Direct naar artikelinhoud

Medicijn van de toekomst

Bewegen werkt niet alleen preventief bij lichamelijk en geestelijk welbevinden, het is ook een uitstekend medicijn voor mensen die kampen met een depressie. Alleen: de overheid lijkt dat nauwelijks te beseffen. 'Bewegen als therapie? Daar zit te weinig business in.'

Natuurlijk is het moeilijk. Je bent vermoeid en lusteloos, en dus heb je geen zin in bewegen. Maar hoe minder je beweegt, hoe lamlendiger je wordt. Kom daar maar eens uit, uit die vicieuze cirkel. En toch is het essentieel. Want bewegen is niet alleen goed om ziektes te voorkomen, het werkt ook genezend. Over beweging als therapie bij psychische problemen geeft Liesbeth Buytaert straks meer uitleg. Eerst even wat feiten die u vast al wist. Ten eerste: weinig bewegen is slecht. Voor de fysieke gezondheid, omdat de kans op cardiovasculaire aandoeningen en diabetes toeneemt. Voor de mentale gezondheid ook, omdat het een verhoogd risico inhoudt op het ontwikkelen van bijvoorbeeld een depressie, burn-out of angststoornis.

Ten tweede: tegen 2020 - over vijf jaar dus al - wordt depressie de meest voorkomende ziekte in de geïndustrialiseerde wereld, zegt de Wereldgezondheidsorganisatie. En nu al is depressie de belangrijkste aandoening bij tieners, meldde de organisatie onlangs nog. Ten derde: praten over psychische problemen is belangrijk. Minstens even belangrijk als medicatie. En gelukkig is de drempel om in therapie te gaan steeds kleiner aan het worden.

Maar naast praten en pillen is beweging de derde pijler waar onze mentale gezondheid op stoelt. Een pijler die onderbelicht blijft in vergelijking met de twee andere, hoewel hij een belangrijke rol kan spelen in het betaalbaar houden van de gezondheidszorg.

"Net zoals je de vuilniszakken buiten moet zetten, en je kleren moet wassen, zo moet je ook drie keer per week bewegen, heel je leven lang." Liesbeth Buytaert werkt als bewegingstherapeute in het Psychiatrisch Ziekenhuis Duffel. Daar probeert ze patiënten te laten inzien hoe belangrijk beweging is in hun genezingsproces. Buytaert is licentiaat lichamelijke opvoeding, volgde ook vier jaar een therapeutenopleiding en daarna runningtherapie in Nederland. Zelf is ze trouwens ook behoorlijk sportief: in haar vrije tijd doet ze aan kwarttriatlons.

Buytaert: "In Duffel is bewegen een essentieel onderdeel in de behandeling van de patiënten. Zij moeten zich dus ook echt engageren op dat vlak. Op de afdeling voor mensen die kampen met depressie of angststoornissen doe ik aan runningtherapie. Dat kun je vergelijken met Start to Run, alleen is het veel meer op maat van de patiënt. Sommigen van onze mensen hebben in heel hun leven nog nooit aan sport gedaan, die moeten dus veel rustiger beginnen. Het is de bedoeling dat ze drie keer per week lopen. Twee keer samen met mij, één keer alleen. Zo leren ze ook om te bewegen als ze weer thuis zijn."

Misschien merk je bij een pilletje direct effect en is het bij lopen iets langer wachten op resultaat. Zes weken zouden mensen het moeten volhouden om het verschil te merken, zegt Buytaert. Maar dat geeft dan wel een boost aan het zelfvertrouwen. Want dat lopen, dat hebben ze zélf gedaan. "Een pilletje slikken, daar moet je niks voor kunnen. Als ze het lopen volhouden, zijn ze trots op zichzelf, en dat is iets wat mensen met een depressie sowieso moeilijk kunnen ervaren. Wie in een depressie zit, vindt meestal dat hij niks meer waard is en dat hij niks meer kan."

Dat op zich is al een helend effect, maar bewegen werkt nog veel meer genezend. Als je drie keer per week een half uur loopt, verandert je metabolisme op termijn, legt Buytaert uit. Je verbrandt vet, je vermagert, je cholesterol en bloeddruk zijn beter. Op psychisch vlak zorgt dat er dan weer voor dat je zelfvertrouwen krijgt, dat je seksleven beter wordt, en dat je sociale leven ook leuker wordt. "Twee jaar geleden zijn we in Duffel gestart met die runningtherapie. Ondertussen ligt er zelfs een Finse piste. Je voelt ook dat onze psychiaters helemaal mee zijn met het idee dat beweging goede therapie is."

Zo logisch klinkt het allemaal, dat een mens zich afvraagt waarom een krant hier nog een stuk aan wijdt. Misschien wel hierom: vreemd genoeg zijn er nauwelijks wetenschappelijke studies die bevestigen dat beweging helend is voor de gezondheid. Of nee, zo vreemd is dat niet, zegt Bram Bakker, Nederlands psychiater en publicist. "Wie is erbij gebaat om zulke studies uit te voeren? Er hangt weinig business aan vast. De farmaceutische industrie financiert uiteraard veel liever studies die de effecten van medicatie onderzoeken."

Maar, zegt Bakker - die vorig jaar Blijf beter uitbracht, een boek over de gezondheidszorg - we kunnen er vrij zeker van zijn dat beweging genezend werkt. Gedegen wetenschappelijk onderzoek kost tonnen geld, maar kleinschalig onderzoek bij zijn eigen patiënten zegt wel iets over de effecten van beweging. Mensen die antidepressiva namen kregen als ze stopten met hun medicatie vaker te kampen met terugkerende klachten dan depressieve patiënten die daarnaast ook beweging hadden als therapie. "Mensen die beginnen met bewegen blijven dat meestal doen, houden zo hun gewicht op peil, en voelen zich daardoor fysiek en mentaal beter in hun vel."

Nogmaals: logisch dus dat beweging als medicijn zou worden voorgeschreven, naast gesprekstherapie en eventueel medicatie. Maar huisartsen zijn te weinig geneigd om dat te doen, zegt Bakker. "De dokter die aan zijn patiënt adviseert om wat meer te bewegen in plaats van pilletjes te slikken, geneert zich voor zijn status als geneeskundige. Artsen ontkennen dat wel altijd, maar statistieken tonen het tegendeel aan."

Met de wetenschap dat gezondheidszorg betaalbaar moet blijven, en dat de geestelijke gezondheidszorg in België stilaan de switch maakt van instellingen naar thuiszorg, leidt beweging op voorschrift er nochtans toe dat de patiënt een deel van zijn zorg in eigen handen kan nemen. "Het dieptepunt moet zelfs nog komen", waarschuwt Bakker. "Het tekort aan beweging zal alleen maar toenemen. Dat heb je in een samenleving die van handenarbeid naar intellectuele arbeid is geëvolueerd: je hoeft niet te bewegen om maatschappelijk te functioneren."

Werner Van Peer is een van die huisartsen die wel beseffen dat lichamelijke beweging onmisbaar is in de behandeling van een patiënt. In zijn groepspraktijk De Heuvel in Boechout werken hij en zijn team multidisciplinair. Drie psychologen, twee kinesitherapeuten, een diëtiste en binnenkort ook een bewegingstherapeute zijn verbonden aan de praktijk. Het feit dat Van Peer over enkele maanden gaat samenwerken met Liesbeth Buytaert, past in het verhaal van De Heuvel, zegt hij. "Wij proberen een gezonde levensstijl te promoten en zoveel mogelijk preventief te werken. Bewegen is goed voor het lichaam en de geest, dat weet iedereen. Onlangs is zelfs aangetoond dat de outcome van sommige kankerpatiënten verbetert als zij bewegingstherapie volgen."

Toch lijkt het erop alsof de overheid het belang van bewegen onderschat. Sensibiliseringsacties over beweging als medicijn zijn er nauwelijks. In Leuven loopt wel een gesubsidieerd proefproject 'Bewegen op voorschrift', waar mensen op voorschrift van de huisarts een eerste gratis gesprek met een beweegcoach krijgen, en een beweegplan op maat. De vraag is of de nieuwe minister van Welzijn voldoende middelen zal hebben om het project uit te rollen over heel Vlaanderen. Los van dat kleinschalige project in Leuven bestaat er momenteel geen enkele vorm van terugbetaling voor bewegingstherapie in Vlaanderen.

Van Peer: "Dat betekent dat de drempel hoog is: ofwel moet een groepspraktijk zelf investeren in een bewegingstherapeut, ofwel moet het extra worden aangerekend aan de patiënt. De eerste oplossing is in de huidige financiering van de eerstelijnsgezondheidszorg niet haalbaar, de tweede maakt van bewegingstherapie een soort van exclusief product. En dat kan ook niet de bedoeling zijn."

Nochtans zou de gezondheidswinst heel groot zijn als je inactieve mensen aan het bewegen krijgt, zegt Van Peer. "Je kunt je afvragen of het budget voor gezondheidszorg nu optimaal benut wordt: een relatief groot aandeel gaat naar hightech geneeskunde, maar voor initiatieven die een gezonde levensstijl promoten zijn de middelen beperkt."

"Een tijd geleden was er een mevrouw die vroeger altijd gezwommen had, maar dat nu niet meer durfde, omdat ze zich schaamde over haar lichaam", vertelt Buytaert nog. "Ik ben een paar keer met haar meegegaan naar het zwembad. De eerste keer was dat tot aan de kleedhokjes en terug, de tweede keer tot aan de rand van het zwembad, de derde keer met één teen in het water. Ondertussen trekt die mevrouw haar baantjes weer, gaat ze zwemmen met haar kleinkinderen, en voelt ze zich een pak fitter en optimistischer. Daar is het mij om te doen. Mensen trainen voor een marathon, dat interesseert me niet. Ik wil mensen leren om beweging in te bouwen in hun dagelijkse leven. Omdat het een uitstekende manier is om energie te vinden, beter te slapen en positiever in het leven te staan."

Irma (58)

'Lopen maakt me ontzettend trots op mezelf'

"Een tijd geleden werd ik opgenomen op de afdeling voor depressies en angststoornissen in het psychiatrisch ziekenhuis in Duffel. Daar kreeg ik te horen dat bewegen heel belangrijk was voor mijn genezing. Op dat moment kon ik mezelf amper door de dag hijsen, laat staan dat ik fysieke activiteiten wilde doen. Maar, dacht ik, als dat nodig is om zo snel mogelijk naar huis te gaan, dan doe ik het. Dus begon ik samen met Liesbeth aan een loopschema. En dat terwijl ik 58 ben, en nog nooit in mijn leven gesport had. Sporten was een luxe, vonden ze vroeger thuis. Als je niet moe genoeg was, dan moest je maar wat harder werken.

"Ik herinner me nog goed dat ik eerst een minuut moest lopen, en daarna een minuut wandelen. Halverwege die eerste minuut dacht ik al dat ik ter plekke dood zou vallen, maar ik heb hem uitgelopen. Heel langzaam bouwde ik verder op. Nu loop ik twee keer achttien minuten, met twee minuten wandelpauze daartussen. Over enkele weken zou ik een half uur moeten kunnen lopen.

"Ik heb altijd heel weinig zelfvertrouwen gehad, maar dat lopen heeft me ontzettend trots gemaakt op mezelf. Dat mag onnozel lijken, maar als ik bedenk hoe ik gezwoegd heb op die eerste minuut, en bekijk waar ik nu sta, dan kan ik alleen maar zeggen dat het effect op mijn mentale gezondheid immens is geweest: het heeft me sterker gemaakt, ik durf meer, ik begin ook sneller aan dingen die ik niet ken. Ondertussen ben ik twee weken thuis van Duffel, en ik heb nog wel een weg te gaan. Maar het bewegen met de bewegingstherapeut heeft me moed gegeven om het lopen ook alleen voort te zetten."

Irma wilde liever niet met haar echte naam in de krant.