Direct naar artikelinhoud

Fukushima blijft dweilen met de kraan open

De voortgaande pogingen om het vrijkomen van radioactiviteit te voorkomen bij de zwaargehavende kerncentrale van Fukushima, zijn letterlijk dweilen met de kraan open. Martijn van Calmthout

Eerder deze week bleek 300.000 liter zwaar radioactief water te zijn weggelopen uit een tijdelijke opslagtank op het terrein van de centrale, mogelijk via een losgeraakte lasnaad. De bodem rond de tank is zwaar besmet en moet worden gesaneerd.

Gisteren verhoogde de Japanse kernautoriteit de inschatting van de nieuwe lekkage van een 'anomalie' naar een 'ernstig incident', en maande eigenaar Tepco opnieuw aan tot meer en ingrijpendere maatregelen.

Maar zelfs zonder zulke incidenten is de situatie in de in april 2011 verwoeste kerncentrale in feite al weer onhoudbaar aan het worden, veel eerder dan gedacht. De reactoren zijn onder controle, maar een verdere besmetting van de omgeving dreigt nog steeds.

Oorzaak daarvan is een permanente stroom grondwater uit de heuvels achter de aan zee gelegen centrales. Daardoor ontstaat veel meer radioactief afvalwater dan waarop tot nog toe werd gerekend.

Dagelijks dringt naar schatting 400.000 liter grondwater door scheuren en gaten de kelders van het zwaar besmette complex binnen, waar het mengt met radioactief koelwater uit de eigenlijke reactoren. Dat koelwater wordt nog steeds door de beschadigde kernreactoren gepompt om te voorkomen dat die oververhit zouden kunnen raken. Daarbij ontstaat hoogstwaarschijnlijk contact met splijtstof in de kern.

Visgronden

Tepco pompt het water uit de reactorkelders en opslagbassins voor splijtstof zo veel mogelijk weg naar een speciale reinigingsinstallatie elders op het terrein. Die concentreert de radioactiviteit en slaat het zwaarst besmette water op in een duizendtal voorlopige stalen opslagtanks.

Die tanks zijn na anderhalf jaar gebruik voor 85 procent vol en blijken bovendien kwetsbaarder dan was aangenomen. Het laatste jaar zijn al minstens vijf lekkages gemeld, vooral in de eerste tanks die op de naad niet gelast zijn maar geklonken.

Volgens experts is het wachten tot het moment dat de opslagcapaciteit letterlijk overloopt. Tepco overweegt in dat geval gecontroleerde lozingen op zee in de wetenschap dat het daar snel verdund raakt. Inmiddels heeft Zuid-Korea daartegen officieel bezwaar gemaakt, in verband met de bescherming van visgronden.

Tepco verwoog eerder om een diep afvoerkanaal tussen de heuvels en de reactoren te graven, zodat minder grondwater het complex binnendringt. Ook is overwogen een ondergrondse muur te plaatsen, die het grondwater zou omleiden. Het is de vraag of die projecten ooit voldoende soelaas kunnen bieden. Anderzijds is het afsluiten van de gescheurde fundamenten en kelders van de centrales onmogelijk; de omgeving is er te radioactief om te kunnen werken.

Tepco erkende deze week dat er het laatste jaar te weinig energie is gestoken in het weghouden van de grondwaterstroom.

Een oplossing die nu wel ernstig wordt overwogen is het invriezen van de ondergrond tot misschien tien of vijftien meter diep rond de reactoren. Daardoor kan grondwater de radioactieve reactoren niet meer bereiken, en hoeft alleen nog maar het koelwater behandeld en geborgen te worden. Het project kost honderden miljoenen dollars, die deels al door de Japanse regering in het vooruitzicht zijn gesteld. Maar ook dan blijft het volume zwaar radioactief besmet koelwater groeien tot het de opslagcapaciteit te boven gaat. Uiteindelijk kan alleen de ontmanteling en berging van de rampreactoren een oplossing zijn.