Direct naar artikelinhoud

Mbokani bevrijdt Anderlecht

Dieu, en Hij alleen, loodste Sporting Anderlecht naar de Champions League, met - na zijn cruciale goal in Cyprus - gisteravond ook nog eens het doelpunt van de kwalificatie. Tachtig minuten brak paars-wit de tanden stuk op de tegenstander en zichzelf. Mbokani trapte Anderlecht het delirium in.

In de club waar Paul Van Himst, Jan Mulder, Jef Jurion, Robbie Rensenbrink, Enzo Scifo, Pär Zetterberg en ga zo maar voort zijn groot geworden, is sinds gisteravond Dieumerci Mbokani in die galerij der groten binnen gestapt. Toen tegen AEL Limassol alles verloren leek, en zijn medemaats moedig voetbalden maar iets te veel prutsten, kwam Dieu tevoorschijn, acht minuten voor het einde. Eén trap met de wreef, goed voor 17 miljoen euro - hij mag er ééntje daarvan als premie hebben, nietwaar Herman Van Holsbeeck? Anderlecht danste de zwoele zomernacht in.

Van den Brom had een surprise uit zijn kast gehaald: niet Iakovenko maar Kanu nam de positie van linksbuiten in van de geschorste Jovanovic, die de wedstrijd volgde tussen de supporters. Kljestan vergezelde Biglia in de controlekamer op het middenveld.

Met de MUG op de parking - om indien nodig hartlijders te reanimeren - en een quasi vol stadion vol hoop, trok Anderlecht zich op gang. Het hart was groot, de inzet onverdroten. Kansen? Halve. Altijd klopte iets niet: Ouon kon ontzetten voor Mbokani, De Sutter joeg zijn bal voorlangs, en doelman Degra stond goed opgesteld bij een schot van Kanu. De beste mogelijkheden waren voor Biglia en Gillet, die met het leer aan de voet nagenoeg tot in de kleine rechthoek van Limassol liepen. In plaats van te trappen, gaven zij het tikje breed te veel - een kwestie van de verantwoordelijkheid afschuiven, was dat. In zulke fases miste Anderlecht het ego van Milan Jovanovic.

Paars-wit kon je weinig verwijten: nog meer hun best doen, konden de jongens niet. Springen, vliegen, opstaan en weer doorgaan. Maar het ontbrak al die tijd aan finesse, aan pure voetbalkwaliteit - zeg maar een Suárez'je - om de muur te slopen.

Aan de overzijde was het uitkijken voor de paar uitbraken van de Cyprioten. Met de mannen achterin bij Anderlecht kon het niet anders of minstens één keer zou het alarm loeiend afgaan. Toen ze allevier Rui Miguel uit het oog waren verloren, moest Proto de beste kans van de eerste helft onschadelijk maken. De MUG draaide warm.

Af en toe zagen we slapstick in het Astridpark. AEL Limassol verdedigde zich kranig in hun bunker, maar aan de bal waren ze dramatisch. Godbetert, zal Jan Mulder geroepen hebben, toen er twee op hun eigen doellijn samen de bal ontzetten en tegelijkertijd elkaar knock-out kopten. Neen, de Champions League was voor beide ploegen dichtbij en toch zo ver af, gisteravond.

Slapstick

Met nog een halfuur te spelen, in een fase dat nu ook Anderlecht het noorden leek kwijt te zijn - ballen wegtrappen, geen rust in het spel - dropte John Van den Brom Iakovenko in de ploeg in de plaats van De Sutter: paars-wit kreeg een nieuwe vleugel.

En bijna steeg het vliegtuig op richting de Champions League-loting in Monaco. Mbokani kopte terug tot bij de vrijstaande Gillet die vanop één meter voor de doellijn het leer pardoes tegen de lat stampte: het verschil tussen 17 en slechts een paar miljoen in de Europa League.

De enige wieken die draaiden waren die van de MUG. Gillet trapte tot twee keer toe - alweer oog in oog met hun doelman - zijn frustraties en het leer niet tegen de netten.

Nog twintig minuten. Stilaan had dit theater niets meer met voetbal te maken. Ballen sprongen in het rond als in een flipperkast. De emoties haalden het op de zelfbeheersing en de kille slachting van Limassol.

Van den Broms laatste troeven heetten Massimo Bruno, een jeugdspeler uit het jaar '93 en oude krijger Juhasz, die - zoals in het Schotse cafévoetbal - diep in de spits ging postvatten. To be or not to be? Bruno legde panklaar voor Biglia, zijn schot likte tergend de paal.

Nog acht minuten. En toen, beste mensen, daalde God neer. Boem.

Iakovenko nam in de slotseconden alle twijfels weg met een mooie plaatsbal.