Direct naar artikelinhoud

MAGGIE, meer niet

Natuurlijk is er Maggie De Block (Open Vld), kandidaat-minister en officieus zelfs kandidaat-premier. Maar De Block is meteen wel de enige vrouw aan Vlaamse zijde met realistisch uitzicht op een ministerspost in de toekomstige federale regering. Een blamage wenkt.

Dat de vrouwen er bekaaid vanaf dreigen te komen in de volgende federale regering, blijkt al wanneer je een blik werpt op de tafelsamenstelling als de toponderhandelaars zelf aanschuiven. Alleen Open Vld hoeft zich niet te schamen, met naast partijvoorzitster Gwendolyn Rutten ook uittredend staatssecretaris Maggie De Block in het onderhandelingstrio.

De Block mag meer dan hopen op een promotie, nadat ze in de vorige regeerperiode de blitz maakte op Asiel en Migratie en uitgroeide tot de populairste politica van het moment. Als de kans zich aandient zou de partij haar wel een sociaal departement gunnen, genre Volksgezondheid. 'Dokter Maggie', die na de asielcrisis ook de ziekteverzekering bedwingt: het is een pr-verhaaltje dat zichzelf schrijft.

De Blocks kansen om ook meteen maar premier te worden, zijn, in weerwil met alle mogelijke gunstige peilingen, tot nader order niet al te groot. De eerste keus is nu aan de MR en verwacht wordt dat de Franstalige liberalen er, in afspraak met de N-VA, ook wel zullen uitkomen of Charles Michel dan wel Didier Reynders de eer krijgt.

Maar met Maggie De Block hebben we, wat de Vlaamse onderhandelende partijen betreft, meteen ook alle reële vrouwelijke kandidaat-ministers gehad. Verrassingen zijn niet uitgesloten, maar op de lijstjes van N-VA en CD&V figureert momenteel geen enkele vrouw. CD&V stuurde ook in de voorbije regeerperiode geen enkele vrouw naar de federale regering (zelfs geen staatssecretaris) en dat scenario zou zich kunnen herhalen.

Voor een partij die zelf de vrouwenkaart zo fel uitspeelde om Marianne Thyssen in de Europese Commissie te loodsen, is dat niet iets om trots op te zijn. Meer in het algemeen is het opvallend dat genderevenwicht in de binnenlandse politiek amper speelt, terwijl ze op Europees niveau bijna tot een crisis leidde bij de samenstelling van de Commissie-Juncker.

Merkwaardig

"Gender is geen bepalende factor bij ministerkeuzes in ons land", bevestigt politicologe en genderexperte Karen Celis (VUB). "Het wordt hier niet vanzelfsprekend gevonden dat een partij minstens een minister van elk geslacht afvaardigt. Dat is des te merkwaardiger omdat België een traditie heeft van politieke genderquota en een stevige instroom van vrouwen in de politiek. De grondwet verbiedt zelfs expliciet dat er nog op enig niveau een executieve gevormd wordt die maar uit één geslacht bestaat, maar een evenwicht zit er nog niet bepaald in."

Kandidaten zijn er nochtans wel, ook bij CD&V: de gewaardeerde Kamerleden Sonja Becq en Nahima Lanjri worden weleens genoemd, en maken, afhankelijk van de portefeuillekeuze, ook wel enige kans. Lanjri zou op een 'soft' departement als Armoedebestrijding of Gelijke Kansen de geknipte vrouw zijn, Becq eerder op Pensioenen. "Ik hoop op niks" lacht Lanjri bescheiden. "Vorige keer werd mijn naam ook genoemd, en toen werd het niks. Gender is zeker een thema binnen de partij, maar er is ook de realiteit. Het aantal ministersposten zal niet toenemen voor ons, en CD&V heeft in de Vlaamse regering en in Europa al sterke vrouwen afgevaardigd."

Of Lanjri en Becq ook echt in aanmerking komen, is inderdaad nog maar de vraag. Als Kris Peeters de nieuwe 'vice' van CD&V wordt, wacht voorzitter Wouter Beke al een lastige taak om te kiezen tussen de huidige mannelijke regeringsleden. Vooral Pieter De Crem lijkt redenen te hebben om nerveus te lopen. Bij de staatssecretarissen lijkt Servais Verherstraeten als ACW'er wat meer jobzekerheid te hebben dan Hendrik Bogaert. Vernieuwing kan daar, behalve van bij de vrouwen, ook van jong talent Benjamin Dalle komen.

Ook bij N-VA staan de vrouwelijke kandidaat-ministers niet meteen het hoogst genoteerd. De meest genoemde namen zijn Jan Jambon (Binnenlandse Zaken), Johan Van Overtveldt, Steven Vandeput en Theo Francken. De vrouw die het vaakst genoemd wordt als mogelijk staatssecretaris, is huidig Vlaams volksvertegenwoordigster Elke Sleurs. Het staatssecretariaat lijkt zo weer, helemaal zoals het was in de jaren tachtig, het schaamlapje te worden om toch nog een paar vrouwen beëdigd te krijgen in de regering.

Sneu

Het onevenwicht wordt mogelijk wel nog een beetje gedempt door vrouwelijke ministers die de MR aanlevert. Op zeven ministers en (wellicht) een premier, zou een aanwezigheid van twee vrouwen niets te veel zijn. Dan nog zou de teller voor de gehele ministerraad op drie vrouwen op vijftien blijven steken.

Sneu is wel dat Sabine Laruelle, nummer twee voor de MR in het uittredende kabinet, al voor de verkiezingen liet verstaan dat ze er genoeg van heeft. De vrouwelijke naam die nu namens MR het meest genoemd wordt is die van voormalig senaatsfractieleidster Christine Defraigne, vertrouwelinge van Charles Michel die in Luik de positie innam van ... Didier Reynders. Juriste Defraigne zou kunnen aarden op Justitie, als dat departement bij de MR terechtkomt.