Postuum boek van Tolkien is meteen een bestseller

Tolkien schreef The Legend of Sigurd and Gudrun in de jaren twintig en vroege jaren dertig, toen hij als professor Engels werkzaam was in Oxford, nog voor hij faam verwierf met The Hobbit.Decennialang dacht men dat het manuscript spoorloos was, maar het werd na de dood van Tolkien door zijn intussen 84-jarige zoon Christopher in de nalatenschap aangetroffen. Christopher redigeerde het boek en voorzag het van een inleiding. The Legend of Sigurd and Gudrun is Tolkiens vertaling en adaptatie van twee epische gedichten uit de dertiende-eeuwse Noorse mythologie, gebaseerd op de legendes van de Volsungen en Nibelungen. Zoon Christopher zegt in The Guardian dat het niet denkbeeldig is dat lezers afgeschrikt zullen worden door de versvorm, maar hoopt dat het boek “een andere zijde van Tolkien” laat zien. Meteen na verschijnen maakte het boek al een steile klim op de Britse bestsellerlijsten. Uitgever Harper Collins verdeelde in Groot-Brittannië 100.000 boeken over alle boekhandels, en de keten Waterstone’s merkt een stormloop op The Legend of Sigurd and Gudrun. Voor de harde Tolkienfans zijn er vijfhonderd exemplaren in een gelimiteerde luxe-editie, waarin vijf reproducties van Tolkiens originele manuscripten zijn afgedrukt. Het is intussen al het twaalfde postume Tolkienwerk. Eerder werkte zoon Christopher het onvoltooide The Children of Hurin (2007) af, dat wereldwijd 1 miljoen keer over de toonbank ging. Van The Hobbit en Lord of the Rings werden samen 150 miljoen exemplaren verkocht, mede aangezwengeld door de Lord of the Rings-verfilming. (DL)