Direct naar artikelinhoud

Wie kan nog mee met de euro?

Europa krijgt zijn schuldencrisis niet onder controle. Een Griekse exit uit de eurozone is niet langer taboe. Nu Italië almaar meer onder vuur komt te liggen, duiken plannen op voor een afslanking van de eurozone.

Het was een van de opvallendste berichten die het persbureau Reuters deze week de wereld instuurde. Hoge Franse en Duitse functionarissen voeren besprekingen over de afslanking van de muntunie. Al maandenlang zouden ze in het diepste geheim praten over een kleinere eurozone met een grotere economische integratie van de deelnemende landen.

Het bericht sloeg in Europese kringen in als een bom. De Duitse bondskanselier Angela Merkel haastte zich om alle speculatie de kop in te drukken. "Duitsland heeft sinds het begin van deze crisis maar één doelstelling nagestreefd, het stabiliseren van de eurozone in haar huidige vorm", zo verklaarde Merkel tijdens een persconferentie. Eerder had haar regeringswoordvoerder Steffen Seibert het bericht van Reuters als "ongefundeerd" afgedaan.

De Luxemburgse premier Jean-Claude Juncker sprak eveneens met klem tegen dat Berlijn en Parijs plannen koesteren voor een opdeling van de muntunie. "Ik sluit de hypothese uit dat landen uit de eurozone kunnen worden gezet. De Europese verdragen laten ons dat niet toe", zei hij. Juncker is voorzitter van de eurogroep, de vergadering van de ministers van Financiën van de zeventien eurolanden.

Eurostorm

Ook Frankrijk ontkende de persberichten die woensdagavond de kop opstaken. Maar het signaal uit Parijs was minder krachtig dan dat in Berlijn. Dat hoeft niet te verbazen. Het was de Franse president Nicolas Sarkozy die met zijn uitspraken over een Europa met twee snelheden zelf de lont aan het vuur had gestoken.

In een toespraak voor studenten in Straatsburg pleitte Sarkozy deze week voor verdere integratie van de eurolanden en een lossere band met de EU-lidstaten die geen deel uitmaken van de eurozone. "Ik geloof dat er te weinig economische integratie is tussen de zeventien landen van de eurozone en dat er te veel integratie is in de Europese Unie met 27 en meer leden", zei hij.

Zijn uitspraken werden geïnterpreteerd als een signaal dat landen die hun huishouden niet op orde krijgen de eurozone moeten verlaten. Nu Italië in het oog van de eurostorm zit, lijkt een verdere afslanking van de eurozone mogelijk de enige uitweg om de euro nog te redden.

De eurozone heeft onvoldoende middelen om een bankroet van Italië te voorkomen. Italië heeft een staatsschuld van 1.900 miljard euro. Het Europese noodfonds voor wankele eurolanden heeft, met minder dan 1.000 miljard euro, onvoldoende centen om een Italiaans bankroet te vermijden. Italië is gewoon te groot om gered te worden. De Europese Centrale Bank (ECB) zou de crisis kunnen bezweren door zijn oneindige geldmiddelen in de strijd te gooien, maar weigert dat te doen.

In die omstandigheden lijkt Frankrijk te kiezen voor de vlucht vooruit. Parijs voelt de hete adem van de beleggers in zijn nek. De voorbije dagen zagen de Fransen het renteverschil met Duitsland fors oplopen tot meer dan 1,5 procent, een duidelijk teken dat hun land stilaan besmet wordt door de eurocrisis. Een jaar geleden betaalde Parijs ongeveer evenveel rente op zijn staatsobligaties dan Berlijn. Door eurolanden die niet meer meekunnen, te droppen, hoopt Frankrijk zelf in rustiger vaarwater te komen.

Welke landen moeten dan uit de euro? Griekenland staat met stip op nummer één. De aanstoker van de schuldencrisis lijkt niet bij machte om zijn problemen de baas te kunnen. Zelfs al keurt de nieuwe eenheidsregering het nieuwe Europese reddingsplan goed, dan nog is het zeer onwaarschijnlijk dan Griekenland zijn plaats in de eurozone kan behouden. Er wachten de Griekse bevolking jaren van pijnlijke saneringen. De verleiding is groot om zelf de stekker uit de euro te trekken en terug te keren naar de drachme.

Portugal en Ierland zitten eveneens op de wip. Net zoals Griekenland hangen beide landen aan de infuus bij Europa, waarbij Europese noodhulp gekoppeld is aan harde bezuinigingsmaatregelen op het thuisfront.

Ook voor Italië, de derde economie in Europa, komt een exit dichterbij. Zelfs al keurt het Italiaanse parlement nieuwe besparingen goed en vervangt technocraat Mario Monti Silvio Berlusconi als regeringsleider, dan nog wordt betwijfeld of Italië het vertrouwen van beleggers kan herwinnen. Op korte termijn krijgt Rome zijn penibele budgettaire situatie niet rechtgetrokken. Besparingsmaatregelen zetten weinig zoden aan de dijk op een ogenblik dat overal in Europa er bezuinigd wordt, zeggen economisten.

En als Italië eruit gaat, wordt het ook voor Spanje moeilijk om zich te handhaven. De voorbije maanden werd Madrid samen met Rome het meest genoemd als volgende slachtoffer van de eurocrisis. Ook Malta en Cyprus worden bij de afvallers gerekend.

In de gevarenzone

Welke landen zouden dan wel in aanmerking kunnen komen voor een afgeslankte eurozone? De twee grootmachten, Duitsland en Frankrijk, worden in een zucht genoemd met Nederland, Luxemburg, Oostenrijk en Finland. En België? Ons land heeft zeker zijn plaats in de kopgroep van de euro, op voorwaarde dat het de door Europa gevraagde bezuinigingen en hervormingen doorvoert. Ook Slovakije, Slovenië en Estland zouden zich kunnen handhaven in de kopgroep.

De opdeling tussen de kopgroep en de afvallers valt het duidelijkst af te lezen uit de renteverschillen met Duitsland. Landen die hun spread met het sterkste euroland onder drie procent kunnen houden, worden door de financiële markten, fit bevonden voor de kopgroep. Landen met een spread van meer dan 4 procent zitten in de gevarenzone.

Hoge prijs

Uit de jongste economische vooruitzichten van de Europese Commissie komt de tweedeling in eurozone ook sterk naar voor. Landen in de kopgroep hebben doorgaans sterkere groeicijfers, lagere begrotingstekorten en een lagere staatsschuld dan de potentiële afvallers (zie grafiek).

Of de afslanking van de eurozone er komt, hangt af van de euroleiders. Zijn zij in staat om drastische maatregelen te nemen om de euro te redden? Zijn ze bereid om van de muntunie ook en economische en politieke unie te maken? Tot dusver hebben de euroleiders geen vuist kunnen maken. Hun antwoorden op de schuldencrisis waren steeds too little too late. Vooral de stugge houding van Duitsland staat een oplossing in de weg.

In een toespraak in Berlijn waarschuwde Commissievoorzitter José Manuel Barroso woensdagavond dat er een hoog prijskaartje hangt aan een opsplitsing van de eurozone. Hij zei dat de Duitse economie met drie procent kan krimpen en dat een miljoen Duitse jobs verloren gaan als de eurozone kleiner wordt. Barroso riep Duitsland op het niet zo ver te laten komen. "Als het toch gebeurt, dan staat de welvaart van de volgende generatie op het spel."

De voorzitter van de Europese Commissie had nog schrikbarende cijfers kunnen citeren. De Zwitserse bank UBS publiceerde in september ronduit zwartgallige cijfers. Als een zwak euroland als Griekenland de eurozone verlaat, daalt zijn welvaart het eerste jaar 40 tot 50 procent. Als een sterk land als Duitsland vertrekt, daalt zijn welvaart 20 tot 25 procent.

UBS onderstreepte toen dat de politieke gevolgen nog zwaarder kunnen zijn dan de economische impact. "Bijna geen enkele monetaire unie is opgebroken zonder een vorm van autoritaire of militaire regering of een burgeroorlog."