Direct naar artikelinhoud

'Het redt levens, maar brengt niet genoeg geld op'

Gert Beyns (45) is een van de vele kankerpatiënten die beweert dat hij nog in leven is door DCA. Dichlooracetaat kan mogelijks werken tegen kanker en toch is geen enkel farmabedrijf geïnteresseerd om het op de markt te brengen. ' Je kunt er geen geld mee verdienen.'

Negen maanden gaven de dokters hem nog in 2010. Lymfklierkanker had op dat moment het lichaam van Gert Beyns overgenomen, chemotherapie sloeg nauwelijks aan. "Ik besloot om nog zo veel mogelijk te genieten van de tijd die me restte. Ondanks de waarschuwing van mijn dokter ging ik reizen en stopte ik elke behandeling."

Drie jaar later is Beyns er nog steeds, naar eigen zeggen omdat hij op eigen houtje besliste DCA of dichlooracetaat te nemen. "Mijn laatste scan toont duidelijk aan dat de meeste kankercellen verdwenen zijn. Ik heb nog een paar kliertjes in mijn buikholte, maar dat is het dan ook. Zonder DCA was ik er waarschijnlijk niet meer geweest."

Enkele jaren geleden was er al eens ophef over DCA. Enkele Vlaamse terminale kankerpatiënten getuigden toen in de pers hoe het medicijn hun leven had gered. Een 'wondermiddel' klonk het, en de verontwaardiging was groot dat het goedje nog niet algemeen te verkrijgen was bij de apotheker.

Een inderhaast opgetrokken en nauwelijks wetenschappelijke klinische studie zou vervolgens voor een teleurstelling zorgen, want de patiënten genazen niet. In tegendeel, bij sommigen werden de tumoren groter.

Sowieso zijn er de voorbije jaren wereldwijd verschillende gevallen opgedoken waarbij DCA klaarblijkelijk het verschil maakte. "En dan kun je je afvragen hoe het komt dat farmabedrijven hier al die tijd geen onderzoek naar hebben gedaan", zegt Beyns. "Ze zijn niet bereid erin te investeren, omdat ze er geen grote winsten op kunnen maken."

Met DCA valt inderdaad weinig geld te verdienen. Het middel wordt namelijk al sinds het einde van de jaren tachtig gegeven aan kinderen met lactaatacidose, een zeldzame stofwisselingsziekte. Doordat de organische verbinding reeds bestond toen de eventuele werkzaamheid tegen kanker werd ontdekt, is het juridisch niet mogelijk om de stof te patenteren.

Farmabedrijven die miljoenen zouden investeren in klinische studies, zouden dat geld met DCA nooit kunnen terugverdienen. "Frustrerend", vindt Dana Flavin, een van de wereldwijde voorvechtsters van DCA. Als toxicoloog werkte ze twintig jaar lang bij het Amerikaanse Geneesmiddelenagentschap. Vandaag doet ze onderzoek naar kanker en kankerpreventie.

"Momenteel is er een klinische studie naar DCA, maar het gaat traag", zegt Flavin. "De hele studie staat of valt met private giften en het gebrek aan geld houdt de hele boel op. Nochtans kan DCA levens redden." De studie waar Flavin naar verwijst, staat onder leiding van de Canadese dokter Evangelos Michelakis. Zijn resultaten zijn beloftevol, maar hoe dan ook zal het nog jaren duren vooraleer het middel op de markt komt. Als het al op de markt komt.

"Te begrijpen", benadrukt Pascal Wolter, staflid op de dienst medische oncologie aan het UZ Leuven en de behandelende arts van Gert Beyns. "Om te weten of een geneesmiddel werkt, moet je klinische studies doen. Dat is misschien frustrerend, maar er zijn nu eenmaal bepaalde regels."

Op de kar springen

Wolter zou zijn patiënten nooit DCA aanraden, ook al moet hij erkennen dat Beyns een opmerkelijke evolutie heeft doorgemaakt. "We weten er nog te weinig over. Er is meer onderzoek nodig. En dat vergt nu eenmaal tijd." In het geval van DCA sleept het extra lang aan, zo moet Wolter toegeven. "Als artsen zijn wij voor de ontwikkeling van geneesmiddelen aangewezen op de farmaceutische industrie. Sommige van die bedrijven hebben de faciliteiten en de middelen om een klinische studie naar DCA op touw te zetten. Maar ze doen het niet."

"Waarom zouden ze ook?", zegt Wolter. "Ze brengen nu een heleboel oncologische geneesmiddelen op de markt die een pak geld kosten. Waarom zouden ze dan investeren in een medicijn waar ze veel minder mee zullen verdienen en dat misschien beter werkt?"

Voor Beyns leidt het geen twijfel: hij leeft nog omdat hij op het internet op zoek ging naar DCA. "Ik hoop dat ik door te getuigen de medische wereld wakker kan schudden. Misschien zijn academische ziekenhuizen in ons land wel bereid om mee op te kar te springen? Ik weet zeker dat we hiermee nog levens kunnen redden."