Twintigduizend Afrikanen betogen in Tel Aviv
In de Israëlische stad Tel Aviv kwamen gisteren zowat twintigduizend Afrikanen op straat. Ze eisten een erkenning als asielzoeker en droegen spandoeken met opschriften als 'Vrijheid ja, gevangenis neen'.
Jarenlang deden Afrikaanse asielzoekers in Israël hun best om zo min mogelijk op te vallen, maar nu worden ze met de dag opstandiger. Gisteren demonstreerden zo'n twintigduizend migranten op het centrale Rabinplein in Tel Aviv. Het was veruit de grootste betoging sinds het begin van hun protestacties nog maar een paar weken geleden. De Afrikanen eisen onder meer een officiële status als vluchteling en een einde aan de interneringen. Verreweg de meesten zijn afkomstig uit Eritrea en Soedan.
De betogers vertrokken in de loop van de ochtend uit de arme zuidelijke wijken van Tel Aviv en bereikten tegen het middaguur het Rabinplein. Daar ontvouwden ze spandoeken met teksten als 'Vrijheid ja. Gevangenis nee' en 'We zijn geen arbeiders, maar vluchtelingen'. Ze zijn vooral kwaad over de toenemende controle door de vreemdelingenpolitie, die steeds meer migranten in de cel doet belanden.
Een deel van de Afrikanen werkt in steden als Tel Aviv en Eilat als schoonmaker of bordenwasser. Ze hebben een staking van drie dagen uitgeroepen, niet tegen hun werkgevers maar tegen hun behandeling door de overheid. "We weten dat we zo ons werk en ons inkomen kunnen kwijtraken", stond er in een pamflet dat ze gisteren verspreidden. "Wat we de Israëlische samenleving duidelijk willen maken, is dit: we zijn hier omdat in de landen waar we vandaan komen ons leven gevaar liep. We zoeken politiek asiel. Net als iedereen willen we een inkomen zodat we in waardigheid kunnen leven. Maar dat wil niet zeggen dat we naar Israël zijn gekomen om hier te werken."
De Israëlische overheid en een deel van de media omschrijven de asielzoekers simpelweg als 'infiltranten', omdat ze illegaal vanuit Egypte zijn binnengekomen. Nu er al een jaar een elektronisch beveiligd hek op de grenslijn staat, is het afgelopen met de illegale grensoverschrijding. Maar de Israëlische regering weet zich geen raad met de officieel 53.000 'infiltranten' die er al zijn.
Volgens sommige Knesset-leden vormen de Afrikanen een gevaar voor het Joodse karakter van de staat. Ze dringen aan op hardere maatregelen. Door zijn ondertekening van de VN-conventie over de status van vluchtelingen heeft Israël verplichtingen op zich genomen die het moeilijk vindt na te komen. De VN klagen erover dat het land maar zeer zelden een Afrikaan de vluchtelingenstatus toekent.
Ondertussen maakt de Israëlische overheid het leven van de migranten zo moeilijk mogelijk. Afrikanen die vrijwillig vertrekken, komen in aanmerking voor een financiële vergoeding van 3.500 dollar. Meer dan drieduizend migranten zitten vast in detentiecentra.