Direct naar artikelinhoud

Nederlands bezoek minister De Crem kost zes vliegbewegingen

Om minister van Defensie Pieter De Crem (CD&V) en de leden van de commissie Defensie naar Den Helder te brengen moesten twee vliegtuigen niet minder dan zes vluchten maken. Dat bevestigen bronnen bij Defensie. 'Decadent', zegt Wouter De Vriendt (Groen).

Het vliegtuig dat het gezelschap van Melsbroek naar Den Helder bracht, kwam zelf uit Duitsland. Eenmaal in Den Helder moest het vliegtuig naar Duitsland terugkeren omdat de voorziene tijd verstreken was. Daarna vertrok er een ander vliegtuig, opnieuw uit Duitsland, naar Den Helder. Door de dichte mist en korte landingsbaan kon het vliegtuig daar evenwel niet landen, waardoor het naar Schiphol trok. Van daaruit vloog de C-160 met het gezelschap naar Melsbroek, waarna het uiteindelijk naar Duitsland terugkeerde.

"Dit gaat om een kostprijs maal drie, kerosine maal drie, uitstoot maal drie en absurditeit eigenlijk ook maal drie", zegt De Vriendt. "Pure verspilling, want de minister en de parlementsleden hadden ook zoals gewone mensen met de trein naar Nederland kunnen reizen."

De vliegtuigen maken deel uit van het European Aid Transport Command (EATC) waarvan het intergouvernementele commandocentrum in Eindhoven ligt. Duitsland, Frankrijk, Nederland en België maken hier deel van uit. Sowieso moeten de vliegtuigen een bepaald aantal vluchten halen en is het mogelijk dat ze tijdens het bezoek nog andere opdrachten hebben uitgevoerd.

"Wij ondersteunen die militaire samenwerking", benadrukt De Vriendt. "Pooling en sharing dient om méér te doen met minder. Maar als er zes vliegbewegingen en twee vliegtuigen nodig zijn om een parlementair bezoek mogelijk te maken en om dat te gebruiken als het voorbeeld van die samenwerking, dan houden wij ons hart vast."