Direct naar artikelinhoud

Boek bundelt winkels uit vervlogen tijden

In drogisterij De Walvis in Sint-Niklaas, een winkel waar je amper durft te ademen uit schrik de tijd wakker te schudden, zegt Josette Amand: 'Wij zijn een uitstervend ras.' Een foto van De Walvis siert de cover van 'Goed bewaarde winkelinterieurs - sinds 1875', een bundeling van veertig reportages. Auteur Katherine Ennekens: 'Na al die jaren van rondkijken kan ik alleen maar vaststellen dat er veel moois uit ons straatbeeld verdwenen is.'

Ze vindt het zelf ook een mooie winkel, zegt ze, misschien wel de mooiste van de hele straat. Al was de tapissier aan de overkant ook niet mis, vroeger. Ze merkt dat ze in haar bewondering niet alleen is. Het glas van de etalage moet geregeld gepoetst worden. De toeristen staan soms met hun neus tegen de ruit gedrukt, zegt ze. Minutenlang. "Daar ben ik trots op."

Josette Amand is 93 en zit in het woongedeelte van haar herenhuis in Sint-Niklaas, Ankerstraat 27. Zachtjes scheurt ze een bonnetje uit een bestelschrift. Helemaal boven aan het bonnetje is de naam van de winkel getikt: De Walvisch. Josette zegt dat ze niet weet hoe de winkel aan zijn naam gekomen is. Dat moet iets typisch van die tijd geweest zijn.

Van de twee laatste letters is op de knalrode gevel geen spoor meer. De tijd heeft ze opgeslokt. Binnen staat een bokaal kleurverf. La Belgica, verft zelfstandig in koud water. Boven de toog hangt reclame van Baygon, tegen mieren, spinnen, kakkerlakken en ander kruipend ongedierte. Erachter, in zacht pastelgroen, honderdtwintig ladenkasten met Franse naamplaatjes. Noix de muscades, Paraffine, Bleu d'Azur, Plâtre, Gélatine. Door de namen lees je de wereld.

Sinds 2006 is De Walvis gesloten. Josette was gevallen, zegt ze, het ging niet meer. Aan het interieur is de voorbije acht jaar niets veranderd. Elke week wordt de winkel gepoetst, elke dag kijkt Josette naar vroeger, naar de weegschaal waar de klanten zich kwamen wegen, voor 25 centiemen per beurt, naar de bedpannen en de sponsen, het kindermeel van Nestlé, het bicarbonaat, de klomp kandijsuiker, verklonterd door de jaren.

Het is jammer dat de jeugd niet meer weet wat een drogisterij is, vindt Josette. De tekst op de bestelbon verraadt veel: 'Drogerijen, scheikundige producten, verven, vernissen.' Ja, dat verkochten ze toen allemaal, in die tijd waren er nog geen speciaalzaken. En dus was Josette een beetje van alles op de hoogte.

Katherine Ennekens lacht en zegt dat haar boek misschien kan helpen. Veertig reportages maakte ze, over authentieke winkelinterieurs en hun eigenaars.

Tandpasta op grootmoeders wijze

Een straat vol ketenwinkels met standaardinterieurs vindt Ennekens saai en inwisselbaar. De reflex om unieke exemplaren te bewaren voorlopig te zwak. Daarom dit boek, een schets van waardevol winkelerfgoed anno 2014, een pleidooi voor zorgzaamheid. Er zijn winkels van alle types: bakkers, beenhouwers, juweliers. Namen als Les Caprices Du Bailli (Elsene), Verwimp (Herentals) of Le Lion (Brussel).

Winkels zijn dan wel private ruimtes, zegt Ennekens, toch mag je er ongevraagd binnenstappen, rondneuzen, sfeer opsnuiven. Zo worden ze ook een stuk van ons eigen leven.

De Walvis was de eerste, en misschien ook wel de mooiste winkel die ze bezocht. Ennekens noemt het een klein museum, een plek waar je veel kunt leren over dingen die verdwenen zijn. Ze hoopt dat de familie, of wie weet de stad, straks voor bewaring zorgt.

Waarop Josette: "De zaak overlaten? Ik zou niet weten aan wie. Ze kennen dat niet meer, mevrouw. Maar zelf zou ik natuurlijk ook het liefst zien dat mijn winkel blijft bestaan."

Sinds 1919 is hier een drogisterij. De mensen kwamen van ver, zegt Josette. Van den buiten zelfs. Dendermonde, Lokeren, Klein-Brabant. Iedereen kende De Walvis. Haar vader is al dood van in '46, maar de mensen spreken er nog van. Ja, die was echt goed. Dat durft ze nu gerust te zeggen.

Of er sinds de dood van de vader veel veranderd is? Zot, er is juist niets veranderd. Waarom zou ze iets moeten veranderen? Iets dat goed is, dat verander je toch niet? Ja, of wacht. De schuiven van de ladenkast zijn ooit overschilderd. Voor den oorlog waren ze okergeel.

Haar vader heeft nog zelf tandpasta gemaakt. En toiletpapier heeft ze ook nog weten opkomen. Ze heeft zelfs nog de tijd geweten dat er geen stadswater was. Wanneer dat was? Voor haar zus geboren werd, dat moet dus 1925 of '26 geweest zijn. En in de jaren '30 is haar vader foto's beginnen te ontwikkelen. Eerst gewoon in de winkel, daarna in een donkere kamer vanachter op de koer.

Ja ja, lacht ze, als je oud bent, weet je veel van de oude tijd. Je moet wel met je tijd meegaan, zegt ze, want anders word je zelf antiek. Ze heeft een smartphone en een tablet. Daarop leest ze elke dag de krant, de Gazet van Antwerpen, en soms ook de Libelle. Er weerklinkt trots door haar zachte stem.

Ze is nooit getrouwd, zegt ze. Heeft ook nooit een vriend gehad. Ze had geen tijd, ze deed haar schrijfwerk allemaal zelf, en ze moest tamelijk wat facturen maken voor de fabrieken en de doktoren die ook profiteerden van de belastingen. Je kent dat, hè. Nee, geef haar dan maar een hond, die luistert tenminste naar haar bevelen.

Tot slot zegt Josette dat ze haar vorig jaar eens in de geriatrie hebben gestoken. "Ik was daar rap weg. Ah ja, dat zijn daar allemaal oude mensen. Daar hoor ik niet thuis."

Goed bewaarde winkelinterieurs - sinds 1875 verschijnt dinsdag bij Luster, 22,50 euro, www.uitgeverijluster.be

Katherine Ennekens houdt ook een Facebookgroep bij: facebook.com/winkelinterieurs