Direct naar artikelinhoud

‘Vlaamse scholen leren tenminste nog discipline en beleefdheid aan’

De slechte reputatie van het Nederlandse onderwijs en de maximumfactuur zouden Vlaamse scholen aanlokkelijker dan ooit maken, maar de belangrijkste redenen om te kiezen voor een school over de grens blijven discipline en kwaliteit.

Joe (10), Kim (9) en Kate (8) Soetens wonen in Nederland, hebben Nederlandse ouders en de Nederlandse nationaliteit, maar ze gaan naar een Belgische school. “We hebben een school op minder dan een kilometer van onze voordeur”, vertelt mama Jessica Soetens, “maar ik rij elke morgen een kilometer of tien om de kinderen in het Belgische Poppel naar school te brengen.”

Dat de kinderen op die manier al met 2,5 jaar in plaats van met 4 jaar naar school konden én dat ze Frans zouden krijgen, was mooi meegenomen, maar het was niet de hoofdreden om voor een school in Vlaanderen te kiezen. “De kinderen van mijn schoonzus worden net als die van ons thuis strikt opgevoed, maar toch zeggen oma en opa dat ze een verschil merken. Onze kinderen zullen volwassenen altijd met ‘u’ aanspreken. Ze zijn rustiger, beleefder en zetten tenminste geen grote mond op. Volgens ons heeft dat te maken met de Belgische school die toch meer discipline aanleert.”

Kathleen Van Gelder kan dat volmondig beamen. Van Gelder is directeur in basisschool Erasmus in Essen. Toen de school zowat vijftien jaar geleden een busje inlegde om de Nederlandse leerlingen thuis op te halen, stapten er elke morgen en avond welgeteld zeven kinderen op. “Nu zijn dat er 90”, zegt Van Gelder “De laatste jaren hebben we het aandeel Nederlandse kinderen zien stijgen van 30 naar 50 procent.” Als Van Gelder vraagt aan ouders waarom ze de keuze voor een Belgische school maken, komt één antwoord steevast terug: “Ze vinden dat wij kinderen tenminste nog beleefdheid en respect aanleren”, zegt ze. “Hier moeten ze ‘juf’ en ‘meester’ zeggen en niet ‘An’ of ‘Mark’.”

Kwaliteit abominabel

Maar er zijn ook nieuwe beweegredenen. Volgens Soetens speelt het Nederlandse onderwijsbeleid de vlucht naar Vlaanderen in de hand. “Je ziet steeds vaker dat er voor twee klassen maar één juf is”, zegt ze. “Dat schrikt ouders af.” De voorbije jaren was er in Nederland inderdaad veel kritiek te horen op het onderwijs. De kwaliteit zou abominabel zijn en het Vlaamse niveau zou stukken hoger liggen. “En dat is écht zo”, zegt Van Gelder. “Zeker voor wiskunde.” Guy Meuleman van De Negensprong in Poppel denkt ook dat de maximumfactuur, waardoor per schooljaar hoogstens 60 euro mag aangerekend worden aan de ouders, een extra troef is. “Het basisonderwijs is op die manier erg goedkoop geworden,” zegt hij.

De gemeenten aan de andere kant van de grens beginnen stilaan in te zien dat ze aan de slag moeten, willen ze niet geconfronteerd worden met een volledige leegloop. In Hulst laat bevoegd wethouder Frank Van Driessche weten dat enkele scholen bij ‘het rijk’ een aanvraag hebben ingediend om toch al met 2,5 jaar onderwijs te mogen aanbieden. Kwestie van de concurrentiepositie te versterken. In Tilburg loopt een project om ouders te stimuleren om hun kind in de eigen buurt naar school te sturen. En dus niet in België.

“Nou ja, dat is wel het gevolg, maar het is zeker niet de reden van dat project”, legt de woordvoerster van de wethouder van onderwijs Marieke Moorman uit. “We willen vooral witte en zwarte scholen vermijden.” Een scholengroep in Roosendaal kiest voor de frontale aanval: een extra test voor wie uit het Belgische onderwijs de overstap naar een Nederlandse middelbare school wil maken. Officieel ‘omdat er overgangsproblemen waren’, maar daar gelooft Van Gelder niks van. “Wie bij ons de lagere school afrondde en vervolgens naar het middelbaar in Nederland wilde, kon dat altijd zonder problemen”, vertelt ze. “Tot vorig jaar. Toen kwam er plots die extra test. De enige manier om daaraan te ontsnappen was om de kinderen al van in het vijfde leerjaar te laten overschakelen naar een Nederlandse school. Wel, het heeft ons geen enkele leerling gekost.”