Direct naar artikelinhoud

'Kinky liefde voor technologie'

Een bedreigde planeet, reusachtige monsters en torenhoge robotten: klinkt als een typische Amerikaanse actiefilm? Klopt! Maar met visie en creativiteit maakte Guillermo del Toro van Pacific Rim het betere werk in het monstergenre.

Guillermo del Toro kijkt toe terwijl ik mijn twee digitale recordertjes aanzet en knikt instemmend als hij hoort dat het tweede toestelletje bedoeld is als back-up. "Goed idee. In 1994 heb ik de Mexicaanse filmmaker Arturo Ripstein geïnterviewd voor het tijdschrift The Village Voice. Achteraf bleek dat mijn recorder niet één woord geregistreerd had! Ik heb het hele interview toen uit het hoofd moeten reconstrueren."

U hebt gelukkig wel de reputatie over een uitstekend geheugen te beschikken.

Guillermo del Toro: "Vroeger wel, ja. Toen had ik een fotografisch geheugen. Nu heb ik een pornografisch geheugen. (lacht). Maar het is nog sterk genoeg om mij te herinneren dat de basis voor Pacific Rim in mijn prille jeugd ligt. Ik ben geboren in 1964 en het was precies in de sixties dat de monsterfilms een ware explosie kenden en vanuit Japan de hele wereld veroverden, net als de reuzenrobotten, zoals Tetsujin 28-go, in manga en animé. Op de Mexicaanse televisie leek het toen wel een invasie van Japanse popcultuur, met Astroboy, Kimba the White Lion, Ultra Man en Princess Knight. Kortom, Pacific Rim is het werk van een 48-jarige filmmaker, maar gedicteerd door het twaalfjarige jongetje dat ik ooit was. Ik herinner mij in dat verband een uitspraak van Picasso, die ooit gezegd heeft dat het hem veertig jaar gekost had om te kunnen tekenen als een jongetje van acht. Ik ben katholiek opgevoed en als kind droeg ik dus de last van een katholiek schuldgevoel. Maar hoe ouder ik word, hoe vrijer ik mij voel om mezelf te zijn. Als kind hield ik zoveel van monsters dat het maken van deze film voor mij een zeer plezante en vrolijke ervaring is geweest. Ik heb me bij het maken van een film nooit meer geamuseerd dan nu."

Liefde voor monsters, zegt u, maar uiteindelijk moeten ze wel vernietigd worden?

"In het Westen hebben we een schuldbeladen relatie met technologie, gesymboliseerd door het Frankensteincomplex. De idee 'technologie is slecht en zal uiteindelijk onze ondergang betekenen'. Maar de Japanners zijn onbeschaamd in hun liefde voor technologie. Het heeft bijna iets kinky. In films zoals Mothra vs. Godzilla of Ghidorah maakt het niet uit wie het goede of het slechte monster is. Men houdt van allebei. De passie van een kind voor monsters houdt geen oordeel in, alleen maar empathie. Het is liefde voor iets dat zo groot is dat het elke moraliteit overstijgt. Het is zoals met orkanen of tornado's. Er bestaat niet zoiets als een goede tornado of een slechte tornado. Het zijn gewoon natuurkrachten. Het is een oerprincipe."

Nog tijdens de proloog van Pacific Rim laat u de gigantische monsters meteen zien.

"Het verschil tussen een melodrama en een musical is dat de emoties in het ene filmgenre subtieler zijn dan in het andere. Maar in een musical wil je Gene Kelly zien dansen. En in een echte monsterfilm wil je monsters zien en draait de suspense niet om het verborgen houden. In Pacific Rim wou ik de gigantische monsters ook gebruiken als schaalaanduiding voor al de 'kleine' verhalen van de menselijke personages. In deze film draait het niet om één held, maar om verschillende personages die samen een soort koor vormen en die diverse kenmerken van de mensheid vertegenwoordigen: vindingrijkheid, humor, opoffering, moed, vertrouwen, enzovoort. Ze slaan de handen in elkaar om die creaturen te verslaan. Ik wou van Pacific Rim ook een grote, avontuurlijke zomerfilm maken, waarin de jonge kijkers eens niet moesten supporteren voor een leger of blootgesteld werden aan de idee van één bepaald land dat de wereld zal redden. Ik wou de monsters meteen laten zien als dé tegenstander. En dan is het aan de wereld om de wereld te redden."

Enig idee waarom er momenteel zoveel rampenfilms gemaakt worden?

"In dit geval hangt dat natuurlijk samen met het genre van de monsterfilm. Daarin gaat men niet aan tafel zitten praten, zoals bij My Dinner with Andre. (lacht) Maar ik geloof wel dat er nu zoiets bestaat als millennial anxiety. Er is ook de idee van de wereld als global village dat liet vermoeden dat we een meer volwassen samenleving zouden krijgen, maar dat is duidelijk niet het geval. En er is het terrorisme, dat geen rekening houdt met grenzen, net als de vrees dat hele economieën door cyberterrorisme ontwricht kunnen worden. Op televisie zien mensen vaak allerlei apocalyptische beelden, dus ook langs daar sijpelt de angst binnen. Het kwaad is in de echte wereld zo alomtegenwoordig en zo verdomd banaal geworden. De echte monsters van deze wereld dragen mooie pakken, rijden rond in mooie auto's en vertellen mooie praatjes, terwijl ze de wereld aan het verneuken zijn. En dus hebben de mensen behoefte aan grote verhalen om een en ander opnieuw in perspectief te plaatsen. Verhalen als een soort moreel kompas. Fabels, sprookjes en parabels werken pas echt als de grenzen in de echte wereld aan het afbrokkelen zijn. Veel van die verhalen zijn ontstaan in tijden van oorlog of pest, in een poging om de wereld opnieuw in balans te brengen, desnoods in de verbeelding."

Voor een gigantische monsterfilm zijn ook gigantisch veel CGI-effecten nodig.

"Fout. Proportioneel zit er in Pacific Rim niet meer computer-generated imagery dan in een Hellboy-film. En mijn werkwijze is altijd dezelfde gebleven: je doet alles wat je kunt live en voor de rest gebruik je speciale effecten. Ik kan inderdaad geen tachtig meter hoge robotten bouwen die bewegen en vechten. Voor sommigen is de effectentechnologie een vloek, maar ik heb daar geen probleem mee, zolang ze maar ten dienste staat van het verhaal. Als men bij Pacific Rim de robotten en de monsters niet als echte personages ziet, dan heeft het allemaal geen zin gehad. De enige belofte die ik als regisseur altijd maak, is: 'Ik zal nooit een digitaal effect ijdel gebruiken.' Altijd uit liefde en toewijding. En als het fysiek kan, zal ik het ook zo doen."

Het blijft hoe dan ook een zeer dure onderneming.

Del Toro: "Het budget was 185 miljoen dollar, heel wat minder dan veel gelijkaardige producties. In dit geval ben ik zelfs onder het budget gebleven. Ik heb de studio dus geld teruggegeven. Het moet lang geleden zijn dat een regisseur dat gedaan heeft. (lacht) En mijn tweede verantwoordelijkheid: hoeveel een film ook kost, het moet zichtbaar zijn op het scherm. Ziet het er zo groot of groter uit dan het budget, dan heb ik mijn job goed gedaan. The money has to be on the screen. Al de rest is de zorg van de industrie."

Pacific Rim draait vanaf 17 juli in de bioscopen.