Direct naar artikelinhoud

Programmeren is het nieuwe paardrijden

De kinderclubs om te leren programmeren, lasersnijden en met 3D-printers werken zitten vol. Is programmeren het nieuwe paardrijden? 'Het gaat helaas vooral om kinderen van wie de ouders het belang inzien.'

Om zijn spelletje PizzaBot via iTunes te kunnen verkopen, had Harry Moran de handtekening van zijn moeder nodig. Moran was amper 12 toen zijn applicatie het tot best verkopende spelletje van de internetwinkel schopte. Vandaag is hij 14 en wordt hij als jonge ondernemer uitgenodigd voor zakelijke congressen. Moran leerde programmeren bij CoderDojo, een gratis 'programmeeratelier' voor kinderen, waar hij nog elke zaterdag naartoe gaat.

Moran is een van de redenen waarom Martine Tempels, Telenet-topvrouw, CoderDojo in ons land introduceerde. In vijftien steden komen een zaterdag per maand tientallen kinderen samen om van elkaar en van hun ICT-coaches te leren. De sessies, die louter op vrijwilligers draaien, zijn op de meeste plaatsen lang op voorhand volgeboekt. In de eerste plaats draait het om het plezier, verduidelijkt Tempels. "kinderen kunnen op deze manier goesting krijgen om met ICT aan de slag te gaan. Er is een groot aanbod aan sport, dans en muziek. Maar wie geïnteresseerd is in techniek, kan op niet veel plaatsen terecht."

Dat kinderen de smaak te pakken krijgen en ICT als studie of carrière overwegen, is dan mooi meegenomen. "Het is helaas een constante in mijn carrière in de technologische sector: een tekort aan mensen."

Bij FabLab knutselen kinderen met 3D-printers, lasersnijders en programmeertaal. Gemeentelijke techniekclubs, waar kinderen in labo's aan de slag gaan en een bedrijf bezoeken, schieten uit de grond van Anzegem tot Houthalen. En ook universiteiten proberen kinderen op steeds jongere leeftijd het labo in te lokken, met bezoekdagen en wetenschapskampen. Is technologie eindelijk leuk aan het worden?

Op dit moment bereiken we nog een redelijk select clubje, zegt CoderDojocoach Marc Portier. "Het gaat helaas net om kinderen van ouders die zich goed weten te informeren en het belang inzien. Nu, dat zal voor andere academies en muziekscholen ook wel zo zijn. Maar het is niet onze bedoeling om ingenieurs te 'kweken'. We willen kinderen net het plezier doen ontdekken van het creatief omgaan met digitale middelen." Omdat er geen les wordt gegeven maaar 'gespeeld', probeert CoderDojo maximum vijf kinderen per coach in een groepje toe te laten. Een gebrek aan coaches is op dit moment de grootste drempel om verder te groeien.

Het enorme succes bewijst dat er draagvlak is om kinderen op jonge leeftijd te leren programmeren, zegt Frank Neven, professor informatica aan de UHasselt. Enkele weken geleden lanceerde hij met collega-professoren een oproep om kinderen al in het lager onderwijs met informatica te leren spelen. In zijn vrije tijd doet hij dat ook als CoderDojocoach. "Het is een leuke omgeving om in aanraking te komen met programmeren, geen plek waar je een diploma haalt. Als je iedereen wil bereiken, zal het toch via de scholen moeten gebeuren."