Direct naar artikelinhoud

Een land aan de rand van de afgrond

Nog is Oekraïne niet verloren, maar de bloedige veldslag om het Onafhankelijkheidsplein heeft het land wel aan de rand van de afgrond gebracht. De oppositie én de regering van president Viktor Janoekovitsj lijken hun hand te hebben overspeeld. Na het bloedvergieten is het moeilijk de weg terug te vinden.

De afgelopen weken leek de politieke spanning juist iets geluwd. Onder druk van de oppositie ontsloeg president Viktor Janoekovitsj premier Mykola Azarov. Het parlement trok de omstreden antidemonstratiewet in en afgelopen weekend lieten de autoriteiten opgepakte demonstranten vrij in ruil voor de ontruiming van bezette regeringsgebouwen.

Achter de schermen probeerden westerse landen een compromis in elkaar te zetten, waarbij de oppositie een nieuw kabinet zou vormen. Janoekovitsj zou mogen aanblijven, op voorwaarde dat zijn bevoegdheden drastisch zouden worden beperkt. Ook zou hij alsnog zijn handtekening moeten zetten onder een samenwerkingsakkoord met de Europese Unie.

Twee paarden

De deal liep mis, doordat het Oekraïense parlement, waar de partij van Janoekovitsj de lakens uitdeelt, maandag een voorstel om de grondwet aan te passen in behandeling weigerde te nemen. Daarop probeerden woedende aanhangers van de oppositie het parlement en het kantoor van Janoekovitsj te bestormen. Dat werd door de autoriteiten gezien als het signaal dat het tijd was het Onafhankelijkheidsplein met geweld definitief schoon te vegen.

Kennelijk schrok Janoekovitsj er toch voor terug zijn macht uit handen te geven. Sinds hij aan de macht is, hebben zijn verwanten - in de volksmond 'de Familie' - een enorm zakenimperium opgebouwd. Ook enkele oligarchen, zoals de machtige Kljoejev-broers, zouden er bij Janoekovitsj op hebben aangedrongen hard op te treden tegen de betogers.

Mogelijk heeft de Russische president Poetin, die erop uit is Oekraïne weer stevig binnen zijn invloedssfeer te brengen, Janoekovitsj tijdens hun ontmoeting in Sotsji ook aangemoedigd de opstand neer te slaan. Om Kiev, dat aan de rand van het bankroet staat, te paaien, stelde het Kremlin maandag nog anderhalf miljard euro aan financiële hulp in het vooruitzicht. Tegelijkertijd herinnerde Gazprom Oekraïne er fijntjes aan dat het nog 1,8 miljard aan schulden heeft bij het Russische staatsbedrijf.

De leiders van de pro-Europese oppositie, Arsenij Jatsenjoek en Vitali Klitsjko, hebben een soortgelijk probleem: ook zij proberen twee paarden tegelijk te berijden. Enerzijds voeren ze onderhandelingen met Janoekovitsj, anderzijds proberen ze de druk op de autoriteiten te verhogen door te dreigen met de woedende massa op het Maidan (Onafhankelijkheidsplein).

Martelaren

Die hebben ze echter al lang niet meer onder controle: het temperament van Maidan wordt bepaald door groepen als de ultra-nationalistische Sovoboda-partij en het extreem rechtse Pravy Sektor (Rechtse Sector). Ondanks alle oproepen van het podium - 'Wij zijn vreedzame burgers' - schrokken sommige betogers er niet voor terug de politie met jachtgeweren en pistolen onder vuur te nemen.

Na het bloedvergieten van de afgelopen dagen is het voor beide kampen moeilijk terug te krabbelen. Op Maidan roept men om wraak voor de omgekomen betogers, die als martelaren voor het vrije Oekraïne worden verheerlijkt. Vanuit het andere kamp klinkt ook oorlogszuchtige taal: de veiligheidsdienst SBOE heeft laten weten dat er een onderzoek is geopend tegen sommige oppositieleiders, wegens een poging tot staatsgreep.

De legerleiding heeft intussen parachutisten uit Dnjepropetrovsk naar de hoofdstad gedirigeerd, officieel om wapen- en munitiedepots te bewaken.

Tot nog toe speelde de krachtmeting tussen regering en oppositie zich hoofdzakelijk af op enkele vierkante kilometers in het hartje van Kiev. Maar de bloedige botsing op Maidan heeft een diepe kloof geopend tussen het oosten van Oekraïne, waar etnische Russen de meerderheid vormen, en het westen, dat altijd een bolwerk van Oekraïens nationalisme is geweest.

Het parlement van de Krim, ooit deel van Rusland, zag de rellen in Kiev als het begin van de burgeroorlog en riep Janoekovitsj met zoveel woorden op het leger in te zetten. Tegelijkertijd staken anti-Janoekovitsj betogers in verscheidene westelijke steden kantoren van de politie en de veiligheidsdienst in brand en namen zij het bestuur van de regio over.

Zelfs als Janoekovitsj wint op Maidan, dreigt hij een nederlaag te lijden. Dan bestaat het gevaar dat zijn land uit elkaar valt.