Direct naar artikelinhoud

Film- en tv-sector trekt aan de alarmbel over tax shelter

'Er dreigt een catastrofe voor de Belgische film- en tv-sector als er niet vlug iets verandert aan de tax shelter.' Het financieringssysteem heeft voor een groei van de audiovisuele sector gezorgd, maar is bijna volledig ontspoord. De audiovisuele sector heeft daarom zelf een nieuw systeem uitgedokterd.

Eén zendt dit najaar Albert II uit, een reeks over het twintigjarige koningschap van de koning. Een prestigeserie heet dat, een reeks die op zondag op het scherm komt en dus wat duurder is dan de gemiddelde reeks. Een probleem: de producenten hebben hun budget nog steeds niet helemaal rond.

Of neem Eyeworks, dat met films en reeksen als Vermist en Rundskop een van de belangrijkste producenten is in Vlaanderen. Voor het eerst slaagde het productiehuis er eind vorig jaar niet in om voldoende geld te vinden voor zijn producties die het nu draait. "We zoeken nu nog steeds geld voor een aantal producties die we al aan het opnemen zijn", zegt CEO Peter Bouckaert.

Achter de schone schijn van kijkcijferpieken, verkoopsuccessen en prijzenregen op internationale festivals, blijkt het er in de dagelijkse realiteit iets minder florissant aan toe te gaan. Een realiteit waar het alsmaar moeilijker wordt om voldoende geld bij elkaar te zamelen voor het maken van films, series, animatieseries en documentaires. Onder andere omdat de tv-zenders hun budgetten zagen krimpen, maar ook omdat het geld van het tax-sheltersysteem niet gebruikt wordt waar het voor bedoeld is: voor het maken van fictie.

De in 2003 ingevoerde tax shelter geeft bedrijven die investeren in film of tv-fictie een belastingvrijstelling van 150 procent van het geïnvesteerde bedrag. Iedereen profiteerde ervan: de overheid, omdat die zelfs geld terugverdiende via het systeem. De investeerders, die naast hun fiscaal voordeel ook een rendement kregen op hun investeringen. En de audiovisuele sector, die de voorbije tien jaar een enorme groei kende. Ook veel buitenlandse producties werden door de tax shelter naar ons land gelokt, wat voor extra werk zorgde.

Beetje bij beetje echter is de tax shelter van een steunmechanisme geëvolueerd naar een puur financieel product. Dat zegt Peter Bouckaert, die ook voorzitter is van de Vlaamse Film Producenten Bond. "De meeste investeerders weten zelfs niet meer in welke film ze hun geld stoppen. Ze investeren in een financieel product dat een mooi rendement belooft."

Ambitieuze timing

Die rendementen blijken de steen des aanstoots: verschillende bedrijven hebben zich gespecialiseerd in het inzamelen van tax-sheltergeld, waarbij ze investeerders hoge rendementen beloven. "Tot 33 procent", weet Bouckaert. Een probleem: films of tv-series zijn nog steeds geen garantie op commercieel succes. Om de hoge rendementen te kunnen uitbetalen, beknibbelt men dus gewoon op het productiebudget. Bovendien bleef er ook nog wat geld plakken bij de intermediaire bedrijven, die in het inzamelen van tax-sheltergeld een lucratief businessmodel gevonden hebben.

Het perverse van het systeem is dat veel investeerders ook alleen nog geld geven aan die bedrijven die zulke rendementen beloven, geld dat vaak bij buitenlandse producties terechtkomt waar de Belgische sector slechts een klein belang in heeft. Van de ruim 220 miljoen euro die vorig jaar opgehaald werd, kwam er nog geen veertig miljoen bij de Vlaamse producties terecht. Mede hierdoor slagen Eyeworks of andere productiehuizen er dus steeds moeilijker in om hun budgetten rond te krijgen. "We zouden ook kunnen meedoen aan dat opbod van rendementen en het tax-sheltergeld afromen, maar dat willen we niet", zegt Bouckaert. "We willen het systeem niet verder corrumperen."

De Kamer voerde in mei al enkele wijzigingen door aan de tax shelter, maar die gaan volgens de Belgische film- en televisieproducenten niet ver genoeg. Dus dokterden ze samen met enkele fiscale specialisten een nieuwe regeling uit die meteen de steun krijgt van zowat alle andere actoren uit de Belgische audiovisuele sector. Het voorstel maakt de tax shelter transparanter en eenvoudiger, maar maakt ook komaf met de exuberante rendementen.

Investeerders krijgen voortaan een vast rendement van iets meer dan vijf procent, en blijven hun fiscaal voordeel krijgen. Bovendien willen ze een licentiesysteem voor iedereen die tax-sheltergeld inzamelt. En belangrijkst van al: op die manier blijft er meer geld over voor de film- en tv- producties.

Bouckaert vreest niet dat veel investeerders zullen afhaken op het lagere rendement. "Waar krijg je nog 5,37 procent zonder enig risico te lopen? Dat blijft een erg mooi rendement. We hebben al aan een dertigtal bedrijven die de tax shelter gebruiken gevraagd of ze dat nog zullen blijven doen. Allen hebben ze 'ja' gezegd. En zelfs als er tien procent verdwijnt, hoeft dat geen ramp te zijn. Het nieuwe systeem opent de deuren voor veel kleine bedrijfjes voor wie de tax shelter tot nu toe te complex was."

De film- en televisieproducenten hebben hun voorstel al overhandigd aan de federale regering. Men hoopt dat die het op korte termijn goedkeurt, zodat het parlement er zich deze herfst over kan buigen. Op 1 januari zou de nieuwe tax shelter dan al in werking kunnen treden. Een ambitieuze timing, maar wat als dat niet lukt? Bouckaert twijfelt niet: "Dan dreigt een catastrofe."