Direct naar artikelinhoud

Bach en Mozart op het ritme van de townships

Ze komen uit de townships en wisten niet wat dat was, een viool. Nu spelen ze Bach en Mozart, als was het een pophit. In ons land is het Bochabela String Orchestra op tour, een Zuid-Afrikaans orkest uit Bloemfontein, dat voor honderden jongeren een handvat is voor een beter leven. Met de viool als wapen. 'Ja, dat elitaire, blanke instrument uit de apartheid.'

Come on everybody. Sing with energy, play powerfull. That gives us, euh, euh, chickenmeat, you know."Hoongelach is zijn deel, als Geert Adriaenssens, een van de dirigenten, even niet op het woord 'goosebumps' komt, kippenvel. "Zebra crossing, last time please." Muziekzaal Den Breughel in Haacht dampt van het opzwepend ritme. Een uur voor het orkest speelt het Bochabela String Orchestra als was het de opening van het WK voetbal. Volle gas, met de voeten vooruit, Mandela indachtig. Amper in te tomen, de Zuid-Afrikanen.

En het werkt aanstekelijk. Violet, het zusterorkest uit Oud-Heverlee, gooit de terughoudendheid overboord, zwiept de lendenen achteruit en steekt de borst vooruit. "Well done, well done. Keep the energy!"

Peter Guy staat wat verderop, een paar treden hoger dan het orkest, knikt minzaam, haalt diep adem en weet dan al dat het goed komt. Dat zijn orkest de zaal straks doet zweten. Guy is de dirigent van de Zuid-Afrikanen, de man met wie het allemaal begon, begin jaren negentig. Afkomstig uit het Amerikaanse Montana, maar gepokt en gemazeld in de wereld van solsleutels en partituren. In '91 speelde hij met een orkest in Durban, als contrabassist. Hij ging er wandelen in de sloppenwijken. "En ik kon het niet vatten", zegt hij. "De cholera had er net toegeslagen. Ik moet ze u niet uitleggen, de toenmalige situatie in Zuid-Afrika, in de townships. Geen water, geen elektriciteit, alleen houten hutten gedrenkt in modder."

Een paar jaar later, in '97 trok hij opnieuw de straat op. Voorzien van een busje en een paar instrumenten. De eerste stap? De jongeren van de straat plukken. Het doel? De jongeren de deugd van de klassieke muziek bijbrengen. Het middel? De viool. De missie? Onmogelijk, althans dat werd hem verteld.

Geraakt door aids

"Iedereen keek me aan. Ik en dat busje, in de townships. Ja, dat was toch wel gevaarlijk. De politieke situatie was ook nog altijd behoorlijk explosief. De officieren van het apartheidsregime liepen er nog rond. Voor hen was klassieke muziek een symbool van de blanke elite, van de superioriteit. Zwarten? Die moesten maar wat voetbal spelen. Muziek, dat was voor de hogere klasse. En al zeker de viool."

De muziek bleek een handvat voor de jeugd. Een opstap naar schoonheid, een handleiding met noten en partituren naar een wereld die hen jarenlang was ontzegd. Guy: "Niemand in de townships had ooit gehoord van een viool. Dat was iets vreemds voor de jongeren. Voor zij die kwamen uit gebroken gezinnen, families waarvan moeder of vader was gestorven. En het kind wist niet waaraan of waarom. Families die geraakt werden door aids, door werkloosheid."

En plots waren daar Bach en Mozart. En het busje kwam steeds vaker terug. Wat begon als een wild plan, zwol aan tot een groot orkest. Het Bochabela String Orchestra kreeg vorm, vond gehoor en kon meer en meer ouders overtuigen om de veel te weinige centen te investeren in iets wat ze zelfs niet kenden. Maar het bleek een kans voor hun kind. Guy: "Kinderen hoeven bij ons niet te vertellen over hun thuissituatie. Kinderen moeten niet alles zeggen."

Siyolise Nyondo (18) speelt al jaren bij Bochabela. Na de finale repetitie wandelt ze de kleedkamer in en spant haar zwartglanzend, krullend haar nog wat aan. Haar hoorngerande bril oogt modern en de blinkers in de oren maken van Siyolise een van de sterren van het ensemble. Altijd staat ze centraal op het podium en voorziet de concerten van een stevige onderbouw, door de dubbele baspartijen secuur en oerdegelijk neer te zetten. "Iemand moet het doen (lacht). En ik heb lange vingers, ideaal daarvoor."

Sisa Mgauli (19) valt haar bij: "Zonder haar lukt het niet."

Voor velen is het orkest de lijm voor hun gebroken achtergrond. Voor Siyolise en Sisa is dat niet het geval. Voor de dochter van een soldaat en de zoon van een agent gaat het om de muziek en de vrijheid die muziek hen biedt. "En toch kennen wij ook problemen. Zowel persoonlijk als met het orkest worden we nog altijd met racisme geconfronteerd. Maar het doet geen pijn (meer). Dat mag ons niet raken."

Protestlied

Peter Guy: "Nu zijn er een paar blanken bij het orkest. Een paar. Veel ouders laten hun kind niet toe. Als ze horen dat hun blank kind les zou krijgen van een zwarte leraar, dan eindigt het verhaal meteen. Ik wil Zuid-Afrika alleen maar schoonheid bieden. Sommigen vullen hun leven met kleur en schilderen hun huis. Mijn schoonheid is muziek. Het apartheidsregime maakte al die tijd de keuze voor het volk. Het systeem bepaalde wie wat mocht. De bevrijding van dat juk heeft de weg naar schoonheid vrijgemaakt."

De eerste optredens van Bochabela, eind jaren negentig, waren een directe aanklacht tegen de apartheid. Het orkest zong en speelde protestliederen. Op de achterste rijen stonden de grootouders, stilletjes meezingend en ook genietend: het einde van het regime.

Toch aarzelt hij even. Peter Guy herkauwt zijn woorden en slikt ze door. En dan zegt hij: "Maar het blijft dus een strijd. In de jaren negentig had ik precies een grote diefstal gepleegd. Ik had de viool van de blanken ontvreemd. En dat pikten ze niet. Ik kreeg telefoon van een politicus: 'Waarom toch? Dat is een blank instrument.' En sommigen denken dat nog altijd. Ik kan alleen maar hopen dat alle grenzen wegvallen, want muziek heeft geen kleur."

Bochabela groeit als kool. De groep telt intussen drie orkesten, krijgt de academische hulp van de University of The Free State en krijgt ook wat overheidsgeld toebedeeld. De teller loopt op: Bochabela zit aan meer dan 500 muzikanten.

Kippenvel bis

Het optreden in Haacht is een twee uur durende wervelwind. Siyolise en Sisa nemen zowel Bochabela als het meespelende Violet op sleeptouw in een ritmische roes die niemand verwacht van een stel strijkers. Het gros van de muzikanten kent dat niet, apartheid. Nooit gekend overigens. Voor hen telt het handvat, de opstap naar schoonheid. Peter Guy is zijn minzame zelve. Hij weet waar ze vandaan komen. Hoe hij, de kopman van een aandikkend peloton, met een busje begon en nu met een vliegtuig de wereld rondreist. Oostenrijk, Liechtenstein, België, kom maar op. Bochabela als ambassadeurs van een complex land. Chickenmeat, twee uur lang.