Direct naar artikelinhoud

Indigestie van lekkere broodjes aap

In Monkey Sandwich laat Wim Vandekeybus een jonge - naakte - acteur optornen tegen een film die begint als een doordeweeks verhaaltje over acteurs maar eindigt als een delirium van urban legends. Broodje aap in het kwadraat.

Vandekeybus is niet de eerste die live actie uitspeelt tegen filmbeelden. Het bijzondere van Monkey Sandwich is echter dat het witte doek het podium domineert.

Onder dat doek zie je een rommelige verzameling ventilators, een reuzenaquarium en een berg verfrommeld papier. Pas later merk je dat het papier soms in een menselijke vorm gepropt en gewrongen is.

Het filmverhaal slorpt echter meteen alle aandacht op. Met een fantastische cast en dito spel schetst Vandekeybus een raak beeld van de dilemma’s van acteurs. Een Engelse regisseur - Jerry Killick van Forced Entertainment - werd uitgenodigd door Schauspielhaus Köln, maar jaagt binnen de kortste keren zijn spelers de gordijnen in met zijn eis om het ‘echt’ te doen.

Om zijn acteurs voorbij de grenzen van hun métier te drijven dist hij hen gruwelijke verhaaltjes op. Zijn ontbrekende vingerkootjes spelen daarin een grote rol. Maar hij is een fantast, want zijn uitleg klinkt elke keer anders. Toch boekt hij succes: bij een repetitie van Moby Dick slaan bij een oudere actrice zowaar alle stoppen door. Maar Killicks onvrede met het ‘onechte’ van theater blijft nasmeulen.

Bedoeld of niet, de parallel met Vandekeybus’ eigen werk is opmerkelijk. Waanzinnige, onnavolgbare verhalen en performers die niet ‘acteren’ maar vooral extreme risico’s nemen, het is altijd zijn handelsmerk geweest. Als je het kan bedenken, waarom zou je het dan ook niet doen, zou zijn motto kunnen zijn. En omgekeerd: als het écht gevaarlijk wordt slaat er misschien wel een vonk in het geheime kruitvat van onze hersens?

‘Half-wezen’

Hier krijgt de live actie zijn plek. Uit de berg papier komt acteur Damien Chapelle tevoorschijn. Poedelnaakt rommelt hij aan met metalen staven, tot hij een skelet van een marionet bekomt. Daarna neust hij als een krijsend varken rond in de papierberg. Als een pasgeboren dier dat de wereld verkent. Maar plots rukt hij zijn varkensneus af, en wordt hij mens.

Min of meer toch. Hij schreeuwt en roept zonder dat je er een woord van begrijpt. Hij is een ‘half-wezen’, een ongevormd ding, maar ook een pilaarheilige of vrome dwaas als hij op een stalen kolom voor het filmbeeld gaat staan. Bovenal wordt hij een marionettenspeler, zelfs een soort artiest, die mensenpoppen maakt uit papier. Je wordt er koud van, hoe deze man dat allemaal werkelijk maakt. Dit lijkt heel ‘echt’.

Langzaam zie je ook parallellen opduiken tussen wat zich op het podium en op het doek afspeelt. Damien Chapelle ontpopt zich steeds meer tot de vleesgeworden ervaringen en hersenspinsels van Killick. De dingen die Killick fantaseert en voelt, maar niet verfilmbaar zijn. Dat Chapelle zo ver uit zijn dak gaat is dan ook niet te verwonderen, want in de film drijft Killick, in zijn queeste naar het ‘echte’ dat hij in het theater niet vindt, steeds verder de waanzin in.

Mensen kweken

In het tweede deel zien we hoe Killick een commune sticht in een gebied tussen twee dijken, onder de zeespiegel. Bij een dijkbreuk verzwindt de hele commune, zijn echtgenote en ongeboren kind incluis. Op dat moment tolt Chapelle rond in het aquarium op het podium, zodat je gaat vermoeden dat hij misschien dat ongeboren kind is. In de slotbeelden wordt dat ook min of meer bevestigd.

Vanaf dit moment hou je er als kijker echter beter mee op om de gebeurtenissen nog te duiden. Verhalen - de gruwelijkste eerst - beginnen in de film en op het podium rond te tollen als in een maalstroom zonder einde. David Lynch is er niets bij. Killick wordt bijvoorbeeld de kannibaal die hij zijn acteur wilde laten zijn in een verhaal over mensen die achtergelaten worden in Siberië, ook al zo’n broodjeaapverhaal dat eerder uit zijn koker kwam. Steeds weer duikt de fantasie op dat je een stuk mens zou kunnen planten en zo nieuwe mensen zou kunnen kweken. Is de man op het podium misschien zo’n kweeksel?

Een tijd lang blijft dat nog boeien, vooral omdat film en live actie in hun waanzin steeds meer in elkaar overlopen. Maar plots was het mij teveel. Bij het zoveelste (zéér) sterke verhaal wist ik plots niet meer waarom dit mij eerst zo fascineerde. Pas op het einde, in een grappige confrontatie tussen Chapelle en de filmbeelden - te mooi om hier te verklappen - knoopt Vandekeybus de talloze losse eindjes weer min of meer aan elkaar. Dat had wat eerder mogen gebeuren …

Acteur Damien Chapelle verandert op het podium van dier in mens. In het tweede deel van het stuk tolt hij rond in een aquarium als een ongeboren kind.