Direct naar artikelinhoud

Coveroperatie

Nooit gedacht dat je een krop in de keel zou kunnen krijgen van een oude Whitney Houston-hit? Dat is buiten deze opmerkelijke coverplaat van Scott Matthew gerekend.

Wat brengt een begenadigd songschrijver, een poëet bijna, ertoe om een plaat op te nemen met uitsluitend nummers die door anderen bedacht zijn? Het is een vraag die Scott Matthew de volgende weken vast nog een paar keer zal moeten beantwoorden, want zijn voorbije drie soloplaten werden in de media met superlatieven overladen. Dat had niet alleen met zijn opvallende, wat melancholische stemgeluid te maken, maar ook met de emotionele diepgang die hij schijnbaar moeiteloos in zijn nummers kon stoppen.

Natuurlijk: deze jonge songschrijver had het talent van thuis uit meegekregen. Zijn vader Ian Matthew was in de jaren zestig en zeventig een begrip in de Britse folkscene en maakte ooit nog deel uit van Fairport Convention, een groep die vandaag door acts als Laura Marling en Mumford & Sons als een belangrijke inspiratiebron wordt aangemeten. Pa zingt bovendien mee in 'Help Me Make It through the Night', een classic van Kris Kristofferson, en als je hoort hoe mooi beide stemmen met elkaar mengen, merk je pas echt dat de appel niet ver van de boom valt.

Matthew hield één vuistregel aan bij de opnames van deze plaat: vergeet wat je weet, zodat je de dingen die je kent zonder vooroordelen in een nieuw licht kunt zien. Dat is precies wat hij gedaan heeft, want elke cover lijkt nog het meest op een blanco blad papier dat hij naar eigen goeddunken heeft volgeschilderd. Goed: hij raakt niet aan de melodie, en ook de tekst blijft bewaard. Maar toch slaagt hij erin om nummers waar je al een half leven vertrouwd mee bent opnieuw uit te vinden.

Beter dan de originelen

Opener 'To Love Somebody' is al voorbij voor je goed en wel beseft dat het om de Bee Gees-classic gaat, en ook in 'I Wanna Dance with Somebody' - de hit van Whitney Houston, jawel - wordt een tristesse blootgelegd die je er voordien nooit in had kunnen vermoeden. Doordat hij er een melancholische pianoballad van maakt, komt er een gevoel van onvervuld verlangen bovendrijven dat tot nog toe kundig verborgen was gebleven. Hij geeft er niet alleen een nieuwe interpretatie aan, maar vindt er ook een eigen waarheid in. En dat geldt net zo goed voor 'No Surprises' van Radiohead als 'Jesse' van seventieshippie Janis Ian.

Het lijkt sowieso een eclectische verzameling nummers. Het oncoverbaar geachte 'Love Will Tear Us Apart' van Joy Division staat naast het door Neil Young bedachte 'Harvest Moon'. 'Darklands', de undergroundclassic van The Jesus and The Mary Chain, valt niet uit de toon naast het door Charlie Chaplin geschreven 'Smile', dat als duet met Neil Hannon (van het onvolprezen The Divine Comedy) overigens een van de hoogtepunten vormt.

Er wordt vaak wat smalend gedaan over ariesten die andermans materiaal opnemen. Ze zouden louter uitvoerders zijn, en er niet in slagen om de nummers écht naar hun hand te zetten. Unlearned bewijst dat die theorie onzin is, of op zijn minst toch ruimte laat voor uitzonderingen. Dit is zo'n plaat waarop keer op keer de essentie van de songs wordt blootgelegd en, nog zeldzamer, waarbij de covers meer dan eens de originelen overtreffen. Alleen: misschien moet je zelf wel een buitengewoon liedjesmaker zijn om dat voor elkaar te krijgen.