Direct naar artikelinhoud

'Ofwel is De Grauwe van mening veranderd, ofwel maakt hij een denkfout'

Een verschuiving van patronale lasten op arbeid naar btw is wél een goed plan

Het is een illusie", schreef Paul De Grauwe in zijn jongste column voor De Morgen (DM 15/10), "te denken dat een verschuiving van de patronale lasten op arbeid naar btw de loonkosten zal verlagen en positieve tewerkstellingseffecten zal hebben". De voorstanders van dergelijke maatregel - die wij voorstelden in ons boek De perfecte storm - maken volgens De Grauwe slechts een partiële analyse, en brengen niet alle effecten in kaart.

De Grauwes stelling, inmiddels uitgewerkt tot een Leuvens economisch Standpunt, dat deze week verscheen, verbaast ons, want in een eerdere column pleitte hij voor een indexsprong (DM 5/11/12). Volgens De Grauwe is een indexsprong een slimme ingreep waardoor het internationale competitiviteitsverlies van de Belgische ondernemingen gedeeltelijk zal herstellen met een positieve invloed op de tewerkstelling tot gevolg, zoals ook aangetoond in een belangrijke studie door zijn KU Leuven-collega Joep Konings. Dit klopt, maar wat ons treft is dat de effecten van eenverschuiving en een indexsprong in een algemene evenwichtsanalyse eigenlijk identiek zijn. In de academische literatuur worden een indexsprong en een verschuiving van patronale lasten naar btw (die niet doorgerekend wordt in de index) immers als substituten aanzien om de competitiviteit te herstellen. In jargon spreekt men zelfs van respectievelijk een interne en fiscale devaluatie.

Ofwel is De Grauwe sedert zijn vorige column dus fundamenteel van mening veranderd, ofwel maakt hij in zijn analyse een redeneerfout. We overlopen de effecten. In beide gevallen blijft de koopkracht van goederen en diensten geproduceerd in eigen land gelijk. Bij een indexsprong stijgt het loon van een individu inderdaad niet, en omdat de loonkosten niet stijgen volgt er ook geen prijsstijging van de binnenlands geproduceerde goederen en diensten. Ook bij een belastingverschuiving blijft de prijs van de producten die in eigen land worden geproduceerd constant. De hogere btw wordt in de eindprijs voor de consument immers integraal gecompenseerd door de lagere lasten op arbeid. Er is geen enkele reden om te geloven dat de producenten bij een belastingverschuiving wel van de situatie gebruik zullen maken om hun winstmarges te verhogen, en niet bij een indexsprong.

Ongegronde looneisen

In beide gevallen wordt de import wel relatief duurder. Bij een indexsprong worden importgoederen duurder dan de binnenlandse omdat de buitenlandse producenten niet profiteren van de indexsprong. Bij een belastingverschuiving worden de importgoederen dan weer duurder omdat de hogere btw voor buitenlandse producenten niet gecompenseerd wordt door lagere patronale lasten. Volgens De Grauwe zullen werknemers als reactie op de duurdere import hogere looneisen stellen om hun koopkracht veilig te stellen. Maar er is geen enkele reden om te veronderstellen dat dit bij een belastingverschuiving wel het geval zou zijn, en niet bij een indexsprong.

Het grote voordeel van beide maatregelen is de verbetering van de internationale competitiviteit. Beide maatregelen verlagen de loonkosten van de ondernemingen waardoor ze meer kunnen exporteren, met een gunstig effect op de werkgelegenheid tot gevolg. Merk op dat dit ook het geval is bij een belastingverschuiving aangezien de btw moet betaald worden in het land van consumptie en dus niet stijgt voor exportgoederen. Uit onderzoek blijkt dat bij een lage tewerkstellingsgraad de stijging van de export zelfs al heel snel de duurdere import domineert. Dit betekent met andere woorden dat de koopkracht van een land in zijn geheel uiteindelijk zal toenemen. Ook werknemers zullen dit voordeel in hun loonzakje voelen. Meer mensen aan het werk betekent immers minder transfers naar de werklozen en dus ofwel minder belastingen, ofwel meer andere overheidsdiensten, ofwel een combinatie van beiden. Op basis van een algemene evenwichtsanalyse kun je alleen maar concluderen dat de effecten van beide maatregelen op de loonkost van ondernemingen en tewerkstelling gelijkaardig en gunstig zullen zijn. Waarschijnlijk ziet De Grauwe over het hoofd dat het uitgangspunt een loonhandicap en te lage tewerkstellingsgraad is, waardoor extra looneisen door werknemers ongegrond zijn.

Het grote voordeel van een belastingverschuiving is echter dat je ook de grote vermogens mee in het bad trekt. Bij een indexsprong wordt het nadeel van de duurdere import immers integraal gedragen door werknemers en uitkeringsgerechtigden. Wie leeft van een inkomen uit vermogen, heeft dus geen last van de indexsprong (integendeel), maar wel van de door ons voorgestelde belastingverschuiving omdat ook de vermogende de hogere btw op import mee moet betalen. Er is bijgevolg een impliciete verschuiving van belastingen op arbeid naar kapitaal, wat op zijn beurt blijvende tewerkstellingsperspectieven biedt (i.e. substitutie van kapitaal door arbeid). Ons voorstel is dus veel socialer en duurzamer dan een indexsprong. Bovendien biedt ons voorstel meer flexibiliteit. Je kunt bijvoorbeeld vooral de patronale lasten voor lage inkomens verlagen en vooral btw op luxeproducten verhogen.

Extra jobs

Een belastingverschuiving zal dus wel degelijk onze internationale competitiviteit verbeteren en extra jobs creëren. In essentie is het een herstel van een scheeftrekking die over de jaren is gegroeid. Van alle ontwikkelde landen, heeft België immers de hoogste belastingen op arbeid, terwijl dit absoluut niet het geval is voor consumptiebelastingen. Bovendien zorgt ons voorstel voor een eerlijkere verdeling van de belastingdruk, en blijvende tewerkstellingseffecten. Doen dus.