Direct naar artikelinhoud

Saneringsgolf raast over autofabrieken

Een dag na Ford Genk valt ook het doek over twee zusterfabrieken in Groot-Brittannië. Ford schrapt zo 5.700 jobs in twee dagen. Hoewel de saneringen maanden geleden voorspeld werden, slaagde Europa er niet in een zachte landing te organiseren.

"De Europese constructeurs bouwen veel te veel wagens. Het is hoog tijd voor een pijnlijke, maar onvermijdelijke afslanking. De Europese Commissie moet de sluiting van autofabrieken coördineren", zo verklaarde Fiat-baas Sergio Marchionne een half jaar geleden in deze krant. "De reden waarom niemand van ons winst maakt, is dat niemand erin slaagt alle wagens te verkopen die gemaakt worden. We hebben een probleem dat identiek is aan dat in Amerika in de periode 2007-2008. Daar is toen ruwweg twintig procent van de capaciteit weggesneden."

Marchionnes voorspelling komt uit. Opel kondigde de uitdoving van zijn fabriek in Bochum aan. Peugeot-Citroën (PSA) maakte een kruis over zijn fabriek in Aulnay, tot ontzetting van de Franse politiek. En Ford sluit na de vestiging in Genk nu ook een assemblagefabriek in Southampton, waar de Transit gemaakt wordt, en een onderdelenfabriek in Dagenham. De productie van Southampton verhuist naar Turkije.

Onhoudbare situatie

Stephen Odell, topman van Ford Europa, schrapt in twee dagen zo 5.700 jobs, 4.300 in Genk en 1.400 in de Britse fabrieken. Fords productiecapaciteit daalt in een klap met 18 procent, of 355.000 wagens per jaar.

"Onze productiecapaciteit wordt aangepast aan de marktrealiteit", verdedigt Odell de beslissingen. Hij wijst op de onhoudbare verliezen. De Fordtop maakte gisteren bekend dat het in 2012 een verlies van ruim 1,5 miljard dollar verwacht in Europa, terwijl eerder sprake was van ruim 1 miljard dollar. Volgend jaar verwacht Ford een gelijkaardig verlies. De herstructureringen moeten leiden tot een jaarlijkse besparing van 500 miljoen dollar.

De Europese Commissie spreekt van een Europese crisis. Maar tot een gecoördineerde aanpak in de EU kwam het ondanks de oproep van Marchionne nog niet. In dat gefragmenteerde Europa is het voor een multinational als Ford makkelijk om te 'shoppen' en de productie toe te wijzen aan de vestiging met de aantrekkelijkste fiscale en sociale voorwaarden.

Europees parlementslid Kathleen Van Brempt (sp.a): "Dat multinationals er nog altijd in slagen Europese lidstaten tegen elkaar uit te spelen is wraakroepend. Een deel van de productie van Genk, verhuist nu gewoon naar een andere lidstaat. Op die manier wordt ook de werkende bevolking tegen elkaar opgezet, want de nieuwe hoop voor Spaanse arbeiders, betekent dat hun Limburgse collega's in een hopeloze toekomst worden gestort."

Frankrijk trekt intussen volop de nationale kaart. De interne bank van Peugeot-Citroën, Banque PSA Finance, krijgt tot 7 miljard euro staatsgaranties, zo raakt deze week bekend. Daardoor kan Peugeot-Citroën goedkoop lenen. De staatssteun leidt tot irritatie bij de concurrentie. "Naar die bank van PSA zou men toch eens moeten kijken", verklaarde Fordbaas Odell in Brussel. "Ik vraag me af of dat volgens de regels verloopt."

De crisis leidt tezelfdertijd tot onverwachte bondgenootschappen. Peugeot-Citroën haalt de banden met het Amerikaanse GM en diens Duitse dochter Opel aanhaalt. De autobouwers gaan nauw samenwerken bij de ontwikkeling van vier nieuwe modellen.

Vijgen na Pasen?

De Europese Commissie beklemtoont dat er wel degelijk een gezamenlijke strategie op komst is. Op 8 november komt eurocommissaris voor Industrie Antonio Tajani naar buiten met een plan voor de Europese auto-industrie. Het gaat onder meer om een verhoging van de fondsen voor onderzoek en ontwikkeling en een financieringsprogramma via de Europese Investeringsbank. De Italiaan stipt aan dat de auto-industrie "een essentiële en strategische component van de industriële basis in Europa" blijft, maar de omslag moet maken naar de milieuvriendelijke wagens van de toekomst.

Komt Europa echter niet te laat met zijn plan? "De industrie die we nu verliezen, komt wellicht niet terug", erkent Tajanis woordvoerder Carlo Corazza. "Dat is een ramp voor de werkgelegenheid, de innovatie en voor de gemiste opportuniteiten voor de kmo's rond de sector. Maar we kunnen niets doen zonder steun van sector en lidstaten. We stellen vast dat de autoconstructeurs de voorbije maanden niet op dezelfde lijn zaten."