Leugen van Armstrong is de leugen van Bruyneel
De Belgische ex-prof en huidig wielermanager Johan Bruyneel was het brein achter een geïnstitutionaliseerd dopingnetwerk binnen de Amerikaanse wielerploeg US Postal. Bruyneel organiseerde, Lance Armstrong gebruikte. Dat blijkt uit een rapport dat het Amerikaanse antidoping-agentschap Usada openbaar maakte.
Antidopingagentschap Usada lichtte gisteren toe waarom het eerder de zeven Tourzeges van Lance Armstrong afnam. Het deed dat in een rapport van 202 pagina's: een ontluisterende pageturner die een donker beeld schetst van de wielersport zoals ze is. Of toch zoals ze was, minstens tot 2010.
Dat Lance Armstrong doping gebruikte was publieke kennis: over hem bevestigt en reconstrueert het rapport in groot detail nagenoeg alles wat in de eerder verschenen boeken L.A. Confidential en The Secret Race staat. Armstrong gebruikte inderdaad doping doorheen zijn carrière.
Het is vooral de schaal en de organisatie achter het gebruik dat frappeert. Brein achter het dopingnetwerk binnen de Amerikaanse wielerploeg US Postal was de Belg Johan Bruyneel. Het rapport doet zijn verhaal vanaf pagina 107: onder de hoofding 'betrokkenheid van Johan Bruyneel bij doping'. Wat volgt, laat geen spaander heel van de man die in de hoogdagen van Lance Armstrong en US Postal "de beste manager in het wielrennen" heette.
Zo staat er: "Er is overtuigend bewijs dat Johan Bruyneel intiem betrokken was in alle significante details van het dopingprogramma." Hij zou jonge renners geïntroduceerd hebben in de onderwereld van het peloton. Volgens het rapport: "Johan Bruyneel leerde hoe jonge mannen aan te zetten tot dopinggebruik. Hij begeleidde hen handig op het pad van neo-prof naar doorwinterd drugsgebruiker."
Het rapport staaft die stelling met de persoonlijke verhalen van vier ex-renners van US Postal die eerder onder ede een verklaring aflegden. Zo is er David Zabriskie, wiens vader stierf aan drugsgebruik en die voor zichzelf had uitgemaakt dat hij nooit drugs of doping zou gebruiken. Het rapport reconstrueert een ontmoeting tussen hem en Bruyneel in een café in het Spaanse Girona. "Bruyneel kwam meteen ter zake. Hij en Del Moral (de ploegdokter, JPDV.) hadden twee producten meegebracht, iets wat bekend stond als 'herstel' en het verboden middel epo. Het was het derde seizoen van David binnen de ploeg en hij wist niet dat hij zich zou moeten doperen. David stelde vragen over de gezondheidsimplicaties bij epo en had een paar vragen. Zou hij nog kinderen kunnen hebben? Zouden zijn oren groter worden? Bruyneel antwoordde: 'Iedereen doet het' en verzekerde dat als epo gevaarlijk was dat geen enkele renner dan kinderen zou hebben."
Getuige nummer twee is renner Christian Vande Velde. In het rapport: "Christian Vande Velde was nerveus om in te stappen op het dopingprogramma en bracht zijn twijfels tot bij Bruyneel. Bruyneel zei tegen Vandevelde: 'Maak je geen zorgen. Eerst voelt het slecht, maar op het eind voelt het goed.'"
Een ander inzicht geeft het verhaal van Levi Leipheimer. Hij gaf bij zijn eerste ontmoeting met Bruyneel toe dat hij al epo gebruikte. "Een paar minuten later kreeg hij telefoon van dokter Del Moral", aldus het rapport, "met instructies over hoe hij epo moest gebruiken zonder gedetecteerd te worden. Leipheimer begreep dat de bezorgdheid van Bruyneel niet was dat hij gebruikte, maar wel dat hij betrapt zou kunnen worden, omdat hij het niet veilig deed."
Bruyneel zou ten slotte ook Tyler Hamilton begeleid hebben bij het gebruik van doping. "In juni 2000, op het eind van de Dauphiné Libéré legde Johan Bruyneel het proces van bloeddoping uit aan de jonge Tyler Hamilton. Volgens Bruyneel zouden 500 cc bloed getrokken worden om de volgende maand opnieuw ingespoten te worden tijdens de Tour." Die operatie zou plaatsgevonden hebben in een hotel in Girona, onder begeleiding van dokters Michele Ferrari en Luis Garcia del Moral.
Het rapport besluit met: "Deze vier jonge mannen (Zabriskie, Vande Velde, Hamilton en Leipheimer, JPDV) behoorden tot diegene die Johan Bruyneel begeleidde op het pad naar dopinggebruik. Bruyneels relatie met deze jonge renners vertelt veel over het karakter van die man die Lance Armstrongs 'handpicked' directeur was en over de doortastendheid van het dopinggebruik binnen de US Postal en Discovery Channel teams. Het geeft ook inzicht in de mensen met wie Armstrong zich omringde, en in hun vertrouwdheid en openheid met doping."