Wat een rotzooi – Björn Soenens

De finale dagen van de Amerikaanse verkiezingscampagne zitten vol nagelbijters. De verbazingwekkendste, vuilste en meest bizarre campagne sinds mensenheugenis is geen feest voor de democratie. Tenen krullend was en is het schouwspel bij momenten. Wordt het Trump of wordt het Clinton? Amerikawatcher Björn Soenens kijkt achteruit en vooruit.
analyse
Analyse
2016 Getty Images

Björn Soenens is Amerikawatcher bij VRT Nieuws.

Deze verkiezing was één lange heidebrand, van incident naar incident, van schandaal naar schandaal, van de ene onthulling naar de andere. Richard Wolffe van The Guardian noemde de campagne onlangs een in benzine gedrenkte tijd, waarin de baas van de FBI op het einde nog een lucifer gooide door het onderzoek naar de e-mails van Hillary Clinton te heropenen.

Het vuur woekert al de hele campagne. Met als kwalijk eindresultaat dat nog méér Amerikanen dan voorheen walgen van de politiek. De campagne Clinton-Trump lijkt op een langgerekte harakiri op het geloof in de Amerikaanse democratie.

Deze verkiezing ging nagenoeg nooit over hoop, over oplossingen, over beleidsvoorstellen of betere levens voor de Amerikaanse burgers. Deze verkiezing ging bijna altijd over twee kandidaten die grote angst en vrees en weerzin opwekken in het andere kamp.

Gewone Amerikanen hebben daar echt last van. Psychotherapeuten in de States lieten onlangs weten dat driekwart van hun patiënten significante verkiezingsangst laten horen en zien in hun praktijkkamer. Deze verkiezing bezorgt Amerika stress. Tot en met donkere gedachten, diep pessimisme en zelfdestructieve gedachten.

Ja, dit is een langgerekt seizoen van angst, woede en frustratie. De geesten raken bezoedeld en verziekt door al dat negativisme. Er is bij veel Amerikanen grote ongerustheid over nu en grote zorg over de toekomst. Waar is het land van hoop en optimisme gebleven? De angst leidt tot wantrouwen en tot een diepe scheuring in de publieke opinie. Alles is nu zwart-wit.
 

Amerikanen worden almaar bozer over hun samenleving, en almaar somberder over een goede afloop. Als ze terugkijken op 8 jaar Obama – het beloofde tijdperk van hoop en verandering – dan zijn ze ontgoocheld. De hoop en verandering is er niet echt gekomen. De Obamajaren hebben niet de positieve veranderingen gebracht voor de middenklasse of de historisch achtergestelde minderheden. Veel Amerikanen leven met het gevoel dat illegale immigratie en vrijhandel hun vooruitzichten op een beter leven tegenhouden.

Gevoel van onmacht bij wit Amerika

Voor zeker 40 procent van de Amerikaanse kiezers is een stem voor Trump een gigantische middenvinger naar de regerende elites die hen voorhouden dat ze enthousiast moeten zijn over vrijhandel, het homohuwelijk, het recht op abortus, rechten voor transgenders en meer ruimte voor Afro-Amerikanen. Zullen we nog een baan hebben straks? Kunnen mijn kinderen naar een goede school zonder dat we blut worden? Dat zijn de zorgen van deze Amerikanen. En tegelijk zijn ze zo bang dat hun land te hard en te snel verandert. Hun blanke status smelt weg en dat bezorgt hen stress. Zoals het stress bezorgt dat ze meer en meer Spaans horen in hun land, en steeds minder Engels. Ze voelen zich ontheemd in hun eigen land.

Er leeft een diep gevoel van onmacht tegenover het gezag, de overheid, de politiek, het bedrijfsleven, de banken. Ze zien een wereld waarin ze geen stem meer hebben. Ze krijgen het gevoel niet meer mee te tellen. Hun wereldbeeld vormen ze helaas maar al te vaak via complotdenkers zoals Trump, bij presentatoren op de haatradio, of via opruiende websites als Infowars en Breitbart.

Elke sociale verandering – of het nu gaat over het homohuwelijk, het legaliseren van weed, het afschaffen van de doodstraf in hun staat, of meer rechten voor transgenders – voelt als een verlies, als een stap terug. Er is een totaal controleverlies op de wereld zoals hij evolueert. Ze kunnen niet om met het woekerende wegkwijnen van het Amerikaanse platteland. Het onbegrip tussen het landelijke hartland van Amerika en de snel groeiende steden is wederzijds, en draagt bij tot de polarisering en de oorlogssfeer in de geesten. Het is een feit: het platteland gaat dood, en kan economisch niet meer mee. De achterblijvers voelen zich losers. Met een stem voor Trump schreeuwen deze Amerikanen hun angst uit.

“Growing up poor in America”

Amerikanen zijn verward over een ingewikkelde tijd. Ze duizelen van de duizenden keuzes en mogelijkheden die ze hebben in hun levens, de druk die dat met zich brengt. Zoals Nicholas Kristof van de New York Times schreef: ‘3 TV’s and no food: growing up poor in America.’ Ruim 20 procent van de Amerikaanse kinderen groeit op in armoede. Dàt is de kanker van de VS, dààrom is er onderhuids zo veel woede en frustratie. Dààrom is er succes voor de slogan ‘Make America great again.

De groeiende kloof tussen rijk en arm baart zorgen. Ook de toplaag heeft stress. De rijkste Amerikanen kunnen minder en minder genieten van hun rijkdom als ze vanuit hun beschermde burcht de woede en de frustratie van al de rest zien.

De woede heeft de hele campagne lang twee gezichten gehad: Donald Trump op rechts: door komaf te maken met de politieke correctheid, door zondebokken aan te wijzen die moeten boeten voor de geërodeerde welvaart (de immigranten, China en consoorten). Bernie Sanders op links: door te wijzen op de verstikkende studieschulden van jongeren, de macht van de grote banken op Wall Street, de te lage minimumlonen, het niet altijd rechtvaardige kiessysteem.

De Sanderssupporters moeten het sinds de nipte nederlaag van hun man in de voorverkiezingen met Clinton doen. Met lange tanden stemmen ze misschien alsnog voor Clinton, maar ontgoocheld zijn ze zeker. Ze vertrouwen haar niet, ze hebben het gevoel dat de Democratische Partij hun Bernie heeft gesaboteerd, ze hebben de indruk dat ze geen echte keuze hebben in deze verkiezing. Misschien blijft een groot deel van hen op 8 november zelfs gewoon thuis. Na de verkiezingen zal de vraag gesteld worden: is een tweepartijensysteem nog wel gezond voor de Amerikaanse democratie?

Tegelijk kunnen veel Amerikanen (en wij hier) maar niet begrijpen dat in een land als Amerika zo ongeveer 4 op de 10 voor Trump zal stemmen. Maar het gaat niet om de figuur Trump, het gaat om waar hij voor staat en in wiens naam hij spreekt: de verwaarloosde Amerikanen, de boze burgers die het gevoel hebben dat de politiek geen zier om hen geeft en hen laat verkommeren.

Wie zorgt voor de middenklasse?

Het gaat ook niet eens om de écht armen. Het is de Amerikaanse middenklasse die al jaren verkruimelt en boos is op rijk én arm. De rijken profiteren van hen omdat ze te veel van hun welvaart inpikken, en de armen leven op hun kap omdat ze met een uitkering de staatskas leegroven. Dat is hun diepgeworteld gevoel. Wie zorgt er eigenlijk voor hen, vragen ze zich af.

Dààrom fulmineren ze op de economie en op de politiek. Dààrom ervaren ze het hele systeem als rot en verknoeid. Dààrom willen ze zo graag een buitenstaander in het Witte Huis. Traditionele politici beschouwen ze als corrupt en kwaadaardig. Ze voelen zich belogen en bedrogen.

Echt verwonderlijk is dat niet. Als je leeft van een minimumloon, als je je kinderen niet naar de universiteit kan sturen wegens onbetaalbaar, als je je baan hebt zien verschepen naar Mexico of Vietnam, als je je huis in beslag hebt zien nemen door de bank, als je failliet gaat omdat je ziekteverzekering niet in orde was, als je je loon hebt zien dalen omdat je moet concurreren met een laagbetaalde illegale immigrant, dan is de frustratie zeer begrijpelijk.

Zoals het begrijpelijk is dat vele zwarte Amerikanen het geweld van de politie kotsbeu zijn. Zoals we begrip moeten kunnen opbrengen voor de honderdduizenden oorlogsveteranen in de VS – waaronder m’n eigen aangetrouwde achterneef Tim Maxwell – die hevig lijden na hun (gehavende) terugkeer uit Irak of Afghanistan. Velen komen gekneusd en getraumatiseerd terug, en voelen zich in de steek gelaten. Twintig veteranen per dag plegen zelfmoord. Ook dat is een sombere Amerikaanse realiteit.

Het is alsof alle etter in één keer naar buiten gutste in deze campagne. Het gevoel is onmiskenbaar: mensen die zich buitengesloten voelen, zijn uiterst vatbaar voor achterdocht en paranoia. Het veroorzaakt op den duur een creativiteitscrisis. Wie gelooft nog in de toekomst? Wie wil nog met zelfvertrouwen ondernemer worden? Dit was dus geen business as usual-verkiezing. Daarom was het ook niet de zorg van deze Amerikanen of Trump een vulgaire seksist is of niet. In hun denkwereld zegt hij wat zij al jaren denken over de politiek en al de rest. Ze hebben het vermoeden dat er eindelijk iemand is die naar hen luistert, hun frustraties deelt, en hen uitzicht biedt op een betere toekomst.

Compromissen en pragmatisme

Voor een pak andere Amerikanen die nog wel een fatsoenlijk leven kunnen leiden (en voor ons in Europa) is de zorg alleen: hoe ziet die nieuwe toekomst van Amerika er uit? Wordt de keuken van Amerika een beetje verbouwd, of gaat de bulldozer over alles heen denderen? Onvoorspelbaarheid is een angstwekkende gedachte. Vandaar dat Trump voor velen gelijk staat met de naderende Apocalyps. Trump staat voor roekeloosheid, gevaar en een oncontroleerbare toekomst.

Eén ding is zeker: ondanks de ten top gedreven polarisatie smachten miljoenen Amerikanen juist naar oplossingen voor de problemen, en daarvoor zullen dus compromissen en pragmatisme nodig zijn. Want soms maakt angst van beschaafde mensen wilde beesten. Nooit eerder in de electorale geschiedenis van Amerika is er zoveel geroepen en geschreeuwd. Sommigen waren meer uit op rel schoppen en geweld dan op echte politieke discussie.

Het ging soms ver. De journalist David French van The National Review werd belaagd omdat hij Trump aanviel. Er werden foto’s van zijn dochter op sociale media verspreid en bewerkt zodat het leek alsof ze naar de gaskamer was gebracht, klaar voor executie. Vele fatsoensnormen werden overschreden in deze campagne. Het niveau van de politiek daalde af richting de goot. ‘If they go low, we go high,’ zei Michelle Obama. Veel ‘high’s hebben we helaas in deze campagne niet gezien, in geen van beide kampen. Politiek was enkel nog worstelgevecht.

Ook de verpletterende verantwoordelijkheid van de media – vooral bij het omhoogstuwen van de figuur Trump – zal nog lang nazinderen. Typerend in dat opzicht is de uitspraak van de baas van de omroep CBS, Les Moonves: ‘It may not be good for America, but it’s damn good for CBS.’ Trump heeft voor veel ‘eyeballs’ (kijkcijfers) en ‘clicks’ gezorgd, maar intussen ging het niet over beleid of over de zorg voor land en democratie. Trump was een magneet en een drug voor de media. Ook als hij verliest, zal de aandacht voor hem wellicht niet wegebben, daar kunnen we vrij zeker van zijn. Zeker als hij net niet wint, moeten we ons wellicht zorgen maken over golven van onrust en oproer die overal in Amerika kunnen opduiken. Onderschat niet de ontvlambare combinatie van woede, frustratie én vernedering.

Amerika heeft weer veerkracht nodig

De nieuwe president, nummer 45, heeft heel veel werk. Topprioriteit: het vertrouwen herstellen in politiek en democratie. De nieuwe president zal het land moeten helen en weer op weg zetten van wat het land ooit groot maakte: het geloof in de Amerikaanse Droom (dat iedereen kansen krijgt om het te maken als hij of zij maar hard genoeg werkt, en dat je daarom ook moeten samenwerken).

Als de nieuwe president erin slaagt om de veerkracht terug te brengen, en de nodige hervormingen door te voeren, dan is zijn of haar missie geslaagd. Het wordt in elk geval een hels karwei, want in de wereld wachten ook nog vele migraines: Syrië, Irak, Turkije, Noord-Korea, China, Rusland. Dat deze campagne nu maar snel mag eindigen, en dat het regeren kan beginnen. Om de levens van alle Amerikanen beter te maken.

Good night and good luck, Mr./Mrs.President!

Meest gelezen