Direct naar artikelinhoud

DE GRAUWE & SCHOORS

Topeconomen Paul De Grauwe en Koen Schoors wisselen elkaar af en schrijven over mens, wereld en economie.

Lang geleden, in de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw, hadden economen macro-economische modellen ontwikkeld die als hoofdbekommernis hadden de globale vraag in de economie te stabiliseren. Consumenten en investeerders worden dikwijls gegrepen door optimisme en euforie die dan, na de excessen, omslaan in pessimisme en depressie. In de manische fase wordt te veel geconsumeerd en geïnvesteerd, in de depressieve fase te weinig. Tijdens de booms is iedereen gelukkig, tijdens de recessies is er veel miserie. De modellen van de economen hadden tot doel deze bewegingen in de globale vraag te analyseren en de overheden instrumenten aan te reiken om deze conjuncturele bewegingen te stabiliseren.

Dan kwamen de olieschokken van de jaren 70. De prijs van ruwe olie swingde de pan uit en deed de productiekosten sterk stijgen. Dat was dus een schok langs de aanbodzijde. De economen van toen hadden alleen de vraagzijde in kaart gebracht. Er ontstond toen een probleem dat zich 40 jaar later nog eens zou herhalen. Economen en beleidsmensen gebruikten de bestaande vraagmodellen als brillen om naar de werkelijkheid te kijken. Ze zagen dat de productie daalde ten gevolge van een aanbodschok maar die brillen deden hen geloven dat het om een negatieve vraagschok ging. De respons was dus dat de overheid de vraag moest stimuleren door meer geld in de economie te pompen.

Het probleem van deze aanpak was dat een verkeerd medicijn werd toegediend. De olieprijsschok had tot gevolg dat de productiecapaciteit (het aanbod) permanent was gedaald en die zou niet zomaar stijgen door de consumptievraag te stimuleren. Het stimuleringsbeleid had wel als neveneffect dat de prijzen gingen stijgen. En zo kwamen vele landen, waaronder België, in een loon-prijsspiraal terecht die de inflatie tot ongekende hoogten bracht. Het beleid dat gebaseerd was op vraagmodellen had grandioos gefaald.

Economen bleven niet bij de pakken zitten. Ze begonnen modellen te ontwikkelen die aandacht besteden aan de aanbodzijde. Ze realiseerden zich dat de aanbodzijde nogal stroef kon georganiseerd zijn. Vooral de arbeidsmarkten werden als te rigide beschouwd. Flexibiliteit werd het modewoord.

Over de vraagzijde bekommerden de economen zich niet meer. Een Franse econoom uit de 19de eeuw, Jean-Baptiste Say werd bovengehaald. Die had verkondigd dat "het aanbod zijn eigen vraag creëert". Zorg er dus voor dat de aanbodzijde van de economie vlot draait. Voer structurele hervormingen door, en de economie staat klaar om de volgende aanbodschok op te vangen.

Helaas: de volgende grote schok was geen aanbodschok, maar wel een vraagschok. Die barstte los in 2008-09. Na de euforie van de eerste helft van het vorige decennium, kwamen we in een diepe recessie terecht. De euforie werd depressie.

Vele economen en beleidsmensen die zich de nieuwe aanbodmodellen eigen hadden gemaakt bekeken de wereld rondom hen door de lenzen van deze modellen. De daling in de productie in 2008-09 werd geïnterpreteerd als het gevolg van een negatieve aanbodschok. En de modellen zeiden toen dat om zo'n schok op te vangen het aanbod flexibeler moest worden. Lonen moesten dalen, en arbeiders moesten sneller afgedankt kunnen worden: 'structurele hervormingen'.

Opnieuw werd op basis van het gebruik van een verkeerd model een verkeerd medicijn toegediend. Het gevolg van deze structurele hervormingen was dat de vraag nog verder daalde en dat de recessie in vele landen dieper werd dan nodig was. Dit was vooral het geval in het zuiden van Europa.

Het gebruik van macro-economische modellen is riskant. Meestal zijn die modellen opgesteld om één bepaalde schok te analyseren. De modellen uit de jaren 60 en 70 waren goed om vraagschokken te analyseren. De modellen die in de jaren 80 en 90 werden ontwikkeld waren goed om de effecten van aanbodschokken te bestuderen. Het probleem was dat nogal wat economen verliefd werden op hun model. Ze waren dan niet bereid om dat model opzij te zetten wanneer bleek dat het niet aangepast was... Liefde maakt blind.