. Het evenwicht dat de coach heeft gevonden tussen de jongeren en de meer ervaren spelers bevalt me enorm. Dennis Praet doet de hele ploeg beter voetballen. Biglia heeft de laatste weken zijn beste niveau teruggevonden, dankzij Praet en Kljestan.

"In elke ploeg heb je spelers nodig die in de schaduw willen werken voor de anderen en Kljestan is er zo één.Hij doet me een beetje denken aan Goran Lovre. In mijn tijd was die ook niet spectaculair, maar wel onmisbaar."

Sommigen zien in Praet de nieuwe Zetterberg.

"Dat is belachelijk. Praet is veel sneller dan ik. Hij heeft nog niet dezelfde trap als ik, maar hij is pas 18. Hij staat nog nergens, maar als hij de voetjes op de grond houdt zoals hij dat nu doet, dan wordt hij een hele grote.

"Maar ook Mbokani maakt indruk. Ik wist dat hij kon voetballen, maar momenteel is hij fantastisch. Het wordt moeilijk, zoniet onmogelijk om een waardige vervanger voor hem te vinden. Als Anderlecht Europees wil bevestigen, dan moet het Mbokani nog minstens één seizoen houden. Maar ik weet niet of dat realistisch is."

Anderlecht maakt nog steeds kans om door te gaan in de Champions League. Acht jij ze in staat om verder te stunten?

"Niet met deze kern. Daarvoor zouden ze zich in elke linie nog moeten versterken. Vanaf de kwartfinales van de Champions League stap je in een andere wereld. Daar maakt het geld het verschil. Het enige wat Anderlecht naar de toekomst toe kan redden, is zijn jeugdschool.

"Weinig clubs in Europa hebben zoveel goeie jongeren als Anderlecht. Als je die toekomstgericht kan omringen met twee of drie hele goeie spelers, dan mag je hoog mikken."

Zou jij niet willen terugkeren, alleen maar om de spelers te leren hoe je een strafschop moet trappen?

"Wat die penalty's betreft: dat is in de eerste plaats een kwestie van training. Ik heb er in heel mijn carrière maar vier of vijf gemist, terwijl ik er gemiddeld toch vijf per seizoen trapte. Het is ook een kwestie van concentratie en persoonlijkheid. Een penalty omzetten als je met 2-0 leidt, is makkelijk.

"Maar als het om een beslissende strafschop gaat, moet je sterk zijn om aan de druk te weerstaan. Ik kom nog regelmatig naar België om wat vrienden te ontmoeten en een match van Anderlecht te zien. Maar echt terugkeren doe ik niet meer. Ik heb mijn weg gevonden."