Direct naar artikelinhoud

Cubaanse dissident sterft na hongerstaking van 50 dagen

De Cubaanse dissident Wilmar Villar Mendoza is donderdag in een ziekenhuis in Santiago de Cuba overleden na een hongerstaking van 50 dagen. De 31-jarige Villar was in hongerstaking sinds november, toen hij werd opgepakt bij een demonstratie tegen het regime-Castro.

Begin september had Villar zich aangesloten bij de dissidentenbeweging Union Patriotica Cubana (Cubaanse Patriottische Unie) van de vorig jaar vrijgelaten dissident José Daniel Ferrer. Bij een protest van de dissidentenbeweging in de stad Contramaeste werd Villar gearresteerd en vervolgens tot vier jaar celstraf veroordeeld. Villar zou zich volgens het regime-Castro, dat al 53 jaar over het Caribisch eiland heerst, schuldig hebben gemaakt aan een overval, ongehoorzaamheid en verzet.

Vorige week werd Villar plotseling met spoed opgenomen in een ziekenhuis van Santiago de Cuba. De dissident had een longontsteking opgelopen. Volgens Villars echtgenote Maritza Pelegrino zou Villar ziek zijn geworden na een 'onmenselijke behandeling' door gevangenisbewakers. Zo zou Villar zonder kleren in een koude en tochtige isolatiecel zijn gegooid. Ook zou Villar er ernstig verzwakt zijn geraakt omdat de bewakers hem lange tijd medische behandeling weigerden voor diverse infecties aan zijn nieren en lever. Beide waarschijnlijk een gevolg van zijn langdurige hongerstaking.

De oppositie in Cuba heeft fel gereageerd op Villars dood. "We houden de Cubaanse regering ondubbelzinnig verantwoordelijk voor de dood van Villar omdat hij stierf onder hun hoede", zei Elizardo Sánchez van de verboden maar gedoogde Cubaanse Commissie voor Mensenrechten en Nationale Verzoening. Ook beschuldigden Sánchez en andere Cubaanse activisten het Castro-regime van het uitvoeren van 'politieke moorden'.

In februari 2010 overleed ook al de 42-jarige dissident Orlando Zapata Tamayo in een Cubaanse cel na een hongerstaking van 85 dagen. Hij protesteerde tegen de slechte omstandigheden in de gevangenissen.

Zapata's dood leidde ertoe dat de Cubaanse president Raúl Castro, na bemiddeling door de katholieke kerk in Cuba, in de zomer van 2010 besloot tot de vrijlating van 130 politieke gevangenen.

Begin dit jaar kwamen nog eens zeven dissidenten vrij door een amnestieregeling waar ook 2.991 'gewone' gevangenen van profiteerden. Ondertussen schatten mensenrechtenorganisaties dat nog ongeveer 50 politieke gevangenen in Cubaanse cellen zitten.(VK)