Direct naar artikelinhoud

'Pakistan steunde aanval op VS-ambassade in Kaboel'

De Pakistaanse militaire inlichtingendienst ISI heeft rechtstreekse hulp verleend aan de daders van de aanslag op de Amerikaanse ambassade in Kaboel, vorige week. Dat zegt Mike Mullen, de voorzitter van de chefs van staven.

Pakistan, en met name de ISI, wordt al langer verdacht van hulp aan extremisten in Afghanistan, maar dit is de eerste rechtstreekse beschuldiging van een aanslag op een Amerikaans doelwit.

Generaal Mullen verwees naar de aanslag van 10 september, toen een bom, verstopt in een truck, ontplofte voor een Navo-post in het zuiden van Kaboel. Daarbij kwamen 5 mensen om en geraakten 77 Navo-soldaten gewond. Maar de hoogste Amerikaanse militair doelde vooral op de aanslag op de Amerikaanse ambassade, drie dagen later. Toen pleegden gewapende militanten een aanval op de streng beveiligde site in de Afghaanse hoofdstad. De raid duurde 20 uur en er vielen 25 doden.

Al snel werd duidelijk dat de daders tot de Haqqaniclan behoorden. Dat is, behalve de taliban en het netwerk van Gulbuddin Hekmatyar, een van de drie gewapende militante groeperingen die in Afghanistan opereren.

Generaal Mullen deed zijn uitspraak voor een Senaatscommissie. "Met de steun van de ISI hebben aanhangers van Haqqani de bomaanslagen gepland en uitgevoerd, net zoals de aanval op onze ambassade", zei hij. "We hebben ook geloofwaardig bewijs dat zij de daders waren van de aanslag van 28 juni, op het Inter-Continental Hotel in Kaboel, net zoals van andere, erg gerichte operaties. Het netwerk van Haqqani opereert als een verlenging van de Pakistaanse Inter-Services Intelligence Agency (ISI)."

Het is de meest extreme uitspraak aan het adres van Pakistan tot nu toe van Mullen, die eind deze maand met pensioen gaat. De generaal heeft jarenlang geprobeerd om de samenwerking met Pakistan te verbeteren, maar dat lukte niet echt. Integendeel zelfs: dit jaar bekoelde de vriendschap tussen Washington en Islamabad zelfs nog meer nadat Amerikaanse commando's binnendrongen in Pakistan en er Osama bin Laden doodden zonder de Pakistanen daarvan vooraf op de hoogte te brengen.

De Pakistaanse overheid ontkent alle banden met de taliban of de Haqqaniclan. Maar niemand kan ontkennen dat er een link bestaat tussen Haqqani en de ISI: in de jaren tachtig, toen moedjahedien vanuit Pakistan streden tegen de Sovjet-Russische bezetting van Afghanistan, kreeg clanhoofd Jalaluddin Haqqani financiële en materiële steun van de inlichtingendienst. Niet alleen van Pakistanen trouwens; ook de CIA smeet destijds gul met dollars naar Haqqani, Osama bin Laden en consorten. Het was ook de ISI die verantwoordelijk was voor het latere succes van de taliban in Afghanistan.

Vermoed wordt dat de ISI nog steeds banden heeft met de taliban en de clan van Haqqani, al zeggen andere experts dat de inlichtingendienst geen controle meer heeft over de militanten die ze ooit steunden.