Direct naar artikelinhoud

Maggie De Block

'Bij mij moest alles vanaf het eerste uur perfect zijn', zegt staatssecretaris voor Asiel en Migratie Maggie De Block (Open Vld). 'N-VA gun ik wat meer tijd. Tot de verkiezingen van 2014.' N-VA, B-H-V of communautaire liefdesverklaringen, de populairste liberaal van Vlaanderen geeft er geen zier om. 'Wees toch niet zo rabiaat.'

Deprimerend. Dat was de eerste reactie van De Block toen ze destijds haar bureau op de Brusselse Waterloolaan binnenstapte. De ruimte zonder noemenswaardig daglicht kreeg wat kleur dankzij twee opvallende schilderijen. "Ik krijg wel eens de vraag of mijn kinderen ze gemaakt hebben, maar het zijn werken van Rik Daems. Ze komen uit zijn privécollectie. Ik vind ze wel tof en Rik was zo vriendelijk om ze uit te lenen. Hij is ze zelfs persoonlijk komen brengen. Ze zijn typisch voor Daems: hij plakt zijn kwasten ook op zijn doeken. Thuis zou ik ze wel niet ophangen." Opsmuk deert de staatssecretaris niet. "In de lelijkste kamers worden de mooiste kinderen verwekt. Hopelijk zal dat hier ook het geval zijn."

De enige plek waar De Block lyrisch over wordt in haar kabinet, is de zaal beneden. In een ver verleden voerden geneeskundestudenten hier dissecties uit. Het doet haar met heimwee terugdenken aan haar eigen artsenopleiding. "Als ik op de universiteit uit een lijkschouwing kwam, zei mijn moeder altijd: 'Jij moet niet helpen afdrogen. Jij ruikt veel te erg naar formol.' Mijn moeder was daar echt gedegouteerd van.

"Mijn ma was er echt niet mee gediend dat mijn broer en ik geneeskunde gingen studeren. Regentaat, dat was haar droom voor mij. Mijn grootmoeder vond dat ik op mijn achttiende al veel te lang had gestudeerd. Ik was de eerste in de familie die naar de universiteit wou. Wij mochten ook niet praten over geneeskunde aan tafel. Zij kon daar niet tegen: de lijken, het bloed, de ingewanden. Zwijg daarover, zei ze steeds weer. En nu zegt ze: niet over politiek praten. Dus praten wij bij ons ma over het weer."

Al zal het op zondag bij de De Blocks niet over politiek gaan, niemand, ook haar moeder niet, kan er omheen dat haar dochter de staatssecretaris hoge ogen gooit.

België heeft eindelijk een asiel- en migratiebeleid die naam waardig. "Het begin was het moeilijkst. Hier was niets. Geen computer, geen budget", herinnert ze zich. "Toch moest ik me meteen verantwoorden en uitleggen waarom er mensen op een oude krant op straat sliepen."

Anderhalf jaar later loopt niet alleen haar beleid op rolletjes. De Block is in hoog tempo opgeklommen in de politieke hitlijsten en schopte het tot derde populairste politicus van Vlaanderen. "Ik heb nooit naar populariteit gevist. Mijn enige ambitie is oud worden. Ik heb jaren een heel bescheiden, actieve rol gespeeld. Had Alexander De Croo mij niet gebeld met de vraag om staatssecretaris te worden, dan was ik nog altijd perfect gelukkig als arts in Merchtem en als backbencher in het parlement."

Samen met die populariteit nam ook haar invloed bij de liberalen toe. "Of dat mijn ijdelheid streelt? Nee, maar ik weet wel graag alles. Op de achterste banken van het parlement wist ik ook al perfect waar het over ging, ik kreeg alleen de informatie wat later. Ik help ook meer dan vroeger de richting mee bepalen."

Al moeten we ons daar nu ook niet te veel bij voorstellen. "De geëngageerde burger, het essay dat Open Vld-voorzitster Gwendolyn Rutten voorstelde, is echt wel haar boekje." De tekst doet De Block terugdenken aan de Burgermanifesten die Guy Verhofstadt in het begin van de jaren 90 schreef. "Die staan nog altijd in mijn bibliotheek. Opnieuw willen we mensen werven, hen inspraak geven."

Heeft dat geen groot geeuwgehalte? Elke voorzitter komt tegenwoordig met een manifest.

"Klopt, maar geef dit een kans. Niet alles kun je op een hik en een wip veranderen, grote omwentelingen vragen tijd en denkwerk. Alle kleuren, rangen, standen en maten zijn welkom bij ons, niemand moet een lidkaart kopen. Sommige Vlamingen zullen hun schouders ophalen, en zich erin nestelen dat anderen voor hen beslissen. Maar anderen zullen met ons willen meedoen."

Is dit geen loze oefening? Wie gelooft dat jullie die plannen ooit zullen uitvoeren?

"Als je met verschillende partijen samen bestuurt, moet je ofwel een compromis vinden ofwel elkeen laten scoren. Met ons kiesstelsel kun je nooit alle kersen krijgen."

Zijn er in deze regering genoeg blauwe kersen?

"Alexander De Croo houdt heel veel belastingen tegen en duwt besparingen erdoor. Annemie Turtelboom (Open Vld-minister van Justitie, red.)heeft de straffeloosheid weg gekregen, samen met haar grote hervorming van justitie. En bij mij is het toch wel duidelijk dat er een hele koerswijziging is gebeurd? Rigoureus, rationeel heb ik alles uitgevoerd. Navenant het gewicht dat wij hebben in de regering - Open Vld is maar de vijfde grootste partij - doen wij het voortreffelijk."

N-VA, en niet Open Vld, wordt in Vlaanderen beschouwd als dé centrumrechtse partij.

"Je fijn in je oppositierol settelen om rustig te groeien, dat getuigt toch van nul engagement? In de gemeenten waar ze mee besturen, zullen ze tegen mei volgend jaar toch het verschil moeten maken. Aan alle Antwerpenaren vraag ik: 'Ondervind je al het andere beleid? Zie je er al de vruchten van? Ik wacht nog op de eerste Antwerpenaar die zegt dat er echt iets bougeert. Ik wacht nog op de fameuze kracht van verandering. Bij mij moest het vanaf het eerste uur op de eerste dag perfect zijn, maar ik heb geduld: ik laat ze wat tijd om hun werk te doen. Na zes maanden hoeven ze nog geen palmares te kunnen voorleggen. Tegen de verkiezingen van 2014 wel. Dan zal het niet enkel gaan over 'luister naar mijn woorden', maar ook over 'kijk naar mijn daden'."

De liberale vakbond vindt het boekje van uw voorzitster niet sociaal genoeg. U wel?

"Het is geen partijprogramma. Het is een essay dat vooral over economie gaat. Niemand hoeft zich zorgen te maken."

Is raken aan het stakingsrecht sociaal?

"Dat moet bespreekbaar zijn. Al die stakingen gijzelen ons land. De Belgen raken niet op hun werk, laat staan weer thuis, toeristen stranden nietsvermoedend op onze luchthavens. Elke dag staking is een fiasco en is verschrikkelijkvoor het imago van België. Twintig stakingsdagen waren er vorig jaar bij de trein. Iemand vroeg me ooit of ik 'thuiswerken' promoot. Welnu, twintig dagen per jaar werken mijn mensen al zeker thuis.

"De mensen mogen niet meer in de auto stappen omdat er te veel files zijn, ze moeten nu met de trein naar hun werk. Maar dan rijden die treinen meer niet dan wel. Ooit gold de afspraak tussen regering en vakbonden dat er alleen nog aangekondigde stakingen mochten zijn, maar dat akkoord was al verbroken voor de inkt droog was. Soms vraag ik me echt af waarom er nu weer een staking of een manifestatie is."

De interne kritiek op Ruttens boekje lekte meteen uit in de media. Hoe komt het dat de liberale strubbelingen altijd in de krant komen?

"Ik vind dat schaamteloos, die gelekte mails. Ik zeg wat ik denk, maar enkel binnenskamers. Achter iemands rug mails doorsturen, van dat achterbaks gedoe, daar doe ik niet aan mee. Bij ons is er altijd een vrijheid van denken, dat is essentieel. Een liberaal mag alles zeggen, maar wel op de juiste plaats tegen de juiste mensen. Anders valt het verkeerd en beschadigt het de partij. Vooral de lijstvorming is altijd spannend."

Nu u er zelf over begint: wie trekt volgend jaar de Kamerlijst in Vlaams-Brabant: u of uw voorzitter?

"Gezien mijn functie zal ik wel een prominente plaats krijgen. Ik heb in 2007 al de lijst getrokken. Het boezemt mij geen angst in. Het lijkt me wel normaal dat Gwendolyn en ik niet achter elkaar op één lijst zullen gaan staan. Dat hoeft ook niet, er is een Vlaamse, Europese en federale lijst. De partij ligt ons allebei te nauw aan het hart om daarover een strijd te voeren. U moet niet hopen op een sacochengevecht."

Kijkt u uit naar een strijd met N-VA'er Ben Weyts in Vlaams-Brabant?

"Weyts? Daar ben ik niet bang voor. Deze week zei hij nog dat hij altijd een separatist zal blijven. Meteen wist ik weer waarom ik niet in dezelfde politieke familie zit. Het stoort me dat hij niet altijd intellectueel eerlijk is. Ik vind trouwens dat hij zich enorm kan opjutten over communautaire zaken."

U woont toch ook in Merchtem, een gemeente in de Vlaamse rand?

"Een dorp alleen van de Vlamingen, dat bestaat niet meer. Merchtem is en blijft een Vlaamse gemeente, maar er wonen net zo goed Franstaligen, Italianen en Angolezen, zelfs één Vietnamese. Op 15.000 inwoners zijn er 98 nationaliteiten, ik heb dat ooit opgevraagd voor een debat. Eric Van Rompuy (CD&V) en Ben Weyts zaten elkaar daar hun liefde te verklaren. Toen de moderator me vroeg of ik nog wat wou toevoegen, antwoordde ik: 'Nee, ik vind het wel leuk om naar hun liefdesverklaringen te luisteren.'

"Op zo'n moment denk ik wel: waar zijn wij, Belgische politici, toch mee bezig? Iedereen mag op zijn strepen staan, maar wees daar toch niet zo rabiaat in. Het is evident dat inwijkelingen een basiskennis Nederlands hebben. Maar waarom zou je niet met je buren praten omdat ze Franstalig zijn? Zo'n achterhaalde discussie... Ik was oprecht blij toen B-H-V opgelost was, alleen al om van die debatten af te zijn."

Woont u al uw hele leven in Merchtem?

"Wij wonen al generaties in Merchtem. Mijn broers hebben vrouwen van buiten Merchtem, maar verhuizen is not an issue. Als je in de familie De Block trouwt, kom je naar ons. Mijn man is ook van Merchtem, dus bij ons was er helemaal geen denken aan om te vertrekken. Wij wonen ook allemaal op een paar straten van elkaar. Dat betekent niet noodzakelijk dat we elkaar constant zien, maar toch. Ik ben daar graag. Ik ken er iedereen. Iedereen kent mij. Oorspronkelijk, toen ik zestien, zeventien was, wou ik naar Afrika, maar dat is er niet van gekomen. Mocht er toen al Erasmus bestaan hebben, had ik wel op de eerste rij gestaan. Mijn moeder had het wel schokkend gevonden, als wij vertrokken waren."

Wilt u eigenlijk oud worden in de politiek?

"Je moet op tijd vertrekken. Ik heb dat ook tegen mijn man gezegd. Na dertig jaar in de gemeentepolitiek wou hij zich vorige herfst weer kandidaat stellen. Ik heb hem toen duidelijk gemaakt dat hij beter op zijn hoogtepunt kon stoppen en zijn plek aan de jongeren laten. 'Zo doet een grote mijnheer dat', heb ik hem aangeraden. 'Dan dragen ze je ook niet buiten.' Hij was wat verbaasd, maar heeft toch geluisterd. Mooi vind ik dat."

Mag hij ook tegen u zeggen wanneer u moet stoppen?

"Ik denk dat ik dat sneller tegen mezelf zal zeggen."

Toetst u veel af bij hem?

"Over asiel en migratie niet, over algemene zaken wel. Wij zijn een beetje de partij in het klein. Mijn man en ik zijn het vaak niet eens over de grote, politieke vraagstukken. Als Julie, mijn dochter, thuis is, komt er nog een derde strekking bij. Mijn zoon bemoeit zich er nooit mee, die zegt enkel: 'Ik ben apolitiek.' Wij lachen daar dan mee, met zijn 'apolitiek'."

Zien jullie elkaar veel?

"Mijn man sms't vaak. 's Avonds bellen we, als ik in de auto zit, op de heen- of terugweg van een lezing. Hij wacht ook altijd tot ik thuis ben, wat ik heel lief vind. We babbelen dan nog een beetje, en gaan dan slapen. (lacht) Als ik eens thuis ben, doe ik dat niet, wachten op hem. 's Morgens proberen we samen koffie te drinken en een boterham te eten. In het weekend gaat hij wel eens mee naar een partijbijeenkomst.

"Soms heeft mijn man ook geen keuze. Onlangs waren we op een avondfeest, en was er een conflict in het asielcentrum in Arendonk. Ik ben daar naartoe geracet in mijn lange rok en mijn hoge hakken, met hem in de auto. Mijn woordvoerster kwam recht uit het zwembad, en had ook haar man bij zich. Je had die asielzoekers moeten zien kijken."

Bent u een romanticus?

"Ja, ik vind dat heel belangrijk. Als je iemand graag ziet, moet je dat kunnen zeggen en daarvan genieten. Wij sturen nog sms'jes met hartjes, wij knuffelen graag met de kinderen. Wij hebben elkaar ook altijd veel verteld.

(mijmerend) "Miet Smet en Wilfried Martens hebben jaren niet met elkaar gesproken omdat ze allebei de eerste plaats op de Europese lijst wilden. Jaren later zijn ze elkaar dan weer tegengekomen, ze hadden zelfs elkaars telefoonnummer niet meer. 'Eigenlijk waren we toen vergeten waarom we ooit ruzie hadden', zegt Miet daar zelf over. Ik vind het zo mooi dat zij weer bij elkaar zijn. Hun hereniging brengthet geloof in de romantiek terug. Dat daar geen leeftijd op staat. Hun huwelijk is helemaal Liefde in tijden van cholera van Gabriel García Márquez. Daarin gaat het ook over een ouder koppel dat nog naar elkaar kijkt alsof ze zestien en achttien jaar zijn. Echt mooi.

"Je carrière, je eigendommen, je bekendheid... Ach, als je niet gelukkig bent, als je geen mensen hebt die je graag ziet, met wie je je leven kunt delen en op wie je kunt terugvallen, dan ben je toch erg eenzaam? Ik kan niet goed tegen eenzaamheid. Ik ben niet graag op mijn eigen. Als ik op een eiland gedropt werd, ik zou eraf zwemmen. Ik zou nooit alleen onder mijn palmboom blijven zitten.

"Een avond alleen thuis zitten, dat doe ik al niet gauw. Dan zal ik afspreken met mijn dochter of met een vriendin. Het ligt niet in mijn aard om alleen te zijn, ik heb dat nooit gedaan. Ofwel ben ik aan het werk, ofwel ben ik weg. Vroeger werkte ik ook altijd laat en lang. Als ik naar boven ging na mijn spreekuur was het snel een uur of negen. Of tien."

Mist u uw patiënten?

"Ja. Zij mij ook. Of dat zeggen ze toch. 'Ze zal nog wel terugkomen', zeggen ze tegen de artsen die nu nog in onze praktijk staan.

"'Ik was eerst kwaad dat je de politiek inging', zei een patiënte ooit tegen mij. 'Maar ik heb nu wel het gevoel dat jij voor veel meer mensen iets kunt doen'."

Hebt u dat gevoel ook?

"Toch wel. Ik zit niet meer onder mijn kerktoren. Ik probeer het verschil te maken in mijn domein, al is het maar voor anderhalf jaar. Maar ik ben Winston Churchill niet, die zijn land door de oorlog heeft geloodst. Dit ligt niet ver van mijn habitat, van mijn vak, van de geneeskunde. Want het gaat om mensen."

Hebt u meer eelt op uw ziel gekregen?

"Bij mijn aanstelling heeft Patrick Dewael me dat boek gegeven (Dewael schreef een boek over de asielproblematiek toen hij minister van Binnenlandse Zaken was, waar Asiel toen nog onder ressorteerde, TP/STS). Het is ongelofelijk hoeveel problemen dezelfde gebleven zijn.

"Dit anderhalf jaar zal ik altijd meedragen, maar ik verkeer niet vaak in gewetensnood. In moeilijke omstandigheden primeert mijn doktersinstinct: als een patiënt zeer ziek is, waar is hij dan het meest mee gebaat? Met een dokter die gaat zitten wenen aan zijn bed, samen met zijn familie? Of met een dokter die helder uitlegt wat er aan de hand is en wat hij daaraan kan doen? Als wenende dokter ben je misschien zeer empathisch, maar de patiënt zal zich er niet beter door voelen. Angst om beslissingen te nemen, heb ik niet. Als het weloverwogen is, zal ik ver gaan om mijn zin door te drijven."

Verklaart die volharding uw populariteit? Of ligt het aan uw authenticiteit, zoals Unizo-topman Karel Van Eetvelt zegt?

"Ik blijf altijd mijn eigen. Zelfs bij de koning. Bij de eedaflegging zei hij: 'Proficiat, mevrouw.' Ik flapte eruit: 'Dank u, mijnheer.' Volkomen per ongeluk. Meteen kreeg ik te horen: 'Je moet sire zeggen.'"

Wat zegt u nu tegen de koning?

"Ik zeg nog altijd mijnheer (haalt haar schouders op en lacht). Hij vindt dat niet erg."

Koning of poetsvrouw, daar geeft u niet om.

"Het zijn allemaal mensen. Als ze ziek zijn, blijken ze allemaal gelijk. Rang of stand doet er dan niet toe. Als ze sterven, maakt het al helemaal niks meer uit. De ene krijgt een staatsbegrafenis, de andere vliegt de grond in zonder pracht en praal, maar dood zijn ze allemaal. Dat ik arts ben, doet mij alles relativeren. Wat is faam en roem als je ziek bent? Dan heb je daar niks aan. Helemaal niks. (zucht) Spijtig genoeg."