Direct naar artikelinhoud

Spook Kadhafi maakt Sarkozy leven zuur

Een zakenman beschuldigt de Franse oud-president Nicolas Sarkozy ervan 50 miljoen euro te hebben aangenomen van de toenmalige Libische leider Kadhafi. Met het geld zou hij in 2007 zijn verkiezingscampagne gefinancierd hebben. En dat is maar een van de affaires die Sarkozy zuur dreigen op te breken.

De Frans-Libanese zakenman Ziad Takieddine heeft bij onderzoeksrechter Renaud van Ruymbeke getuigenis afgelegd over de illegale financiering van de eerste presidentiële verkiezingscampagne van Sarkozy, in 2007. Dat schrijft de krant Le Parisien. Takieddine zegt dat hij ook over bewijsmateriaal beschikt. De man, wiens naam zelf opdook in meerdere corruptiedossiers, noemt een bedrag van "mogelijk hoger dan 50 miljoen euro".

Destijds zouden meerdere contacten hebben plaatsgevonden tussen Claude Guéant, Sarkozy's kabinetschef toen hij minister van Binnenlandse Zaken was, en Beshir Saleh, de privésecretaris van kolonel Kadhafi. Guéant reageert scherp op de aantijgingen: "pure verzinsels", noemde hij ze op televisiezender i>Télé. Hij voegde er de eis aan toe dat Takieddine zijn bewijzen op tafel gooit.

Toch ontkent Guéant niet dat Sarkozy's entourage met Libische vertegenwoordigers had gepraat. "Nicolas Sarkozy werd aangevoeld als toekomstig president en het is normaal dat er contacten gelegd werden, zoals dat met alle vertegenwoordigers van regeringsleiders gebeurde."

Totaal uit de lucht gevallen komt de zaak niet. Enkele maanden geleden al bracht de nieuwssite Médiapart een brief uit waarin sprake was van een 'principeakkoord' tussen Sarkozy en Tripoli.

De brief, uit 2006, werd toegeschreven aan een vertrouweling van kolonel Kadhafi en vermeldde een bedrag van 50 miljoen euro. Die som zou de centrumrechtse politicus voor zijn verkiezingscampagne een jaar later kunnen aanwenden. Sarkozy, die intussen zijn presidentiële onschendbaarheid kwijt is, ontkende ook toen in alle toonaarden en diende een klacht in tegen Médiapart.

De geruchten over illegale financiering dateren van de vooravond van de militaire operatie die Sarkozy tegen de Libische leider ontketende, en die uiteindelijk tot diens val en dood leidde. Toen gewaagde ook Kadhafi's zoon Saif al-Islam al van Libisch campagnegeld. Niemand in Frankrijk is de grote sier vergeten waarmee Sarkozy in betere tijden zijn Libische collega in Parijs onthaalde.

De mogelijke liaisons dangereuses tussen Sarkozy en Kadhafi zijn de enige affaire niet die het vroegere staatshoofd boven het hoofd hangt. Vlak voor Kerstmis oordeelde het Franse Hof van Cassatie dat onderzoeksrechter Serge Tournaire een veelbesproken zaak omtrent opiniepeilingen mag uitspitten, iets wat een rechtbank van eerste aanleg aanvankelijk verboden had.

Voor zijn peilingen zou Sarkozy, of toch zijn kabinetschef Emmanuelle Mignon, een contract hebben afgesloten met het studiebureau van een van zijn naaste medewerkers. De gebruikelijke aanbestedingsprocedure zou niet gehanteerd zijn, waardoor een schijn van voorkeursbehandeling ontstond.

En dan is er de zaak-Bettencourt, naar de steenrijke erfgename van het L'Oréal-imperium. In november vorig jaar kreeg Sarkozy van een onderzoeksrechter in de stad Bordeaux een speciaal getuigenstatus opgeplakt. Dat houdt het midden tussen eenvoudige getuige en verdachte. Ook het dossier-Bettencourt slaat op illegale financiering van de verkezingscampagne van 2007. Dienstboden van de miljardairsvrouw zeggen dat ze Sarkozy persoonlijk bij haar op bezoek zagen komen om geld te vragen.

Een vierde schandaal dat Sarkozy mogelijk achter zich aansleept, is de zaak-Karachi. In 1995, toen hij minister van Begroting was en woordvoerder van presidentskandidaat Edouard Balladur, zou Sarkozy weet hebben gehad van een zwarte campagnekas. Daarin zouden centen zijn aanbeland die teruggevloeid waren van een Frans militair contract in Pakistan. Een aanslag in de havenstad Karachi waarbij een groep Franse ingenieurs het leven liet, op 8 mei 2002, heeft daar volgens nabestaanden alles mee te maken.

Sarkozy heeft de diverse aantijgingen altijd ontkend. Maar dat deed destijds ook zijn voorganger en partijgenoot Jacques Chirac. Eind 2011 werd Chirac schuldig bevonden aan omkoping. Voor die feiten, daterend van toen hij burgemeester was van Parijs, kreeg hij een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee jaar.