Direct naar artikelinhoud

De Groote Oorlog

In de hele wereld wordt alles in gereedheid gebracht om de Eerste Wereldoorlog te herdenken. Alle ogen zijn daarbij gericht op Flanders Fields. De honderdste verjaardag is meteen ook de aanleiding voor een eindeloze stroom van boeken die van de persen (zullen) rollen. Vijf kenners maken ons wegwijs.

Zullen ze straks op de Boekenbeurs loopgraven trekken, waarin auteurs, vermomd als soldaten uit de Groote Oorlog, hun boeken komen signeren? De uitgevers zijn volledig in de ban van de Eerste Wereldoorlog, de oorlog van 1914 tot 1918 waarna niets nog hetzelfde was . Het lijkt wel alsof oorlogsboeken de hele sector overeind moeten houden in deze woelige economische tijden. De vraag is natuurlijk wat er na een eeuw nog kan worden toegevoegd aan onze kennis van de Eerste Wereldoorlog? Volgens Piet Chielens, coördinator van het In Flanders Fields Museum in Ieper, is de oorlog nog altijd geen geschiedenis. "Er zijn nog ontelbare mensen die leven met de verhalen, de nukken en het stilzwijgen van hun ouders of grootouders die aan het front hebben gevochten. Zolang die mensen nog leven, kan dit niet met afstand beschreven worden."

"De grote lijnen zijn natuurlijk bestudeerd en vastgelegd. Soms worden er nog detailvraagstukken belicht. Toch schrik ik ervan hoe hardnekkig men nog steeds probeert om de oorlog ideologisch te duiden. En dan heb ik het niet alleen over de typisch Vlaamse interpretatie van de oorlog, maar ook over de militaire analyse die in Groot-Brittannië opgang maakt. De stelling dat de oorlog zinloos was en de manier van oorlog voeren lamentabel, wordt nog altijd betwist. Sommige historici houden vol dat de generaals wel degelijk een strak strategisch en tactisch plan hadden. Ik wil de geschiedenis niet herschrijven, maar het was niet de strijd in de loopgraven maar wel de blokkade van Duitsland die uiteindelijk een einde maakte aan de oorlog."

"Er blijven ook nog egodocumenten boven water komen. Het meest opmerkelijke is nu vervat in de roman Oorlog en terpentijn van Stefan Hertmans. Wij wisten niet dat er nu nog zo'n belangrijke getuigenis - van de grootvader van Hertmans - zou opduiken. Hij heeft ze ook 28 jaar voor zich gehouden, voor hij ermee aan de slag ging."

De Eerste Wereldoorlog was uiteraard een belangrijke inspiratiebron voor dichters en romanschrijvers. In Vlaanderen is de interesse van vrij recente datum. Romancier Stefan Brijs leefde vijf jaar lang met de Eerste Wereldoorlog. Dat deed hij ter voorbereiding van zijn bejubelde roman Post voor mevrouw Bromley, die in 2011 verscheen. In dat boek belicht hij de krijgsverrichtingen in Vlaanderen vanuit een Engelse invalshoek. De vuistdikke roman is een van de weinige Vlaamse frontromans. "Dat klopt", zegt Brijs. "Je hebt natuurlijk Eer Vlaanderen vergaat van Jozef Simons uit 1927, maar daar houdt het zo'n beetje mee op. Dat boek is trouwens niet meer verkrijgbaar. Recenter, in 2002, schreef Willy Spillebeen De heuvel, over Hill 60 en Hill 62 in Ieper."

De ultieme internationale roman over de loopgravenoorlog is en blijft de (verfilmde) klassieker Van het westelijk front geen nieuws uit 1929 van de Duitse veteraan Erich Maria Remarque. "Ik was halverwege mijn Post voor mevrouw Bromley toen ik dat boek las. Ik kon daarna zes weken lang geen letter meer op papier krijgen. Dit boek geeft een alomvattend beeld van de loopgravenoorlog, maar dan wel vanuit een Duits standpunt. Het gaat door merg en been en was lang verboden in Duitsland."

Brijs' collega Stefan Hertmans wijst op de specifieke taak van de literatuur. "Geschiedschrijvers zijn vooral bezig met aantallen en met strategieën. De literatuur voegt daar iets aan toe. Ik stond met Stefan Brijs aan de Menenpoort in Ieper. En hij zei me: 'Hier staan de namen van 60.000 soldaten. Dat zijn 60.000 potentiële romans.'"

"Er zijn facetten die vandaag weer erg relevant worden. Zo was het flamingantisme van de frontsoldaten heel anders dan dat van de N-VA vandaag. Het was een humanitaire, emancipatorische cultuurstrijd. Uit het verhaal van mijn grootvader leer ik waar die jongens vandaan kwamen, in welke wereld ze leefden. Dan begrijp je ook beter hun strijd. Je kunt ook de gruwel tastbaar maken in een roman."

Jozef Simons, Eer Vlaanderen vergaat, Pelckmans, 192 p., enkel nog antiquarisch.

Stefan Brijs, Post voor mevrouw Bromley, Atlas Contact, 512 p., 15 euro.

Willy Spillebeen, De heuvel, Davidsfonds, 419 p., 22,50 euro.

Erich Maria Remarque, Van het Westelijk front geen nieuws, Erven J. Bijleveld , 240 p., 19,95 euro.

Geert Buelens 'Kolonialen aan de IJzer'

Geert Buelens is dichter, essayist, hoogleraar aan de Universiteit van Utrecht. Hij onderzoekt de relatie tussen de Vlaamse literatuur en de Vlaamse beweging en dan vooral het activisme dat uit de Eerste Wereldoorlog groeide. Hij schreef in 2008 Europa Europa! over Europese oorlogsdichters. Dat boek verschijnt volgend jaar in het Duits. Daarmee hangt ook de bloemlezing Het lijf in slijk geplant samen (2008). Een selectie hieruit, De 100 beste gedichten van de Eerste Wereldoorlog, verschijnt in januari met een voorwoord van Tom Lanoye. "Het eerste boek dat ik wil aanstippen is Congo aan den Yzer van Griet Brosens. We beseffen nog altijd onvoldoende dat de Groote Oorlog echt een wéreldoorlog was, waarbij mensen letterlijk aan de andere kant van de wereld werden ingescheept om hier te komen sneuvelen. Dit boek brengt de Belgische koloniale en wereldgeschiedenis samen, aan de hand van persoonlijke verhalen."

"Een tweede aanrader is De dagen van Gavrilo Princip van Guido van Hengel. Er verschijnt nu al een hele reeks boeken over het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, veelal geschreven door Angelsaksische historici; dit boek is een zeldzame bijdrage uit ons taalgebied, gebaseerd op uitvoerig archiefonderzoek in de Balkan naar de radicale jongerencultuur die uiteindelijk zou leiden tot de moord op Franz Ferdinand."

"Ten slotte wil ik ook de aandacht vestigen op de historische dagboeken die bij Lannoo verschijnen. Verhoudingsgewijs zijn er in die honderd jaar weinig egodocumenten in boekvorm verschenen van landgenoten die de oorlog meemaakten."

Geert Buelens,Europa Europa! Over de dichters van de Groote Oorlog, Ambo, 375 p., 27,5 euro.

Geert Buelens,De 100 beste gedichten van de Eerste Wereldoorlog, Ambo, 15 euro.

Griet Brosens,Congo aan den Yzer, Manteau, 288 p., 22,5 euro.

Guido van Hengel,De dagen van Gavrilo Princip, Ambo, 21,95 euro.

Historische dagboeken bij Lannoo (zes titels) van 17,99 tot 19,99 euro.

Stefan Brijs 'Leren uit cartoons'

Stefan Brijs heeft zijn oorlogsroman al geschreven (zie hierboven). Wel verzorgde hij het voorwoord bij een heruitgave van Dat hebben we gehad (Goodbye to All That) van de Britse dichter Robert Graves. Daarin beschrijft hij zijn ervaringen aan het front. Hij neemt afscheid van de valse retoriek die de officiële oorlogspropaganda typeert. "Het is een degelijke oorlogsroman", zegt Brijs. "Graves toont zowel de situatie aan het front als thuis. En dat is boeiend."

"Uit de aanbieding van Lannoo pluk ik het boek Vriend over vijand. Daarin verzamelde Paul Van Damme vierhonderd historische cartoons over de Eerste Wereldoorlog. Ik heb ook veel inspiratie gehaald uit die cartoons voor mijn boek. Het is een schitterende manier om snel door te dringen tot de essentie van het conflict. Je zou op scholen perfect de oorlog kunnen uitleggen aan de hand van cartoons."

"Ten slotte ben ik erg benieuwd naar de beeldroman Gewonde stad van Johanna Spaey en Gerolf Van de Perre. De brand van Leuven was erg belangrijk in de propagandaslag rond de oorlog. De stad werd in de as geschoten door de Duitsers, maar al snel waren er verhalen van moordpartijen en verkrachtingen. En zo werd Leuven symbool voor de Duitse barbaarsheid."

Robert Graves,Dat hebben we gehad, Ambo, 384 p., 24,95 euro, verschijnt in januari 2014. Met een voorwoord van Stefan Brijs.

Stefan Hertmans,Oorlog en terpentijn, De Bezige Bij, 304 p., 19,90 euro.

Paul Van Damme,Vriend over vijand, Lannoo, 360 p., 39,99 euro.

Johanna Spaey & Gerold Van de Perre,Gewonde stad, De Bezige Bij Antwerpen, 224 p., 24,99 euro.

Sophie De Schaepdrijver 'Honger als politiek probleem'

De Belgische historica Sophie De Schaepdrijver doceert aan de Pennsylvania State University en heeft met De Groote Oorlog (uit 1997) het moderne standaardwerk over België en de Eerste Wereldoorlog op haar naam staan. "Ik kijk in de eerste plaats uit naar Brood willen we hebben! Honger, sociale politiek en protest tijdens de Eerste Wereldoorlog in België van Giselle Nath. Het is een grondige en subtiele studie naar honger als politiek probleem tijdens de bezetting van 1914-1918. Nath ontwart met meesterhand het kluwen van sociale voorzorgsmaatregelen, klassensnobisme, nieuw opkomende eisen en Duitse uitbuiting."

"Dan is er nog de Amerikaanse historica Isabel Hull. Die heeft net The Struggle for International Law in the First World War afgewerkt. Dat onderzoekt de rol die het Duitse keizerlijke leger heeft gespeeld in het verleggen van de grenzen van het geweld tijdens de oorlog (dwangarbeid, vlammenwerpers). Alle partijen maakten zich schuldig aan geweld en diverse 'vernieuwingen' (zoals gifgas) werden door anderen overgenomen. Maar het Duitse keizerrijk had de zwakst ontwikkelde burgercontrole van allemaal en dat stond het leger toe als eerste grenzen te verleggen.

"De Ierse historicus Keith Jeffery bereidt dan weer 1916. The Year that Changed the War voor, een boek over het jaar 1916 als scharnierjaar: een jaar waarin datgene waar de oorlog over ging, bijna werd overschaduwd door de ontzaglijke kosten ervan."

Sofie De Schaepdrijver,De Groote Oorlog, Houtekiet, 365 p., 19,95 euro.

Keith Jeffery,1916. The Year that Changed the War, Bloomsbury Academic.

Isabel Hull, The Struggle for International Law in the First World War, Cornell University Press.

Giselle Nath,Brood willen we hebben, Manteau, 320 p., 22,50 euro.

Piet Chielens 'Met andere ogen de strijd bekijken'

"Het In Flanders Fields Museum werkt mee aan drie boeken over de Groote Oorlog. Stephan Vanfleteren koos 175 foto's uit ons immense archief van 30.000 foto's. Hij heeft zelf gewerkt in oorlogsgebied en ik vond het relevant om hem naar de oorlog te laten kijken met de ogen van een fotograaf in plaats van die van een historicus. Hij kiest foto's zoals een fotoredacteur van een weekendbijlage van een krant dat zou doen. Ik ben benieuwd wat dat beeld zal opleveren."

"Bij het Mercatorfonds verschijnt De oorlog vanuit de lucht. Het Belgische front 1914-1918. Dit boek is het sluitstuk van wetenschappelijk onderzoek van Birger Stichelbaut. Wij beschikken over heel wat expertise inzake luchtfotografie. Die wordt ook in het buitenland erkend. Daarom dat ook het Imperial War Museum in Londen en het Legermuseum in Brussel hun medewerking hebben betoond. Dit boek voegt een extra dimensie toe aan de geschiedschrijving van de Eerste Wereldoorlog.

"Het derde boek dat ik wil aanbevelen is het dagboek van Achiel Van Walleghem, de onderpastoor van Dikkebus (Ieper). Die hield van oktober 1914 tot 1919 een dagboek bij. Hij was goed geïnformeerd omdat Britse en Franse officieren bij hem logeerden. Het boek wordt gepresenteerd als een kalender: je kan de oorlog, dag na dag volgen." Uitgever Maarten Van Steenbergen van Lannoo spreekt van "de belangrijkste burgerlijke dagboeken van WOI". Ze verschijnen pas medio 2014.

Stephan Vanfleteren,De Groote Oorlog, Kannibaal/Hannibal, 35,50 euro.

Birger Stichelbaut,De oorlog vanuit de lucht. Het Belgische front 1914-1918, Mercatorfonds, 352 p., 69,95 euro.

Achiel Van Walleghem,Dagboeken (hertaald door Willy Spillebeen), 650 p., 39,99 euro, verschijnt medio 2014.

Stefan Hertmans 'Fluitend naar het slagveld'

Voor Stefan Hertmans steekt één boek erbovenuit. Dat is Slaapwandelaars van Christopher Clark. "Daarin worden de gebeurtenissen van de zomer van 1914 gereconstrueerd, te beginnen bij de moord op Franz Ferdinand en zijn vrouw in Sarajevo op 28 juni. De Duitse keizer schrijft aan zijn oom, de tsaar van Rusland, 'we gaan toch geen oorlog beginnen?' Maar omdat ze beiden in een andere alliantie zaten, brak de hel toch los en moesten ze elkaar bekampen. Die hoge heren schreeuwden het uit dat ze alleen maar vrede wilden, maar ondertussen veroorzaakten ze een nooit geziene slachting. Op de laatste vergadering barst de Franse president Poincaré in tranen uit. 'Hebben wij dit aangericht?' Een essentieel boek dat ook aantoont hoe de hooggestemde retoriek van de tijd jonge mensen zo kan besmetten dat ze fluitend naar het slagveld vertrekken. Ook dat is relevant voor de huidige situatie, denk maar aan Syrië."

"Ook erg goed is Woesten, het romandebuut van de jonge Vlaamse schrijver Kris Van Steenberge. Je ziet er heel goed hoe de oorlog de levens van jonge mensen veranderde en hoe dorpen werden ontwricht door het conflict."

"Een boek dat me erg verraste was Augustus 1914. België op de vlucht van ex-Knack-journaliste Misjoe Verleyen en haar man, historicus Marc De Meyer. Als we aan de Groote Oorlog denken, denken we aan loopgraven en aan legers die jarenlang geen meter terreinwinst boekten. Maar in de eerste dagen van het conflict, ging het om een snelle bewegingsoorlog. De Duitsers hadden niet verwacht dat België zo koppig weerstand zou bieden en ze begonnen wreedheden aan te richten. Daar is lang onduidelijkheid over geweest, maar uit alle bronnen - ook het dagboek van mijn grootvader dat centraal staat in Oorlog en terpentijn - blijkt dat het vreselijk was. Verkrachtingen, lukrake executies, brandstichtingen. Een echte aanrader, dit boek."

Christopher Clark,Slaapwandelaars, De Bezige Bij Antwerpen, 512 p., 39,95 euro.

Misjoe Verleyen & Marc De Meyer,Augustus 1914, Manteau, 272 p., 19,95 euro.

Kris Van Steenberge,Woesten, Vrijdag/Podium, 383 p., 19,95 euro.

Stefan Hertmans, Stefan Brijs en Kris Van Steenberge praten over de rol van de Groote Oorlog als setting in hun romans. Moderator: Annelies Beck.

Zondag 3 november, 16-16.45 uur, Blauwe zaal.

Aansluitend signeert Stefan Brijs op de stand van De Morgen & Confituur, hal 4 - 400C.

DM-journaliste Sofie Mulders praat met Stefan Hertmans over zijn nieuwe boek Oorlog en Terpentijn.

Zaterdag 9 november, 13-14 uur, stand van DeMorgen & Confituur, hal 4 - 400C.

Sophie De Schaepdrijver gaat in gesprek over haar standaardwerk. Zondag 3 november, 14-14.45 uur, Groene zaal.