Direct naar artikelinhoud

'Dylan kan slechts in veelvoud benaderd worden'

In zijn eigenzinnige en excentrieke biopic I'm Not There laat de Amerikaanse scenarist-regisseur Todd Haynes de legendarische singer-songwriter Bob Dylan vertolken door zes verschillende acteurs, gaande van de elfjarige zwarte jongen Marcus Carl Franklin, over Christian Bale, Ben Perfume Whishaw, Heath Ledger en Richard Gere, tot en met Cate Blanchett. Het resultaat is even verwarrend als fascinerend.

door Jan Temmerman

GENT l Todd Haynes, ook bekend van de glamrockkroniek Velvet Goldmine, laat de diverse gezichten van Bob Dylan

de dichter, de protestzanger, de profeet, de outlaw... zien. 'Verandering was voor Dylan een soort systeem.'

"Er was een tijd dat ik van Bob Dylan hield. Nu kan ik die kerel niet meer uitstaan", antwoordt Haynes (°1961) als ik hem vraag in welke mate het maken van deze extravagante biopic zijn eigen visie veranderd heeft op de man die in 1941 als Robert Allen Zimmerman geboren werd en die naderhand zou uitgroeien tot 'The Voice of a Generation'. Het blijkt een grapje te zijn.

"Als tiener betekende hij zeer veel voor mij. Ik was helemaal weg van Blonde on Blonde, Blood on the Tracks, Highway 61 en al die andere platen, waar ik trouwens nog altijd van hou. Ik schilderde toen ook en ik weet nog hoe ik bijvoorbeeld Blonde on Blonde oplegde en wat voor een bevrijdende ervaring dat toen was. Zijn stem klonk zo onbevreesd en stoutmoedig. Alles leek mogelijk. Dat sprak mij als tiener heel erg aan. Wat ik mij pas achteraf realiseerde, was hoe sterk zijn muziek indertijd aan- sloot bij een gevoel van verandering. Positieve verandering. De opwinding van een toekomst vol mogelijkheden. Daarna ben ik, gedurende zo'n twintig jaar, gestopt met naar Dylan te luisteren. Niet dat ik niet langer van zijn muziek hield, maar ik volgde het niet meer. In de jaren tachtig en negentig luisterde ik naar andere dingen."

Wanneer is Dylan opnieuw in uw leven gekomen?

"Op het einde van de jaren negentig, toen ik zo stilaan de veertig begon te naderen. Ik kreeg zo'n beetje genoeg van New York en van het feit dat alles in mijn leven rond film leek te draaien. Toen kreeg ik weer zin in Dylan. Het was een soort intens hongergevoel. Mijn volgende film zou Far from Heaven worden. Ik ben toen vertrokken naar Portland, Oregon, waar ik het scenario wou schrijven. Tijdens die reis was Dylan zo'n beetje mijn gids. Terwijl ik Far from Heaven aan het schrijven was, was ik ook obsessief met Dylan bezig. Ik luisterde alle dagen naar zijn muziek, zoals The Basement Tapes, waar ik nog nooit van gehoord had. En ik las alle mogelijke biografieën en interviews. Ik was totaal gefascineerd. Zo is het verlangen gegroeid om een film over hem te maken, waarbij van in het begin het idee centraal stond dat een personage als Bob Dylan alleen maar in veelvoud benaderd kon worden. Als iemand voor wie verandering een soort systeem was. Het zat in zijn natuur. Het maakte als het ware deel uit van zijn DNA. Maar tegelijk besefte ik dat ik een dergelijke film nooit zou kunnen maken als ik de muziekrechten niet zou krijgen. Ik had dus de toestemming van Dylan nodig."

Hoe moeilijk was dat?

"Ik dacht eerst dat het onmogelijk zou zijn. Mijn producente Christine Vachon heeft mij toen aangeraden om eerst contact te zoeken met Jesse Dylan, zijn oudste zoon, die zelf filmmaker is. Aan Jesse heb ik mijn idee uiteengezet, namelijk Dylan op te voeren via zeven personages. Zij zouden elk een verschillend aspect van hem belichamen, maar allemaal hun wortels hebben in de sixties, in die eerste en onwaarschijnlijk rijke periode uit Dylans creatieve leven. Jesse heeft dan op zijn beurt Jeff Rosen, de manager van Dylan, gecontacteerd en allebei vonden ze het een interessant idee.

"Tegelijk maakten ze mij duidelijk dat dat niet zoveel te betekenen had, omdat ze niet konden voorspellen hoe Bob zou reageren. (lacht) Op hun aanraden heb ik toen een korte synopsis geschreven, niet meer dan één pagina, en die samen met de dvd's van mijn films naar hem laten opsturen.

"Ondertussen had ik mij in Portland gevestigd, want mijn appartement in New York was opgezegd en ik was volop bezig met de preproductie van Far from Heaven. Enkele maanden later kreeg ik een telefoontje van Jeff Rosen, die zei dat Bob zijn toestemming had gegeven om zijn muziek te gebruiken. That was it! Ik heb Dylan dus zelf nooit ontmoet, heb nooit met hem gesproken en heb dat sindsdien ook nooit gedaan. Ik had Jesse wel kunnen vragen om een ontmoeting te regelen, maar ik had niet het gevoel dat zoiets nodig was voor deze film."

Was het van in het begin de bedoeling dat de diverse personages allemaal door verschillende acteurs vertolkt zouden worden?

"Ja, dat was hét basisconcept van de film en dat is zo gebleven. Dat definieert de film ook. Wat ik interessant vind, is dat mijn films altijd een of andere experimentele strategie hebben. Maar toen het tijd werd om die films in de markt te zetten, werd dat experimentele aspect zoveel mogelijk verborgen gehouden ten voordele van de meer algemene, populaire elementen. Maar in het geval van I'm Not There is het net dat vreemde concept dat door de marketing benadrukt wordt.

"Het is inderdaad een vreemde aanpak voor een biopic, die men nog niet eerder gezien heeft, maar tegelijk is het opwindend en wekt het de interesse van het publiek. Men wil weleens met eigen ogen zien hoe zoiets werkt. En of het wel werkt. En hoe Cate Blanchett gestalte geeft aan een van die Dylanpersonages."

U spreekt van zeven personages, maar uiteindelijk zijn het 'slechts' zes acteurs geworden?

"Zeven leek mij een goed getal, zonder dat ik eigenlijk precies kan zeggen waarom. Uiteindelijk heb ik Christian Bale twee personages laten vertolken. Enerzijds is er Jack Rollins, de archetypische protestzanger ten tijde van de folkrevival in de vroege sixties. Op het hoogtepunt van zijn carrière verdwijnt dat personage, om later in de film weer op te duiken als Pastor John, een born again Christian. Dat zijn twee totaal verschillende, misschien wel de verst van elkaar verwijderde aspecten van Dylan. De protestzanger Dylan was indertijd zeer populair, maar net die fans hadden later de grootste moeilijkheden met zijn bekering tot het christendom. Maar hoe meer ik naar die specifieke momenten keek, hoe meer gelijkenissen ik zag. Het waren twee periodes in zijn leven waarin Dylan het antwoord had. Of tenminste het gevoel had dat hij het antwoord kende. The answer wasn't even blowing in the wind. (lacht) Het was klaar en duidelijk.

"In het eerste geval maakte het deel uit van de civil rights-periode, een van de meest ontroerende momenten, toen een natie een einde probeerde te maken aan een geschiedenis van onrecht. Maar het was op politiek vlak ook een doctrinaire periode, met allerlei regels en voorschriften die men móést volgen. En ik denk dat Dylan snel genoeg kreeg van die beperkingen. Hij wou geen deel uitmaken van een groep, van een doctrine, van een ideologie. Dat zorgde dan weer voor nieuwe veranderingen in zijn leven. En waar waar mensen terechtkomen, als ze op zoek zijn naar antwoorden op hun persoonlijke vragen, blijkt soms de religie te zijn. In zijn geval is het wel opmerkelijk dat hij precies zo'n rigide, conservatieve en doctrinaire vorm van godsdienst omarmd heeft. Dylan heeft toen echt schokkende dingen gezegd. Het was weer zo'n moment waarop hij dacht dat hij het antwoord kende."

Maakte het ook deel uit van het originele basisconcept om een van de Dylanpersonages door een actrice te laten vertolken? Uiteindelijk is het Cate Blanchett die nog het meest op Bob Dylan lijkt.

"Ik weet het! Al in die synopsis van één pagina die ik voor Dylan geschreven heb, had ik genoteerd dat Jude, als de Dylan die de elektrische toer opging en zo zijn folkfans van zich zou vervreemden, vertolkt moest worden door een actrice, die het meest van allemaal op hem zou lijken. Want toen ik de foto's en de filmclips van Dylan rond 1966 bestudeerde, was mij die vreemde androgynie opgevallen. Het leek mij de kern van wat die periode zo uniek maakte én tegelijk zo bizar en schokkend. Dat was niet de glamoureuze androgynie van David Bowie, die jaren later in Engeland zou opduiken. Dat was Dylan de dandy. Hij was noch man, noch vrouw. Hij was gewoon vreemd en zo mooi!

"Het bood mij ook de gelegenheid het klassieke instinct van de biopic te volgen om beroemde momenten, beroemde beelden opnieuw te creëren, maar dan via de omweg van het vrouwelijke lichaam. Zo'n omweg is altijd de beste manier om het publiek bepaalde zaken zélf te laten ontdekken. Er bleef natuurlijk het risico dat het een oppervlakkige stunt zou blijven. Maar wat Cate ermee gedaan heeft, is zo subtiel en zo merkwaardig."

I'm not There draait vanaf woensdag 19 december in de Belgische bioscopen

Regisseur Todd Haynes:

Verandering maakte als het ware deel uit van Dylans DNA

Regisseur Todd Haynes:

Meestal moffelt de marketing het experimentele in mijn films weg.

In het geval van 'I'm Not There'

benadrukt ze net het vreemde concept