Direct naar artikelinhoud

Nazi's hadden 42.500 gruwelplekken

Dertien jaar geleden begonnen onderzoekers van het Holocaust Memorial Museum in Washington alle getto's, werkkampen, concentratiekampen en moordfabrieken die de nazi's in Europa opzetten in kaart te brengen. Ongeveer 42.500 getto's en kampen in heel Europa zijn gecatalogiseerd, in Duitsland zowel als elders. Tot nu werd het aantal geschat op ongeveer 7.000.

De omvang is zo onthutsend, dat Holocaustexperts twijfelden of ze het wel goed hadden verstaan toen de leiders van het project een eerste presentatie van hun bevindingen gaven tijdens een academisch forum eind januari in het German Historical Institute in Washington.

"De aantallen zijn veel hoger dan waar we voorheen van uit gingen", zegt Hartmut Berghoff, directeur van het instituut. "We wisten wel hoe vreselijk het leven in de kampen en de getto's was, maar deze cijfers zijn ongelooflijk."

De kampen omvatten niet alleen vernietigingscentra, maar ook duizenden kampen voor dwangarbeid, waar gevangenen benodigdheden voor de oorlogsvoering produceerden, kampen voor krijgsgevangenen, gebouwen met de eufemistische naam 'zorgcentra', waar zwangere vrouwen tot abortus werden gedwongen of waar hun baby's na de geboorte werden gedood, bordelen, waar vrouwen werden gedwongen tot seks met Duitse militairen.

Auschwitz en een handvol andere concentratiekampen zijn in het publieke bewustzijn het symbool geworden van de moordmachine van de nazi's. Net zogoed wordt het afzonderen van Joodse families in getto's in hun woonplaats geassocieerd met één plek - het getto van Warschau, bekend vanwege de opstand in 1943. Maar die oorden, hoe berucht ook, vertegenwoordigen maar een minuscuul deel van het gehele nazinetwerk, zo maakt het nieuwe onderzoek pijnlijk duidelijk.

Juridische gevolgen

Op de plattegronden waarop de onderzoekers de kampen en getto's hebben ingetekend, zijn grote delen van het Europa van tijdens de oorlog veranderd in zwarte clusters van dood, marteling en slavernij. Het zwaartepunt ligt in Duitsland en Polen, maar in alle richtingen zijn vertakkingen te zien.

De leiders van het project, Geoffrey Megargee en Martin Dean, schatten dat 15 tot 20 miljoen mensen zijn gestorven of gevangenzaten in de oorden die zij hebben geïdentificeerd als onderdeel van een meerdelige encyclopedie. Het Holocaust Museum heeft de eerste twee delen gepubliceerd, vijf andere delen worden tot 2025 uitgebracht.

Het bestaan van kampen en getto's was voorheen slechts gefragmenteerd bekend, regio voor regio. Maar de onderzoekers, die gebruikmaakten van de data van zo'n 400 toeleveranciers, hebben voor het eerst het gehele netwerk gedocumenteerd. Ze hebben onderzocht waar de centra zich bevonden, hoe ze werden gerund en wat hun doel was.

Het onderzoek kan ook juridische gevolgen hebben. Het kan een klein aantal overlevenden helpen met het staven van hun claims over niet-uitgekeerde verzekeringen, geroofd bezit, geconfisqueerd land en andere financiële kwesties.

"Hoeveel claims zijn afgewezen omdat de slachtoffers in een kamp zaten dat we niet kenden?", zegt Sam Dubbin, een advocaat uit Florida die een groep overlevenden vertegenwoordigt die claims proberen in te dienen tegen Europese verzekeringsmaatschappijen.

Volgens hoofdonderzoeker Megargee heeft het project de inzichten veranderd onder Holocaustonderzoekers over hoe de kampen en getto's zich hebben ontwikkeld. Al in 1933, toen Adolf Hitler net aan de macht was, vestigde het Derde Rijk ongeveer 110 kampen voor circa tienduizend mensen, voor het merendeel politieke tegenstanders, zo ontdekten de onderzoekers.

Nadat Duitsland begonnen was met het bezetten van de buurlanden, werd het gebruik van kampen en getto's uitgebreid. Voortaan werden niet alleen Joden opgesloten (of vermoord), maar ook homoseksuelen, zigeuners, Polen, Russen en veel andere etnische groepen in Oost-Europa.

Zuster Pia

De grootste locatie is het beruchte getto van Warschau, waar op een gegeven moment 500.000 mensen verbleven. Maar in een van de kleinste kampen, München-Schwabing in Duitsland, werkten slechts enkele tientallen gevangenen. Kleine groepen werden van daar onder bewaking naar het concentratiekamp Dachau gestuurd. Ze kregen zweepslagen en moesten werk verrichten voor een fervente nazi-aanhangster genaamd 'Zuster Pia'. Ze moesten haar huis schoonmaken, haar tuin onderhouden en zelfs speelgoed maken voor haar kinderen.

Toen het onderzoek in 2000 begon, verwachtte Megargee hooguit 7.000 kampen en getto's te vinden, afgaand op eerdere schattingen. Maar de aantallen bleven maar toenemen - eerst naar 11.500, toen 30.000, tot 42.500.

De cijfers zijn verbluffend: 30.000 kampen voor slavenarbeid, 1.150 Joodse getto's, 980 concentratiekampen, 1.000 krijgsgevangenkampen, 500 bordelen met seksslaven, duizenden andere kampen, die werden gebruikt om ouderen en gehandicapten te euthanaseren, vrouwen te aborteren of slachtoffers af te voeren naar vernietigingskampen. In Berlijn alleen al vonden de onderzoekers 3.000 kampen en zogenoemde Jodenhuizen, terwijl Hamburg er 1.300 telde.

Onderzoeker Martin Dean zegt dat de bevindingen er geen twijfel over laten bestaan dat veel Duitse burgers, ondanks alle ontkenningen na de oorlog, geweten moeten hebben van het bestaan van nazikampen, die immers wijdverspreid waren. "Je kon letterlijk nergens heen gaan in Duitsland zonder tegen een werkkamp, krijgsgevangenkamp of concentratiekamp aan te lopen", zegt hij. "Ze waren overal."

GETUIGE

Het ijzingwekkende verhaal van Henry Greenbaum

De onmenselijke ervaringen van Henry Greenbaum, een 84-jarige overlevende van de Holocaust uit de omgeving van Washington, zijn illustratief voor de veelsoortigheid van de nazilocaties. Als Greenbaum, een vrijwilliger van het Holocaust Museum, bezoekers vertelt over zijn lange reis in de oorlog, springt voor de luisteraars vooral zijn maandenlange verblijf in Auschwitz eruit, het beruchtste van alle concentratiekampen.

Maar in een interview noemt hij de locaties snel achter elkaar op. Eerst kwam het Starachowice-getto in zijn vaderland Polen, waar de Duitsers zijn familie en andere Poolse Joden opsloten in 1940, toen hij net twaalf jaar was. Daarna kwam een werkkamp met een twee meter hoog hek net buiten de stad, waar hij en zijn zus heen moesten, terwijl de rest van het gezin naar Treblinka werd gestuurd om te sterven. Na zijn dagelijkse werk in de fabriek werd hij samen met andere gevangenen door de Duitsers gedwongen greppels te graven, die werden gebruikt om lijken te dumpen.

Hij werd naar Auschwitz gestuurd, en vervolgens naar een fabriek in Polen die bekendstond als Buna Monowitz. Daar werden hij en ongeveer vijftig andere gedetineerden uit Auschwitz ingezet om rubber en synthetische olie te maken. En ten slotte was er een werkkamp in Flossenbürg, bij de Tsjechoslowaakse grens, waar voedsel zo schaars was dat hij uiteindelijk minder dan 50 kilo woog.

Toen hij zeventien jaar was, had Greenbaum vijf jaar in vijf kampen doorgebracht. Hij was op weg naar een zesde toen Amerikaanse soldaten hem in 1945 bevrijdden.