Direct naar artikelinhoud

Studenten werken massaal naast studie

Meer en meer Vlaamse jongeren combineren hun studie met een job. In de afgelopen vier jaar nam het aantal werkstudenten toe met 60 procent. 'Zij doen dat vooral uit financiële noodzaak om hun kot, cursussen of inschrijving te betalen.'

Twintigers die aan het werk zijn, grijpen steeds vaker naar de studieboeken. Terwijl er in academiejaar 2008-2009 nog 3.768 werkstudenten waren, is dat in 2011-2012 gegroeid tot 6.038. Een toename van 60 procent. Dat blijkt uit cijfers van de databank hoger onderwijs. De werkstudenten kunnen terecht bij speciale studietrajecten die universiteiten en hogescholen aanbieden. Op dit moment zijn dat er al meer dan 300.

Een deel van de werkstudenten zijn jongeren die net zijn gaan werken, maar toch nog een masterdiploma of hoger willen behalen. De rest zijn levenslange leerders: werknemers die een extra getuigschrift zoeken om hun arbeidskansen te vergroten. Kris Versluys, directeur onderwijsaangelegenheden aan de UGent: "Een baan hebben betekent niet langer dat de weg naar een diploma is afgesloten. Zulke studenten kunnen op eigen tempo studeren en een speciaal statuut komt hen tegemoet als ze minstens 80 uur per maand werken. Zo kunnen ze aanspraak maken op flexibelere examenplanningen, vrijgesteld worden van aanwezigheidsplicht en geen periodieke evaluaties krijgen."

Het is hoe dan ook geen gemakkelijke opdracht om studie en werk te verzoenen, meent Versluys. "Ik heb de indruk dat de combinatie verre van eenvoudig is en dat veel studenten zich erop verkijken. Ze beginnen vol goede moed, maar nemen te veel hooi op hun vork. Daardoor liggen de slaagcijfers lager dan bij de voltijds student. De werkstudenten moeten zeer gedreven zijn en de studie voltooien op halve snelheid."

Bijna alle universiteiten maken ook melding van een stijgend aantal jobstudenten. Dat zijn voltijds studerende jongeren die een bijbaan hebben. De jobdienst van de Vrije Universiteit Brussel helpt hen een job te zoeken, binnen of buiten de instelling. In 2001 hielpen zij 811 studenten, vandaag liefst 1.722. Diensthoofd Martine Truyens: "Veel vaders en moeders kunnen het studiegeld niet meer ophoesten. Jongeren werken dan ook vooral uit financiële noodzaak om hun kot, cursussen of inschrijving te betalen. Daarbij wordt deze generatie vaak geconfronteerd met gescheiden ouders. Zulke jongeren staan financieel een stuk zwakker en moeten zelf bijklussen."