Direct naar artikelinhoud

Lam Gods 'niet goed bewaard'

De glazen kooi waarin het wereldberoemde Gentse altaarstuk Lam Gods wordt tentoongesteld, voldoet niet aan de vereisten voor goed behoud. Dat zegt minister van Cultuur Joke Schauvliege (CD&V).

De temperatuur en de luchtvochtigheid in de glazen kooi, waarin het meesterwerk van de gebroeders Jan en Hubert van Eyck wordt tentoongesteld, zijn onvoldoende constant, ondanks recente ingrepen om de klimaatomstandigheden te stabiliseren, zegt minister Schauvliege.

In overleg met minister Bourgeois (N-VA), verantwoordelijk voor onroerend erfgoed, heeft de cultuurminister aan het Nederlandse bedrijf Helicon gevraagd voorstellen te doen om de situatie aan te passen. Het bedrijf moet condities voor een goed behoud vastleggen en een overgangsregeling voor de periode 2013-'23 uitdokteren. Helicon is gespecialiseerd in onderzoek naar conservatie van waardevolle objecten. De resultaten worden eind dit jaar verwacht.

"De bedoeling is om te zorgen voor een betere belichting, klimatisering en isolatie", zegt Ludo Collin, kanunnik van de Sint-Baafskathedraal. Collin is al langer vragende partij om ook het kijkcomfort te verbeteren. Het altaarstuk zit al dertig jaar in een soort aquarium van dik glas, waardoor het kunstwerk een groene schijn krijgt.

Momenteel wordt het Lam Gods in fasen gerestaureerd. Acht panelen van het veelluik uit 1423 zijn nu in behandeling in het Museum voor Schone Kunsten van Gent.

"Tegen september-oktober 2014 komt die eerste serie terug naar de kathedraal", zegt Ludo Collin. "Tegen die tijd moeten de bewaaromstandigheden in de glazen kooi optimaal zijn. Vanaf oktober 2014 begint dan de restauratie van een volgende reeks panelen, waaronder de tronende godheid en de musicerende engelen. Die zijn nu nog gewoon te zien in de Sint-Baafskathedraal."

In oktober 2017 zou de hele restauratie afgerond moeten zijn.

"Voorlopig blijft het Lam Gods dus op zijn plaats in de Villakapel", zegt Collin. "Met de zoektocht naar een mogelijke andere plek in de kathedraal willen we pas over tien à vijftien jaar beginnen."