Direct naar artikelinhoud

Ooit gaat het licht definitief uit

In die uitzending geeft federaal energieminister Paul Magnette (PS) toe dat de liberalisering van de elektriciteitsmarkt negatief is uitgedraaid. ‘Iedereen erkent dat die tot minder investeringen en hogere prijzen heeft geleid, en het leven van de consument heeft bemoeilijkt.’

Dat België achterop hinkt, is een understatement. Terwijl de steenkoolcentrale van de Duitse energiegroep E.ON in Antwerpen enkel op papier bestaat, is die in Rotterdam al in aanbouw. In totaal trekken onze noorderburen vier kolencentrales op. Ook voor gascentrales, de minst vervuilende van alle klassieke brandstoffen, zit het strop in ons land. Erwin Van Laethem, CEO van Essent België: “Essent had vergevorderde plannen om 500 miljoen euro te investeren in een nieuwe gascentrale in Genk. Maar we moesten de bouw voorlopig stoppen, wegens het gebrek aan transparantie en onzekerheid rond de Belgische marktwerking.” Nederland bouwt aan zeven gascentrales.

België ontpopt zich noodgedwongen tot de grootste invoerder van elektriciteit in Europa. Terwijl andere landen hun afhankelijkheid afbouwden, heeft ons land een pak meer elektriciteit ingevoerd tussen 2000 en 2008, zo blijkt uit statistieken die Europese hoogspanningsnetbeheerders de Panorama-ploeg bezorgde. De prijzen zijn allerminst gezakt. Guido Camps van de federale energieregulator Creg: “Spijtig genoeg moeten we vaststellen dat de factuur voor elektriciteit in België bij de duurste is van de ons omringende landen.” De dominante producenten, Electrabel en SPE-Luminus (samen goed voor 90 procent), hebben er amper belang bij om de productie op te trekken. Ze varen wel bij die hoge prijzen.

Niet uit Duitsland

Ons land voert vooral elektriciteit in uit Frankrijk en Nederland. Er is geen fysieke lijn met Duitsland, dat met zijn 22.000 windmolens nochtans grote hoeveelheden goedkope stroom uitvoert naar een rist landen. Paul Magnette: “Zo’n hoogspanningslijn zou door de Ardennen lopen, wat uiteraard op veel verzet zou botsen.” Gemiddeld duurt het bovendien 12 jaar vooraleer er een hoogspanningslijn staat.

Maar ook het binnenlandse hoogspanningsnet heeft problemen. De stroom van nieuwe windmolenparken op zee komt aan land via zware hoogspanningskabels. De kustgemeenten kunnen die stroom wegens capaciteitsbeperkingen moeilijk verder afvoeren naar het binnenland.

Grote bedrijven die veel energie verbruiken, vrezen dat de stijgende elektriciteitsprijzen hen de das omdoen. Fred Hornung, algemeen directeur van zinkproducent Nyrstar in Balen-Overpelt: “Als het elektriciteitsbeleid niet wijzigt, brengt dat de directe werkgelegenheid van 500 mensen in gevaar, en indirect van 1.500 mensen.” Nog andere energie-intensieve bedrijven dreigen we op termijn te verliezen. Peter Claes van Febeliec, de Belgische federatie van industriële energieverbruikers: “Na vijf à vijftien jaar kan zo’n bedrijf niet meer concurreren. En dan gaat het dicht.”

Federaal energieminister Paul Magnette is formeel. “Na tien jaar is de liberalisering essentieel negatief uitgedraaid. Iedereen erkent dat die tot minder investeringen en hogere prijzen heeft geleid, en het leven van de consument heeft bemoeilijkt.”

Ivo Mechels van Test-Aankoop wijst de politiek terecht. “Een energiebeleid gaat over een veel langere termijn dan tien jaar. België heeft, in tegenstelling tot andere landen, nooit een dergelijke visie ontwikkeld.” Reageert de overheid niet snel, dan dreigt het licht letterlijk uit te gaan. Ivo Mechels: “Kleine gemeenten, rurale gebieden, zullen van de stroom afgesneden worden. De vraag is niet of dat zal gebeuren. De vraag is: wanneer.”

De Panorama-reportage ‘Watt een kluwen’ is morgenavond te zien om 20.10 uur op Canvas.