Direct naar artikelinhoud

Creepy dollen met de toeschouwer

Een kanjer van een judasfilm, dat is het minste wat je over deze twistzieke Britse thriller kan zeggen. Als toeschouwer word je om de haverklap bedrogen, want niets van wat je net gezien hebt in dit verhaal over twee criminelen die de volwassen dochter van een miljonair ontvoeren, blijkt te zijn zoals je eerst dacht.

Het openingskwartier van The Disappearance of Alice Creed lijkt wel op een eerbetoon aan gangsterfilmmaestro Jean-Pierre Melville of aan Robert Bresson van Pickpocket: strak, afgemeten, ultraprecies en zonder dat er een woord gesproken wordt. We zien Vic (Eddie Marsan) en zijn handlanger Danny (Martin Compston, de kleine dief met het grote hart uit Sweet Sixteen van Ken Loach) eerst in een doe-het- zelfwinkel boodschappen doen. Om vervolgens een kamer in een flatgebouw te verbouwen tot een geluidsdichte burcht annex gevangeniscel.

Dit zijn niet twee mannen die solliciteren voor een plaats in Huizenjacht. Alles wordt met een militaire precisie en volgens een meticuleuze planning uitgevoerd. Het is duidelijk dat het om twee kerels gaat die heel goed weten wat ze willen. En dat ze niet meteen aardige bedoelingen hebben.

Eens als Alice Creed verdwenen is en haar gemaskerde kidnappers twee miljoen pond losgeld vragen, ontspint er zich een bedrieglijk spel waarbij de toeschouwer voortdurend op een slimme manier wordt misleid. Krijgen we met andere woorden een met veel sinecuur stijlgevoel opgenomen verkrachtingsporno à la De Sade of een zieke snuffmovie? Want de jonge geterroriseerde en vernederde vrouw wordt met handboeien aan bed vastgemaakt, inclusief sm-mondprop. Of krijgen we een uitgebeende psychothriller over het stockholmsyndroom?

Debuterend regisseur en scenarist J. Blakeson strooit je zand in de ogen en laat je gissen. Met veel gevoel voor klinisch opgebouwde suspense waarin ook donkere humor zijn plaats heeft. Maar eens hij die pistes bewandeld heeft, stapt hij er ook weer even snel van af. Tussen de drie installeert zich een klimaat van stress en achterdocht omdat er onvoorspelbare dingen gaan gebeuren, zaken uit de hand gaan lopen en het overlevingsinstinct nu eenmaal moeilijk te temmen is. Vooral Bondgirl Gemma Arterton - ook te zien in Tamara Drewe, de nieuwe film van Stephen Frears - laat daarbij opnieuw zien wat voor een veelzijdige actrice ze is. Maar het zijn de brutale plotwendingen en de verrassende onthullingen en situaties, waarbij de machtsverhoudingen steeds gaan verschuiven, die de echte drive zijn. Je voelt daarbij soms nadrukkelijk de hand van de regisseur, een volbloed ‘koning manipulator’. En vaak krijg je een koorddansen op de grens van de geloofwaardigheid. Al lijkt de raad die Vic zijn nerveuze kompaan Danny regelmatig toesnauwt - “don’t think, keep focused” - op de mantra waarmee je naar dit onderhoudend misdaaddrama moet kijken.