Direct naar artikelinhoud

Kies voor verplichte stages en laat ouderen jongeren begeleiden

We moeten niet langer ons heil zoeken in de herverdeling van jobs tussen generaties

Volgens Eurostat, het statistisch bureau van de Europese Commissie, stijgt de jeugdwerkloosheid. Vooral in Griekenland (59,1 %), Spanje (55,9 %), Italië (38,4 %) en Portugal (38 %) scheert de jeugdwerkloosheid zeer hoge toppen. Maar ook in België bedraagt de jeugdwerkloosheid 22.4%. Meer dan 60.000 jongeren hebben geen baan. Vooral in de steden en met name in Brussel is de toestand zonder meer onrustbarend te noemen.

In het verleden hebben we getracht de jeugdwerkloosheid op te lossen door vervroegde pensionering. Dat was eigenlijk een van de kernideeën in het Belgische (en Europese) beleid en van het publieke debat van de jaren '80 en '90. Het gevolg was de introductie van een onoverzichtelijk kluwen van systemen van vervroegde pensionering, zowel in de private als de publieke sector.

Dit beleid was gestoeld op de onuitgesproken veronderstelling dat er een vaste hoeveelheid werk bestaat die moet verdeeld worden onder de werknemers van verschillende leeftijdsgroepen. In die redenering maakt elke vervroegd gepensioneerde een baan vrij voor een jongere en bewijst zo de maatschappij een dienst. Prepensioen uit burgerplicht.

Economisch onderzoek over de Belgische casus toont helaas aan dat de steeds guller geworden systemen van vervroegde pensionering die we decennia lang hebben opgestapeld wel geleid hebben tot vervroegde pensionering (we zijn toch niet gek), maar niet tot de participatie van meer jongeren in het arbeidsproces.

Gapende kloof

De eerste evidente reden is dat iedere werknemer die vervroegd op pensioen gaat gedurende zijn vervroegde pensionering verandert van iemand die bijdraagt naar iemand die ontvangt. Zelfs indien er een vervangingsbaan voor een jongere zou bijkomen, leidt dit tot een bijkomende last voor de sociale zekerheid. Wij gaan nu gemiddeld op pensioen voor we 59 zijn. Dat weegt zwaar op het budget van de sociale zekerheid.

Aangezien de sociale zekerheid in België voornamelijk wordt gefinancierd door sociale lasten, heeft die systematische vervroeging van de pensionering mee geleid tot hoge sociale lasten. Hoge sociale lasten zorgen er voor dat bepaalde arbeidsprocessen uit België verdwijnen, dat een aantal activiteiten gewoon niet meer in België plaatsvinden (tenzij in het zwart) en dat bedrijven stelselmatig kiezen om arbeid te vervangen door machines wanneer dat technisch mogelijk is.

De vervroegde pensionering draagt er zo toe bij dat, via het kanaal van hogere sociale lasten, de totale tewerkstelling minder stijgt dan anders het geval zou zijn en dat er niet noodzakelijk meer jongeren werken. Indien we de jeugdwerkloosheid willen verminderen, lijkt het dus niet aangewezen om voor de zoveelste keer ons heil te zoeken in de herverdeling van jobs tussen generaties. Dat is een pad waarin geen heil te vinden valt.

We moeten integendeel nadenken over hoe we werkgelegenheid in het algemeen kunnen verhogen en hoe we de toegang van jongeren tot de arbeidsmarkt kunnen vergemakkelijken. De verhoging van de werkgelegenheid zou zeker gebaat zijn bij een verschuiving van de lasten op arbeid naar andere delen van de belastingbasis. Maar dat heb ik al eerder uitgebreid besproken.

Een interessante en minder bestudeerde vraag is of ouderen een rol kunnen spelen in het verlagen van de toetredingsbarrières die jongeren weghouden van de arbeidsmarkt. Ik richt mij op twee problemen.

Ten eerste hebben jongeren een gebrek aan ervaring met het werkveld. Waarom bouwen we met het onderwijs en het werkveld niet aan een nieuw onderwijsconcept waarbij stages sterk gepromoot, zo niet verplicht worden, en oudere werknemers binnen bedrijven/organisaties jongeren daarbij begeleiden? Die ouderen kennen immers hun weg binnen het bedrijf en hebben een pak ervaring die ze door kunnen geven. En de jongeren hebben ook altijd iets te bieden wat nuttig kan zijn voor bedrijf of organisatie, mits de juiste begeleiding. Dit creëert zowel nuttige banen voor oudere werknemers en verhoogt de kansen op werk voor de jongeren. Het omgekeerde van vervroegde pensionering dus. Meer ouderen en meer jongeren aan het werk.

Ten tweede gaapt er een te diepe kloof tussen wat je leert op school en wat de arbeidsmarkt van je verlangt. Waarom niet oudere werknemers, binnen bedrijven of binnen het onderwijs, mee verantwoordelijk maken voor een belangrijk deel van de opleiding van jongeren? Zo kunnen ze nuttige kennis en ervaring op vlak van techniek, knowhow, relaties, markt en organisatie van het beroep of het bedrijf doorgeven in plaats van ze gewoon te vernietigen door hun vervroegde pensionering. Ze creëer je nuttige banen voor ouderen die zowel het bedrijfsleven ten goede komen als de carrièrekansen van jongeren verbeteren omdat de gapende kloof tussen opleiding en vereiste vaardigheden voor de job voor een deel wordt gedicht. Opnieuw meer ouderen en meer jongeren aan het werk. Doen!