Direct naar artikelinhoud

Piep eens als je bij Jupiter bent

Na een reis van vijf jaar en zowat 2,9 miljard kilometer zal ruimtesonde Juno eindelijk de planeet Jupiter bereiken. Met een eenvoudig radiosignaal van slechts drie seconden zal ze haar aankomst bevestigen. De NASA verwacht de pieptoon volgende dinsdag om 6.53 uur onze tijd.

"Als het zover is, barst het feest los", zegt Rick Nybakken, projectmanager van de Juno-missie. "We zitten nog met een hoop vragen, maar Juno is klaar om die te beantwoorden."

Juno is het eerste ruimtetuig in meer dan tien jaar dat zich in een baan rond Jupiter zal nestelen. NASA's robotachtige ruimtesonde, Galileo, bracht er acht jaar door en maakte verbluffende beelden van de planeet en haar vele manen. Deze keer ligt de nadruk op Jupiter zelf, en in het bijzonder op wat we niet kunnen zien door de kleurrijke wolkenpakken om de planeet.

"Een van de belangrijkste doelstellingen van de Juno-missie is achterhalen wat het recept voor zonnestelsels is", zegt Scott Bolton, wetenschapper aan het Southwest Research Institute in San Antonio. Hij is de belangrijkste onderzoeker van de missie, die zowat 1,1 miljard dollar (992 miljoen euro) zal kosten.

Jupiter is de allergrootste onder de planeten die we 'gasreuzen' noemen, en is meer dan drie keer zo groot als de op een na grootste, Saturnus. Jupiter is echter veel meer dan een eenvoudig balletje waterstof en helium.

Wat de wetenschappers vooral interesseert, zijn de kleine hoeveelheden zwaardere elementen zoals lithium, koolstof en stikstof die er aanwezig zijn. "Deze elementen vinden we niet terug in de zon", stelt Bolton. "We weten niet precies hoe dat komt. Maar we weten dat het cruciaal is, omdat het net die elementen zijn waaruit wij allemaal bestaan."

Dinsdagochtend, op het moment dat de belangrijkste motor van het ruimtevaartuig zal ontbranden, zal er in de controlekamer van het NASA Jet Propulsion-labo in Pasadena, Californië, niets meer te controleren vallen. Als er iets misgaat, kan er niet meer worden ingegrepen. Het duurt immers 48 minuten voor radiosignalen van Jupiter de aarde bereiken. Op het moment dat de ingenieurs horen van de ontbranding zal het ruimtevaartuig in de baan rond de gasreus zitten.

LEGO-poppetjes

Juno zal gedurende 20 maanden in 37 elliptische banen over Jupiters noord- en zuidpool trekken. Bij elke baan zal ze naar binnen versnellen, en op 5.000 kilometer langs de wolkentoppen van Jupiter scheren. Doordat de zwaartekracht van Jupiter lichtjes fluctueert, kunnen we meer te weten komen over de dichtheid van de planeet en of er sprake is van een rotsachtige kern. "Als die er is, kan dat ons iets vertellen over wanneer en hoe - en een beetje waar - Jupiter ontstond", zegt Bolton.

Hoewel de sonde te boek staat als onbemand, klopt dat niet helemaal: ze heeft drie minuscule passagiers aan boord, namelijk speciaal ontworpen LEGO-poppetjes van de god Jupiter, de godin Juno en de wetenschapper Galileo Galilei, de Italiaanse astronoom die Jupiters grootste manen ontdekte. Aan boord zijn voorts onder meer een instrument dat een van de krachtigste magnetische velden van Jupiter zal opmeten en een infraroodcamera om de gloeiende polen te observeren.

Na de eerste twee rondjes om de planeet, waarbij ingenieurs zullen controleren of de ruimtesonde en haar instrumenten goed werken, kunnen de wetenschappelijke metingen echt starten.

Op zonne-energie

In haar baan rond Jupiter krijgt Juno aardig wat straling te verwerken. Daarom verstopte vliegtuigbouwer Lockheed Martin, die Juno construeerde, een groot gedeelte van de elektronica in een 'doos' in het binnenste van de sonde, met titanium wanden van 1,27 centimeter dik.

Juno draait volledig op zonne-energie: drie zonnepanelen van bijna 9 meter lang met een totaal van 18.698 zonnecellen produceren samen tot ongeveer 500 watt. De sonde zal een stralingsdosis gelijk aan die van zowat 100 miljoen röntgenfoto's te verstouwen krijgen. Zelfs als alles beter gaat dan verwacht, zal de missie niet veel langer duren dan de geplande 20 maanden. "Ondanks de titanium bepantsering weten we dat de straling uiteindelijk ons einde zal betekenen", stelt Guy Beutelschies, directeur interplanetaire missies bij Lockheed Martin.

© The New York Times