Direct naar artikelinhoud

Wazig Amerika volgens Daan en De Bruyne

Het licht in Californië. Gus Van Sant. Pannenkoeken en ei bij het ontbijt. Ziedaar de gedeelde voorkeuren van muzikant Daan Stuyven en fotograaf Peter De Bruyne. Allebei zijn ze betoverd door Amerika. En bedroefd voor de tijd die nog komt. 'Amerika is gebeurd: dat was de twintigste eeuw en daar ligt de toekomst niet.'

Vrijdagmiddag, het water stroomt uit de lucht. "Wacht", zegt Peter De Bruyne, en hij diept een boek op uit zijn rugzak. Reizen zonder John van Geert Mak. De omslag heeft De Bruyne eraf gehaald, de ondertitel is intact: 'Op zoek naar Amerika'. "Naar dit boek heb ik drie jaar uitgekeken." Vlug bladert de Brugse fotograaf naar pagina 32. Zachtjes stuwt hij Maks woorden het Brusselse luchtruim in. "Het eerste wat me de volgende ochtend opviel, was het licht. Voor ons uit het altijd wat nevelige Nederland is dat merkwaardige glasheldere Californische licht een wonder. Ik kon er niet genoeg van krijgen."

Klinkt herkenbaar voor De Bruyne. Het licht dat in Amerika dagelijks uit de lucht komt vallen, zie je in België misschien zes keer per jaar, zegt hij. Muzikant Daan Stuyven, recht tegenover De Bruyne gezeten, knikt, en noemt het Amerikaanse licht fenomenaal. Cinema gewoon.

Aanleiding van het dubbelgesprek is American Icons: in het Concertgebouwcaféin Brugge toont De Bruyne vrijdag zijn Amerika-foto's, simultaan zingt Stuyven 'American standards'. Van Hank Williams tot Johnny Cash. Of 'I Don't Wanna Play House' van Patsy Cline. Redneckmuziek met interessante teksten, volgens Stuyven.

Ook interessant, intrigerend zelfs, zijn De Bruynes foto's. Titels geeft hij ze niet, bewust. De Bruyne onderscheidt zich vooral door zijn onscherpe focus en fel coloriet. Sprookjesachtig en beklemmend tegelijk. Stuyven is al langer fan, en wil nu een auditieve vertaling van de foto's brengen. Hij vindt het een schone demarche van De Bruyne om dingen zo te abstraheren.

"De meeste fotografen interpreteren zelf, jij laat heel veel open voor interpretatie en suggestie. Op een heel vreemde manier zijn jouw foto's bijna een verheerlijking van het onderwerp, en tegelijk krijg je als kijker heel hard het gevoel dat het om vage herinneringen gaat."

"Dat is heel leuk om te horen", reageert De Bruyne. "Vroeger fotografeerde ik haarscherp, maar ik had niet het gevoel dat ik de sfeer juist weergaf. Nu ben ik teruggegaan naar de iconen en de clichébeelden die iedereen over Amerika heeft: de pick-up, de cowboy, de miner. Maar dan zeer flou, met ruis weergegeven, omdat ik op die manier de essentie overhou. Eigenlijk is het uitvergrote nostalgie."

In veel lijken Stuyven en De Bruyne tegenpolen, één ding hebben ze alvast gemeen: een ongebreidelde fascinatie voor de Verenigde Staten van Amerika. Een aantal jaren geleden raakten ze in de KVS aan de praat over Amerika, snel bleek dat ze heel wat raakpunten hadden. Gus Van Sant, Johnny Cash, Paul Thomas Anderson, Jim Jarmusch, Wim Wenders. En toen De Bruyne Stuyven op het hoofdpodium van Rock Werchter 'Girls on Film' hoorde spelen, wist hij dat ze samen "iets rond Amerika" moesten doen.

Stuyven: "Als ik door Californië rij, denk ik altijd 'Wow, dit is het absolute paradijs. Alleen jammer dat het door Amerikanen bevolkt wordt.' Het landschap en de ruimte geven je een enorm gevoel van vrijheid, maar er lijkt een onwerkelijke filter op te zitten. Dat contrast maakt ook dat ik er nooit zou kunnen wonen. Ik denk dat ik na een maand al in de bak zou vliegen (lacht). Ik voel me in Amerika een stuk minder vrij dan hier. Alles heeft een prijs, een achterzijde. Ik sta daar heel paranoïde tegenover. Op het eerste gezicht mag je alles, maar je voelt ook dat je op elk moment onredelijk gefucktkunt worden door eender wie. Tijdens een van mijn eerste reizen naar New York huurde ik een fiets om de stad te verkennen. Na een tijdje had ik dorst, en dus kocht ik een pint. Ik was de winkel nog niet helemaal uit of er stond al een agent voor mijn neus. 'Je weet toch dat je hier niet mag drinken op de openbare weg', zei die nogal hevig. 'En dat het systeem je in de gaten houdt?' Heel weird."

De Bruyne: "Dat gevoel heb ik ook bij New York. Zogezegd een open en vooruitstrevende stad, maar ik voel er vooral een enorme beperking van regeltjes. Heel dubbel."

Stuyven: "De tweede keer dat ik naar Amerika ging, werd ik op de luchthaven van Zaventem plotseling aangesproken door een man van Delta Airlines die de passagiers wou screenen. 'You know you are marked red on our list', zei die zomaar tegen mij. 'The company doesn't like you.' En hij liep door, zonder verdere uitleg. Vreemd. Ik word liever aan de basis bedreigd, dan kun je nog dromen, maar bij Amerika voel je altijd de dreiging dat ze je van boven gaan pakken. Anderzijds werkt zo'n verwrongen cultuur natuurlijk ook wel een mooie tegencultuur in de hand. Daar zijn de Amerikanen dan wel weer heel goed in: creatief zijn met rebellie."

De Bruyne: "In het dorpje Bluff, op de grens van Utah en Arizona, zag ik een mooi voorbeeld van hun ondernemingszin. De 320 inwoners vreesden dat de laatste boerderij zou worden opgekocht door een projectontwikkelaar, zamelden zelf 2,4 miljoen dollar in om het terrein te kopen en verkochten het voor 200.000 dollar aan een jonge boer. 'Als we ons mooi uitzicht willen behouden, dan moeten we voor onszelf zorgen.' Dat geeft hoop."

Amerikaans ontbijt

Toch ziet De Bruyne zichzelf niet meteen richting VS emigreren, tenzij misschien naar Portland ("de boekenwinkels zijn er fantastisch"), veeleer houdt hij het op af en aan reizen. Eén keer per jaar, als een traag maar vast getijde. Met voorkeur voor de westelijke staten Californië en Arizona. En elke keer als hij terug is, heeft hij dubbel zoveel energie en enthousiasme om opnieuw aan de slag te gaan. Want: de dynamiek die je daar voelt, werkt zeer aanstekelijk. De Bruyne: "'Yes, we can' zit daar gewoon overal." Verwondering. Meteen ook de bron van alle betovering.

Stuyven: "De avonturen van Pa Pinkelman! Een kinderboekje over mensen die in een lift zitten, de lift die door het dak schiet, door de ruimte vliegt en midden in New York landt. Dat zag er fantastisch uit, als zevenjarige in het bos had ik meteen een echte obsessie voor die grote stad. Daarna heb ik een tijdlang alleen maar tekeningen van stadszichten gemaakt, met hele rijen wolkenkrabbers en grote gebouwen en ingekleurde gordijntjes."

De Bruyne: "En de eerste keer dat je zelf in Amerika kwam, hoe was dat?"

Stuyven: "Geweldig. Dat moet met Dead Man Ray geweest zijn, toen we in Chicago Cago(in 2002 verschenen album, LDW) zijn gaan opnemen. In de winter, want er lag zeker vijftig centimeter sneeuw. Ik had enorm veel goesting om erin te vliegen. 's Nachts trok ik er dus op uit om volledig 'lost' te geraken in zo'n grote stad. Wat niet altijd even slim was; gelukkig ben ik meestal op de juiste freaks gebotst. Behoorlijk avontuurlijk. Maar ik had wel de hele tijd zin om uit het decor te stappen, of om een schaar te pakken en in de gevels te knippen om te zien wat er allemaal achter zat."

De Bruyne: "Voor mij was Breakfast in America van Supertramp de eerste prikkel. Als tienjarige zat ik constant naar die platenhoes te kijken, en verlangde ik keihard naar zo'n typisch Amerikaans ontbijt. Maar mijn eerste dag in Amerika was teleurstellend. Ik stapte uit de metro in New York en kende alles al. De stadszichten had ik al gezien in allerlei media. Gelukkig had een vriend me daarvoor gewaarschuwd. De volgende morgen was ik dolenthousiast en was het American breakfast nog beter dan ik me had voorgesteld."

Pest en cholera

Stuyven en De Bruyne weiden uit. Richting Bob Dylan en zijn 'Boots of Spanish Leather'. De Amerikaanse cinema van de jaren vijftig en zeventig, en de architectuur van de jaren dertig. Richting toekomst, ook. Weinig glorieuze voorspellingen, hieromtrent. Want ook dat is American Icons: bitterzoete captatie van de Amerikaanse teloorgang.

Stuyven: "Republikein of Democraat: het maakt eigenlijk niet veel uit, het is pest en cholera. Wij Europeanen hebben de neiging om te denken 'tuurlijk een Democraat', maar in de praktijk kunnen de Democraten niets doen. In het Congres krijgt Obama de dingen er toch niet door, en hij is met handen en voeten gebonden aan allerlei lobby's. Akkoord, hij is met een zware erfenis begonnen en vier jaar is niet veel, maar intussen zitten ze wel nog altijd in Irak, en is het Palestina-probleem nog altijd niet opgelost. Amerika blijft Amerika, en ik zie niet snel een wonder gebeuren."

De Bruyne: "Toen ik twintig jaar geleden voor het eerst in New York kwam, vond ik dat een zeer bruisende, artistieke stad. Maar de laatste keer had ik er echt genoeg van. Alles wordt gekanaliseerd voor het geld, op iedere hoek zie je een Starbucks, je voelt in alles dat het winstbejag regeert. Je hebt niet langer het idee dat je buiten de lijntjes kunt kleuren."

Stuyven: "De huidige situatie stemt tot weinig optimisme, vind ik. Ik heb niet het gevoel dat de Amerikanen zichzelf gaan heruitvinden, ik heb er een heel hard 'end of an era'-gevoel bij. Amerika is gebeurd, dat was de twintigste eeuw en daar ligt de toekomst niet. De maatschappij zakt ineen, het continent heeft zichzelf om zeep geholpen. Volgens mij is Amerika bijna gedoemd om te verdwijnen, net zoals in hun retrofuturistische films of zelfs zoals in De Apenplaneet, met het vernielde Vrijheidsbeeld nog net boven het zand uit."

De expo American Icons loopt in het Concertgebouw in Brugge, ter opening speelt Daan op vrijdag 19 oktober een soloconcert met American standards.