Direct naar artikelinhoud

'Eerst dacht ik: ik maak het te bont'

Toen ik de kranten las dacht ik: je verzint het niet, het is echt waanzinnig wat politici uitkramen, hoeveel racisme en seksisme er en passant gespuid wordt'

P.F. Thomése

Vladiwostok!

Contact, Amsterdam, 294 p.,19,90 euro en 22,90 euro (geb.).

P.F. Thomése schrijft ranzige roman over heren in de politiek

P.F. Thomése gaat los in zijn nieuwe roman Vladiwostok! Na de teergevoelige,

introverte novellen Schaduwkind en Izak is Thomése weer terug met sneren

en taalexperiment. 'Ik kon echt tot over de grens gaan.'

Door Fleur Speet

Vladiwostok! is een ranzige roman over twee heren in de Nederlandse politiek. Een van hen verblijft zelfs even in Brussel. Hij is hoogleraar en wil hoog op de kieslijst terechtkomen. Deze Hans Portielje wordt daarin bijgestaan door zijn oude vriend Fons Nieuwenhuijs, een politieke mannetjesmaker die zich altijd op de achtergrond schuilhoudt. Omdat het makkelijker is het leven van een ander te regisseren dan naar jezelf te kijken. Het leven van Fons ziet er aan de oppervlakte weliswaar fraai uit, hij wist een bijna artificieel perfecte vrouw aan de haak te slaan. Maar tot haar verdriet kan zij geen kinderen krijgen. En dat terwijl ze niet weet dat Fons twee kinderen heeft rondlopen voor wie hij zich nauwelijks interesseert. Het enige waar hij en Hans werkelijk warm voor lopen, is seks. Zoals we de schaduwzijde van hun leven en in cursivering hun pijlsnelle smerige gedachtes leren kennen, leren we ook de schaduwzijde van de politiek kennen. En van de media.

Als presentatie van de roman werd een zogenaamd embargofeestje gehouden voor de media. Dat is nieuw.

"Dat was een vondst in de geest van het boek, een Elsschottiaanse manier om de pers te lokken. De media zelf zijn in het boek immers onderwerp, dus wilde ik die media graag direct aanspreken. Ik wilde vertellen over het pornografische van de politiek en de rol van de media daarin. Het idee was om er iemand uit de politiek bij te vragen, maar dat bleek moeilijker dan gedacht. Politici herkenden zich toch liever niet in de perverse hoofdpersonen."

Hebben er dan geen politici voor Hans en Fons model gestaan?

"Ja, nou, een beetje wel. Maar ik kan geen namen noemen. Daarbij is het niet zo belangrijk, als schrijver verzin je dit soort personages. Je hoeft de kranten maar op te slaan en leest tussen de regels door, en eigenlijk steeds vaker op de regels zelf, precies hoe het gaat. Het is een dubbele, lafhartige politieke moraal die in de hele westerse wereld heerst. In Nederland net zogoed als in België."

Welke politieke moraal bedoelt u dan?

"Westerse politici profileren zich op een pseudo-persoonlijke toon. Twee dingen storen me daaraan. Ten eerste vallen ze ons lastig met hun hobby's, hun pijntjes om dit of dat en willen ze hun hele persoonlijkheid aan ons kwijt. Ik heb daar geen behoefte aan, ik stem op ideeën en beleidsmaatregelen, niet op de poppetjes die ze uitvoeren. Ten tweede krijgen we per definitie een oneerlijk beeld voorgeschoteld. Een persoon kan zich nooit helemaal geven, het is altijd een bedenksel, een fictief ontwerp dat ons in de maag wordt gesplitst.

"Van alle mensen ken je jezelf het slechtst. Hoe moet je naar jezelf kijken? Je hebt anderen nodig om jezelf te leren kennen. Daarom verlangen wij naar personages: pas in de ander herkennen wij ons zelf. Als mij gevraagd wordt wat mijn lievelingsmuziek is, wat moet ik dan antwoorden? Ik kan zeggen Bob Dylan, maar dan denken mensen dat ik een oude lul ben met een gitaar op m'n rug. Ik kan opperen dat ik van iets moderns hou, maar dan wil ik geforceerd meedoen met de jeugd. Ik kan ook zeggen dat Wagner m'n favoriet is, waarbij ik me voordoe als zwaarmoedige intellectueel. Wie wil ik zijn? Welk beeld wil ik overbrengen? Dat kun je manipuleren, en dat gebeurt in de politiek. Daarover gaat Vladiwostok! Ik ben geïnteresseerd in de structuur van die manipulaties."

De roman is tamelijk subversief.

"Ja, maar het is nooit mijn opzet om te ontregelen als ik aan een roman begin. Het komt vanzelf, waarschijnlijk door een bepaalde woede. Woede over het feit dat we hier zijn neergesmeten en het maar moeten uitzoeken. Opgesloten tussen allemaal idioten zitten we gevangen in de idioot die we zelf zijn. Dat vind ik een benauwend besef en dat is met de tijd sterker geworden. Tegelijk is mijn woede steeds groter over wat anderen doen. De dood van m'n dochtertje, waarover ik in Schaduwkind schreef, heeft mijn afkeer van de buitenwereld flink aangescherpt. Als je bijvoorbeeld ziet hoe walgelijk sommige mensen met hun kinderen omgaan, hoe kinderen verwaarloosd worden, geen individuen meer zijn, maar verlengstukken van hun ouders of van een bepaald lifestyleconcept. Dat onderwerp vormde de eigenlijke aanleiding voor Vladiwostok!. Het begon allemaal met het verhaal dat ik hoorde over een oude bekende van me, die zijn buitenechtelijk kind niet wilde erkennen, uit angst voor zijn vrouw. In de roman gaat Fons achteloos met zijn kinderen om, alsof ze facultatief zijn. Je moet er gewoon voor dokken en verder hoef je er niet naar om te kijken, is zijn idee. Een kind niet willen, dat vind ik onbegrijpelijk."

Het boek is ook subversief in taal.

"Ik hou van het taalexperiment, maar het heeft ook te maken met mijn verlangen om ver voorbij het betamelijke te gaan. Je hebt een schrijverscode, bepaalde dingen kunnen niet. Die grens aftasten vind ik boeiend. Mede daarom is in Vladiwostok! de seksualiteit zo aanwezig, het denigrerend denken aan vochtige kutten en constant bezig zijn met een zwellende pik. En dat is niets nieuws. Zet een groep mannen bij elkaar en er wordt vuil gespoten. Toen ik op de redactie van het Eindhovens Dagblad werkte met allemaal jonge jongens werd het zelfs vermoeiend elkaar in vunzige taal af te troeven. We werden er allemaal ellendig van, maar het moest. Niet zozeer uit geilheid of verlangen, het was een dwangmatig manier om de hiërarchie te bepalen. Toen er een oudere vrouw kwam werken was het tot ieders opluchting meteen afgelopen.

"Seksualiteit heeft natuurlijk veel met macht te maken, en dus met politiek. Daarom paste die vuile taal zo goed in de roman. Daarbij was het extra spannend omdat juist in de politiek de verbaliteit zo ontwikkeld is. Ik kon echt tot over de grens gaan. Eerst dacht ik: ik maak het te bont. Maar toen ik de kranten las dacht ik: je verzint het niet, het is echt waanzinnig wat politici uitkramen, hoeveel racisme en seksisme er en passant gespuid wordt."

Ook in de dubbele moraal gaat u over de grens. Die wordt door de gecursiveerde gedachten van de hoofdpersonen extra duidelijk.

"Overspel is van alle tijden en kringen, maar daar waar macht en machtsongelijkheid heersen, speelt het nog sterker dan elders. Macht erotiseert. Mannen willen die macht ten gelde maken, als het vanzelfsprekend in bezit nemen van hun omgeving. Het werkt nu eenmaal zo, daar verzet ik me niet tegen, maar de schijnheiligheid eromheen, die irriteert me. Als het nou nog de oude politiek achter de gesloten deuren was, maar wij krijgen deze mensen zogenaamd als hele personen gepresenteerd. Dan denk ik: wees ook zo eerlijk om te zeggen dat je gek bent op vrouwen. Maar er bestaat in Nederland een zogenaamd Nieuwspoortverdrag tussen de politici en journalisten, waarin is geregeld dat over escapades en misdragingen van politici niets wordt bericht. Dat is de reden waarom je nooit hoort dat een politicus dronken is of door rood heeft gereden, of meisjes heeft lastiggevallen. Onlangs kwam de affaire rondom de SP'er Harry van Bommel bovendrijven en de opmerking was niet: wat een schande. Nee, de opmerking was: waarom lekt dít uit en al die andere dingen niet? Het diende een politiek doel, zijn partij wordt te groot."

Tegenwoordig lijkt de moraal weer terug in de politiek.

"Maar die werkt niet meer, die is gratuit geworden. Niemand gelooft dat moralisme omdat er geen visie achter zit. Net als in mijn roman worden losse kreten uitgekraamd, die door geen enkele ideologie worden ondersteund. We moeten strenger straffen, de mensen moeten dit en dat. Moraal heeft niets te maken met straffen uitdelen, maar met zo goed mogelijk willen leven. Het heeft met jezelf te maken, niet met een ander. Ik heb het idee dat men graag die lastige ander eens flink wil afknellen zodat er meer ruimte voor het eigen ik komt. Niemand zegt: knijp mij maar af. Het zijn altijd die vervelende jongens die op straat lawaai maken en die en die. Maar je moet het goede voorbeeld geven. En dat is niet zo makkelijk. Als je een kind opvoedt, merk je dat pas goed. Je probeert er wat van te maken, maar eigenlijk rommel je maar wat aan."

Deden uw ouders het beter dan?

"Welnee, maar ik snap hun onmacht nu beter. We weten als mens niet hoe we moeten leven, dus het is onmogelijk dat aan onze kinderen door te geven. Het is een collectieve leugen. Hoe weet ik hoe mijn kinderen moeten handelen, als zij in omstandigheden komen die ook voor mij nieuw zijn? Je kunt hoogstens door liefde en toewijding de gehechtheid aan bepaalde waarden doorgeven. Meer zit er volgens mij niet in. En liefde van politici voor de kiezers, daar geloof ik natuurlijk geen bal van. Ik wil gewoon dat ze een goed beleid maken, maar ze moeten ons niet vertellen hoe te leven."