Direct naar artikelinhoud

Op Spitsbergen is de ijsbeer de grootste boef

Laptops blijven onbeheerd achter en de cel staat grotendeels leeg op Spitsbergen. Het Noorse eiland heeft de naam de minst misdadige samenleving van Europa te zijn. Hoe komt dat?

Odd Olsen Ingero, de gouverneur van het meest noordelijke Noorse gebied, heeft het bevel over een politiemacht van slechts zes officieren en een enkele detentiecel voor een terrein dat ongeveer even groot is als Nederland. En zelfs dat lijkt te veel: hier in Longyearbyen, de hoofdstad van Spitsbergen, werd sinds vorige zomer niemand opgesloten. De laatste arrestant zat slechts twee dagen vast.

Dat komt niet alleen omdat hier weinig mensen wonen - er zijn krap drieduizend officieel geregistreerde bewoners - of omdat misdaden die elders aan de orde van de dag zijn, zoals autodiefstal, hier exotisch en risicovol blijken doordat ontsnappingswegen ontbreken.

Spitsbergen heeft zijn status als waarschijnlijk Europa's minst misdadige samenleving volgens de gouverneur te danken aan het feit dat werkeloosheid hier in feite illegaal is. "Als je geen baan hebt, kan je hier niet wonen", zegt Ingero. Werklozen worden snel gedeporteerd. Gepensioneerden worden ook weggestuurd, tenzij ze kunnen bewijzen dat ze in eigen onderhoud kunnen voorzien.

Spitsbergen wordt bestuurd door Noorwegen, een land dat zichzelf prijst om zijn overheidssteun van de wieg tot het graf voor hulpbehoevende burgers. Toch omarmt de eilandengroep in het hoge Noordpoolgebied een model dat dichter bij Ayn Rands visie van de absolute vrije markt ligt dan bij de Scandinavische norm van royale overheidsbescherming.

Zelfs Longyearbyens socialistische burgemeester, Christin Kristoffersen, lid van de Arbeidspartij, wil dat de stad, vernoemd naar de Amerikaanse fabriekseigenaar John Munro Longyear, die hier in 1906 een nederzetting stichtte, buiten bereik blijft voor iedereen die niet gezond is en betaald werk verricht.

"Dit is een heel bijzondere plek", zegt de burgemeester van de stad die alle gemakken heeft van een modern stedelijk gebied, inclusief vliegveld, snel internet en zelfs een gerenommeerd restaurant. Maar in de overlevingsstrijd tegen de elementen heeft Spitsbergen geen plek voor werklozen of mindervaliden.

Dakloosheid is ook uitgebannen. Alle inwoners moeten een vast adres hebben, om zo te voorkomen dat iemand doodvriest. Spitsbergen ligt dichter bij de Noordpool dan bij de Noorse hoofdstad Oslo en het sneeuwt er tot diep in de zomer.

De overheid financiert wel een school en een ziekenhuis, en subsidieert ook de grootste werkgever van Spitsbergen, een verliesgevend kolenbedrijf dat in handen is van de staat. Maar het schuwt de linkse consensus die het hebben van een job volgens conservatieve critici tot bijna een lifestylekeuze heeft gemaakt in de rest van Noorwegen.

Sleutel in contact

Het resultaat is volgens de gouverneur een rustige en gezagsgetrouwe samenleving. Hij pleit niet voor deze aanpak als een oplossing voor criminaliteit elders, maar denkt dat Spitsbergen wel het verband tussen werkloosheid en wetteloosheid laat zien. Tegelijkertijd bewijst Spitsbergen dat er wat af te dingen valt op de bewering van populistische partijen in Europa, inclusief Noorwegen, dat immigratie grotendeels verantwoordelijk is voor stijgende criminaliteit.

Spitsbergen kent geen beperkingen voor buitenlanders die hier willen komen wonen, mits ze een baan hebben. Een internationaal verdrag uit 1920 dat Noorwegen soevereiniteit verleende, stelt het gebied open voor alle burgers van de meer dan veertig landen die het pact hebben ondertekend. Bijna een derde van de bewoners komt uit het buitenland, zoals Thailand, China en ook honderden Oekraïners die in de Russische mijnbouwwinning werken.

"De demografie is hier nogal uniek", zegt Ingero, die het grootste deel van zijn carrière als politieofficier doorbracht met het bestrijden van criminaliteit op het vasteland van Noorwegen. Nu heeft hij de leiding over een plek die zo rustig is dat bewoners regelmatig hun auto's en sneeuwscooters achterlaten met de sleutels in het contact.

Mark Sabbatini, de Amerikaanse eindredacteur van 's werelds meest noordelijke alternatieve krant, het Engelstalige weekblad Icepeople, zegt dat hij zijn laptop vaak onbeheerd in een café achterlaat. Voor diefstal is hij niet bang. "Er is geen criminaliteit."

Dat is niet helemaal waar. Volgens officiële overheidsstatistieken werd Spitsbergen vorig jaar geteisterd door een misdaadgolf. Het aantal meldingen van gewelddadige incidenten steeg met achthonderd procent. Dit was grotendeels te wijten aan vechtpartijen in een bar. Het aantal incidenten dat door de politie werd onderzocht, steeg daardoor van één in 2012 tot negen in 2013.

Het ernstigste incident vorig jaar betrof een dronken Oekraïense mijnwerker die werd gearresteerd voor een steekpartij in Barentszburg, een sombere Russische mijnbouwnederzetting aan de kust. In Longyearbyen zat hij twee dagen vast in de enige cel van Spitsbergen, in afwachting van zijn proces op het Noorse vasteland.

De politie behandelt zo'n honderd gevallen per jaar. De meeste zijn kleine overtredingen zoals roekeloos rijden op sneeuwscooters of winkeldiefstal. Dit jaar zijn er nog geen ernstige misdaden gemeld. De autoriteiten zijn wel bezorgd over rommel, achtergelaten door wetenschappers die tijdens hun onderzoek in de wildernis hun afval niet hebben opgeruimd.

Spitsbergen is te zien in een James Bond film, 'Die Another Day', en figureert in Philip Pullmans trilogie 'His Dark Materials', maar is zo verstoken van echte menselijke schurken dat ijsberen de rol van voornaamste onruststokers op zich hebben genomen. Dit is onvruchtbare grond voor nordic noir, het Scandinavische misdaadgenre.

Eirik Palm, redacteur van de Noorstalige plaatselijke krant Svalbardposten, zegt zich niet te kunnen herinneren wanneer hij voor het laatst een groot misdaadverhaal schreef. "Ik denk dat het ging over iemand die alcohol uit een café had gestolen", zegt hij, bladerend door oude kranten. "Maar we hebben andere verhalen, zoals mensen die in gletsjers vallen of worden aangevallen door ijsberen."

Wapenbezit is wijdverbreid, niet uit angst voor overvallers of met messen zwaaiende mijnwerkers, maar omdat ijsberen een gevaar vormen. De politie verplicht iedereen buiten de stadsgrenzen van Longyearbyen een wapen bij zich te dragen.

Duurste melk

Een ander populair nieuwsitem is de buitensporige prijs van vers voedsel. Svalbardposten onthulde bijvoorbeeld dat Spitsbergen 's werelds duurste melk heeft. Terwijl alcohol en sigaretten, vrijgesteld van veel van de hoge belastingen elders in het land, relatief goedkoop zijn, kan een liter melk je in een lokale winkel op ruim vijf euro komen te staan.

Sabbatini, de Amerikaanse redacteur, zegt niet al te bezorgd te zijn over de beren en nog minder over de dieven en overvallers. "Vroeger was ik misdaadverslaggever in Los Angeles", zegt hij. "Ik kan niet zeggen dat ik ervan genoot."

Maar hij geeft toe dat het leven op zo'n afgelegen plek eigen spanningen met zich meebrengt. Spitsbergen is voor de helft van het jaar in duisternis gehuld. "Als je hier wilt wonen, dan is er iets enigszins vreemd aan je."

© The International New York Times