Direct naar artikelinhoud

Nieuwe kerk moet meer zijn dan kerk

De laatste nieuwe kerk die in Vlaanderen verrees is de Sint-Theresiakerk in Ninove. Tien jaar geleden werd ze ook al zo getekend dat ze op termijn een andere functie kan vervullen.

De nieuwe kerken die het afgelopen decennium in Vlaanderen werden opgetrokken zijn op één hand te tellen. Integendeel: meer en meer kerken krijgen een andere bestemming. In Mechelen werd twee jaar geleden de Paterskerk zelfs omgebouwd tot een luxehotel. Toen tijdens de kerstnacht de kerk van de Diepenbeekse deelgemeente Lutselus tot een puinhoop herschapen werd, ontstond dan ook algauw discussie of er wel een nieuw kerkgebouw moest komen.

Gisteren zat het gemeentebestuur samen met de Diepenbeekse pastoors, parochieraad en het bisdom om de kwestie te bespreken. “Enkele traditiegetrouwen zien liever een nieuwe kerk, maar zelfs sommige pastoors bekijken het realistisch en kunnen zich vinden in de bouw van een gemeenschapscentrum waarin de erediensten een plaats kunnen krijgen”, besluit schepen van Erediensten Frank Keunen na de bijeenkomst.

“Is het überhaupt wel nodig om een kerk met 450 plaatsen op te trekken voor twee eucharistievieringen en één begrafenis per week?”, vraagt de schepen zich af. “Met de 2,2 miljoen euro die de verzekering heeft uitgekeerd, komen we daarvoor trouwens niet toe. En als gemeentebestuur kunnen wij het niet verantwoorden tegenover niet-katholieken om geld in zo’n project te stoppen.”

Polyvalente ruimte

Tien jaar geleden woedde in Ninove een gelijkaardige discussie. Sinds de Tweede Wereldoorlog stond de Sint-Theresiakerk er zwaar gehavend bij. “Sommigen wilden liever restaureren, maar voor hetzelfde geld konden we een nieuwe kerk bouwen. Na overleg met de gemeenteraad zijn we voor die laatste optie gegaan”, vertelt pastoor Willy De Paepe.

Dat ging niet zonder slag of stoot, herinnert architect Bruno Longevil zich. “Toen al vroegen mensen zich af of er wel nood was aan een nieuwe kerk en of het geld niet beter anders besteed kon worden. Uiteindelijk is het gebouw zo ontworpen dat er erediensten kunnen plaatsvinden, maar dat het ook voor vergaderingen en voordrachten gebruikt kan worden als een soort polyvalente ruimte.”

Een grote waslijst aan vereisten waaraan het gebouw volgens het bisdom moest voldoen, kreeg de architect naar eigen zeggen niet. “Maar er is wel een sacrale sfeer in het gebouw gestopt. Zo is er boven het altaar een lichtzuil waarlangs de pastoor tijdens de mis als het ware inspiratie van boven kan ontvangen.”

Voor Longevil was het de eerste keer dat hij de opdracht kreeg om een kerk te tekenen. In tegenstelling tot in Nederland zijn er in Vlaanderen ook geen bureaus die zich specifiek op kerkarchitectuur richten. “Aan een kerk of een religieus gebouw kunnen werken is voor een Vlaams architect meestal een unicum”, weet Bernard Lambert, een van de architecten die bij de verbouwing van de abdij van Westvleteren betrokken is. “Veel architecten dromen er wel stiekem van, al is het een hele belevenis om met broeders over verbouwingen te overleggen”, lacht hij.

Architecten die dromen van een kerk in hun portfolio, maken in Lutselus nog kans. De piste om in Lutselus toch een kleinschalige kerk te bouwen voor uitsluitend katholieke erediensten, is immers nog niet afgesloten. Alle opties worden nu becijferd, om tegen 1 maart 2011 een definitieve beslissing te nemen.