Direct naar artikelinhoud

Steiner en co. maken school

Steeds meer kinderen gaan naar een methodeschool. De voorbije vijf jaar groeide het leerlingenbestand er met 17 procent. Moet het klaslokaal met krijtbord, één leraar en enkel leeftijdsgenoten baan ruimen voor kringgesprekken en leerlingen die zelf kiezen wat en wanneer ze leren?

Methodescholen als Freinet, Steiner, Montessori, Jenaplan, Dalton en Ervaringsgericht Onderwijs telden vorig schooljaar 27.387 leerlingen in Vlaanderen. Dat is een pak meer dan de 23.341 uit het schooljaar 2011-2012. Het methodeonderwijs zit dus in de lift, al is dat stijgingspercentage meteen ook te relativeren. In Vlaanderen lopen meer dan 1,1 miljoen leerlingen school. De methodescholen hebben daar een zeer beperkt aandeel in.

Deze stijging verandert dat niet, al is ze volgens die alternatieve scholen een duidelijk signaal. "Veel mensen zijn de klassieke scholen beu", zegt Kris Denys van de methodescholenfederatie FOPEM, goed voor een kleine 3.000 leerlingen. "Leerlingen en leerkrachten hebben te weinig inspraak in hoe de school gerund wordt. Er is te weinig aandacht voor initiatief en creativiteit."

Ouders met kinderen die schoolmoe zijn, zoeken dus vaker een alternatief. Al is dat niet de enige reden, denkt Caroline Devriendt van Stamina, een nieuwe secundaire school in Brugge die op 1 september van start gaat. Stamina behoort niet tot een van de 'methodefamilies', maar maakt naar eigen zeggen een mix van methodes waarvan wetenschappelijk is aangetoond dat ze werken.

"Onze maatschappij verandert. We werken anders dan vroeger. Ook op school is dat zo: de leerkracht is niet meer de alwetende. Elke leerling heeft tegenwoordig een smartphone waarmee hij of zij de leraar kan verbeteren of aanvullen. Het onderwijs moet zich daar ook aan aanpassen", vindt Devriendt, die een grote interesse merkt bij ouders en kinderen. "De inschrijvingen beginnen pas in 2017, maar nu al registreerden 450 mensen zich om op de hoogte te blijven. Dat zegt genoeg."

Elitair en/of te blank?

De hang naar een ander onderwijs groeit dus, al wil dat niet zeggen dat de grote ommekeer is ingezet. De interesse in methodeonderwijs beperkt zich voorlopig tot een vrij homogene doelgroep. "Pedagogische concepten rond een kindgericht, stressvrij onderwijs sluiten goed aan bij eerder progressieve, linkse, groene en post-materialistische denkbeelden", zegt Dirk Van Damme, onderwijsexpert bij de OESO. Of die vonk ooit overslaat naar een ander publiek is dus zeer de vraag. Alternatieve scholen vinden over het algemeen moeilijk hun weg naar andere doelgroepen. "Ze zijn allemaal antiracistisch, maar er zitten geen Marokkaantjes op die schoolbanken", merkte stand-upcomedian Nigel Williams ooit op.

Die zweem elitarisme hangt dus nog steeds rond de (meeste) methodescholen. En ook bij de kwaliteit van namen als Steiner, Jenaplan, Montessori, Freinet en andere Daltons worden nog steeds vraagtekens geplaatst. Zo suggereerde een KU Leuven-onderzoek uit 2013 dat methodeleerlingen vaker een wiskundeachterstand zouden oplopen dan leeftijdsgenoten uit klassieke scholen. En het helpt ook niet dat de Steinerscholen worden gelinkt aan de anti- vaccinatiebeweging. Maar zijn die schoolse twijfels dan ook terecht? "Er bestaat amper onderzoek over, maar ik denk dat er geen risico is", zegt Van Damme. Mocht er al een achterstand zijn op cognitieve vaardigheden, dan zullen die te compenseren zijn met bijvoorbeeld communicatieve vaardigheden."

Zweeppartij

De vermeende risico's zijn dus erg twijfelachtig. Bovendien blijkt de alternatieve aanpak toch aan te slaan. Betekent dit dan dat de methodescholen een steeds grotere rol zullen spelen? Misschien wel, al blijft hun soortelijk gewicht vrij beperkt. Een inhaalbeweging tegen de klassieke scholen lijkt alvast een onbegonnen zaak. Al kunnen die alternatieve scholen hun invloed ook op andere manieren laten gelden. Steeds meer klassieke scholen stellen hun eigen werking in vraag en durven die ook aanpassen. Methodes als kringgesprekken en trajecten op maat van de leerling zijn nu helemaal ingeburgerd in het gewone onderwijs. Beschouw methodescholen gerust als zweeppartijen in de politiek: vanuit de oppositie wegen op het beleid.