Direct naar artikelinhoud

De comazuipende held van WO I

De buste van schipper Hendrik Geeraert (1863-1925) staat op de vensterbank van een café. Zelf zou hij dat vast prima hebben gevonden, maar in Nieuwpoort denkt men aan iets prestigieuzers. 'Niet iedereen kan zeggen dat hij de Eerste Wereldoorlog heeft beslecht.'

In die jaren zei men in een grafrede waar het op stond. 61 jaar was hij geworden, slechts. De held van de IJzer, de man die de opmars van den Duits tot stilstand had gebracht. Allen hier aanwezig, sprak de Nieuwpoortse burgemeester Thomas Van Iseghem, kenden de oorzaak van het vroegtijdige verscheiden: "Overmatig alcoholgebruik. Het is de schuld van de legerhoofden die de diensten van Hendrik Geeraert niet konden missen en hem als stimulans alcohol gaven!"

De portretbuste is ingewerkt in de vensterbank van een bovenraam van café De Sluiswachter aan de Pieter Deswartelaan in Nieuwpoort. Een neonbak verstopt de oorspronkelijke benaming: L'Eclusier. De buste stond eerst in een nis boven café Ganzepoot, drie huizen verder. De nis is er nog, leeg helaas, en er is nog een opschrift: 'H. Geeraert, batelier, chef éclusier, inondeur Yser 1914-1918.'

Tuinkabouter

Hoe de buste van het ene café naar het andere kan zijn gestapt is ook voor de jongen achter de toog van café De Ganzepoot een raadsel. "Ik heb mij laten vertellen dat hij graag een pintje dronk." Zeker is dat de held op zijn oude dag een kamer heeft betrokken boven dit café. Zijn naam is in de vloer getegeld: 'Henri Geeraert, innondeur, Yzer 1914-1918.'

De buste op de vensterbank staat er bij als een verdwaalde tuinkabouter, moet ook de Nieuwpoortse schepen van patrimonium Geert Vanden Broucke (CD&V) erkennen. Hij is uit witte steen gekapt, maar wit kun je dit echt niet noemen. "Wij gaan met het oog op de herdenkingen in 2014 met de mensen van het café praten. We zitten hier op privédomein, dus dat kan de zaken bemoeilijken. Geeraert zou zelf wellicht vrede hebben gehad met een buste in een café. Maar dit is toch wel een beetje te bescheiden."

Hendrik Geeraert, vader van acht, was volgens Milpedia een ongeschoolde, wat ruwe man: "Een schipper die met moeite zijn naam kon schrijven. Hij sprak een eigen taaltje, met West-Vlaamse, Picardische, Platduitse woorden."

In oktober 1914 is bijna heel België onder de voet gelopen door het Duitse leger. De bevolking is gevlucht tot achter de IJzer, waar het leger zich heeft teruggetrokken. Het idee om de opmars te stoppen met een gecontroleerde inundatie stoot eerst op een njet van koning Albert. Hij laat zich overtuigen door stafchef Prudent Nuyten, die zijn soldaten heeft gevraagd te zoeken naar iemand die de werking der sluizen in de streek een beetje kent. Waar alle experts sceptisch doen, is er één schipper die met wilde handgebaren aangeeft dat het wél kan.

Op 21 oktober zet Geeraert in Nieuwpoort een eerste sluis open bij hoogtij, en na een week puzzelen gaat hij in de nacht van 29 op 30 oktober 1914 met een groepje militairen aan de slag bij de sluizen van Veurne-Ambacht. Veel installaties en sassen zijn al jaren buiten gebruik. Alleen hij, de oude schipper, weet de stalen tandrepen en de zwengels terug te vinden.

Op een naoorlogse postkaart wordt hij met kepie en zwengel afgebeeld bij de tandwielkast aan de Noordvaart. Vooraf is gezegd dat het te gevaarlijk is, dat de Duitsers te dichtbij zitten, maar Geeraert heeft niet enkel de skills, hij heeft ook het lef. Bijschrift: 'De damplanken boden bescherming tegen geweerkogels, maar niet tegen artillerievuur.'

De inundatie zal de spoorwegberm Diksmuide-Nieuwpoort veranderen in een voor de Duitsers oninneembare dam. "Het water stond niet hoog", zegt Vanden Broucke. "Een metertje of zo. Maar hoog genoeg om de Duitse tanks zich te doen vastrijden."

In het centrum van Veurne staat de buste van Karel Cogge (1855-1922) te glimmen. Vraag een West-Vlaming wie in 1914 de sluizen openzette, en men zegt Cogge. Als opzichter bij de Noordwatering van Veurne (NWV) is ook hem gevraagd of het kon, de vijand onder water zetten. Zijn antwoord: "Zulks is onmogelijk!"

Volgens Bert Gunst, schepen van toerisme (CD&V) in Nieuwpoort, dateert de rivaliteit pas van na de dood van de twee mannen. "Cogge heeft zijn pr beter verzorgd, dat is wel duidelijk. Geeraert heeft vier jaar lang aan het front gezeten en alle denkbare gevaren getrotseerd. Cogge was een ambtenaartje, die zat ergens op een veilige plek aanwijzingen te geven om de inundatie, eens ingezet, te coördineren. Ik vind dat toch een verschil."

Het standbeeld van Cogge wordt op tijd en stond opgeblonken. Op 1 november legt men er bloemen. Over Hendrik Geeraert weet men in Nieuwpoort te zeggen dat hij "geen lid van het gild der geheelonthouders" was.

Krankzinnigengesticht

Tijdens de oorlog was de keuze voor de ware held wél gemaakt. De schipper werd eind 1914 door koning Albert persoonlijk gedecoreerd en bevorderd tot 'eresluiswachter', maar na-ijver was er blijkbaar toen al. Sluismeester Dingens, de man die eigenlijk de sluizen had moeten bedienen maar op de vlucht was geslagen, voelde zich miskend. Werd hem gevraagd of hij Geeraert ooit had gekend, dan noemde hij hem "een grooten vijand van volle glazen, en van lege".

De schipper zou op 17 januari 1925 overlijden in een krankzinnigengesticht. "Hij heeft maar vrij kort kunnen genieten van zijn heldenstatus", zegt schepen Gunst. "Waar hij ook kwam, betaalde men hem als redder van het vaderland pinten. Vandaag zou hij zijn bestempeld als comazuiper, en zou hij hulp hebben gekregen."

Toen de legerleiding in de ochtend van 1 november 1914 de IJzervlakte overschouwde, maakte het niet uit hoe de schipper zijn angsten voor kogels en granaten had overwonnen. Het onvoorstelbare was gebeurd. De Duitsers hadden zich teruggetrokken. De Groote Oorlog was omgeslagen in een stilstandoorlog die vier jaar zou duren en miljoenen levens zou kosten. België had zich staande gehouden. De nieuwe natie zou vanaf nu worden gerespecteerd.

In 1950, vijfentwintig jaar na zijn dood, werd Geeraert afgebeeld op het bankbiljet van 1.000 frank: 'De man die tijdens de Eerste Wereldoorlog het slagveld van de IJzer onder water zette.'

Straks komt de schipper weer tot leven. Hij wordt een personage in de tv-serie In Vlaamse velden met Wim Opbrouck. De rol zal worden vertolkt door Luc Leye, actief in het lokale amateurtoneel. "Die buste op die vensterbank, daar moeten we iets aan doen", vindt Vanden Broucke. "Niet iedereen kan zeggen dat hij de Eerste Wereldoorlog heeft beslecht, toch? Wij hebben vernomen dat er in het legermuseum in Brussel een tweede buste van hem staat. Groter, mooier. Die zouden we nu graag naar Nieuwpoort brengen. Hendrik Geeraert mag niet worden vergeten."

Volgende week: de oorlogsduif in Brussel.