Direct naar artikelinhoud

'Wij willen niet op de pijnbank van onze Europese vrienden'

Ierland stemt morgen over deelname aan het Europees verdrag waarmee 25 van de 27 EU-lidstaten zich verplichten tot grotere begrotingsdiscipline. Na eeuwen te zijn overheerst door de Britten, wacht ons nu de Duitse zweep, zo is de overtuiging. Patrick van IJzendoorn

Gerry Celvi is een trots man. Zijn opa opende in 1905 de eerste fish and chips-kraam in Ierland en was in datzelfde jaar betrokken bij de oprichting van Sinn Féin, de politieke tak van de Irish Republican Army (IRA). Zelf heeft de 60-jarige Celvi decennialang in de dokken van Dublin gewerkt, totdat hij overbodig werd.

Celvi is trots op zijn land en hij stemt morgen tégen. De Ieren zijn de enigen in de Europese Unie die via een volksraadpleging hun zegje doen over het Europese verdrag voor begrotingsdiscipline. In de Ierse grondwet staat dat elke grote wijziging in de Europese samenwerking een referendum vereist.

"Wij willen onze eigen problemen oplossen zonder op de pijnbank te liggen van onze Europese vrienden", zegt Celvi. "Voor mij en veel van mijn broeders hier gaat het om de liefde voor ons land. Vergelijk me met mijn postduiven. Ze worden gelost in Frankrijk en België, maar ze vliegen altijd weer terug."

Celvi is maandagavond een van de honderden mensen die naar de Rotunda zijn gekomen, de zwangerschapkliniek in hartje Dublin waar Sinn Féin een verkiezingsbijeenkomst houdt. Progressieve studenten, mannen met blauwe Gaelicshirts over hun Guinnessbuikjes en wat verdwaalde Australische toeristen worden getrakteerd op een klassieke Sinn Féin-avond: folkmuziek, geschiedenislessen en opzwepende toespraken. Na eeuwenlang te zijn overheerst door de Britten, wacht ons nu de Duitse zweep, zo is de overtuiging.

Nog voordat de Ieren morgen ja of nee zullen zeggen, is er al een voorlopige winnaar: Sinn Féin, de links-nationalistische partij die als enige een nee-campagne voert. Bij verkiezingen zou Sinn Féin nu de tweede partij van het land worden. De laatste opiniepeilingen geven het ja-kamp een voorsprong van 57 tegen 43 procent, maar een derde van de kiesgerechtigden verkeert in staat van twijfel.

Twee keer eerder hebben de Ieren nee gezegd tegen een Europees verdrag. Dit keer leek het erop alsof ze ja zouden zeggen. Maar de huis-, tuin- en keukenargumenten van Sinn Féin slaan aan. De partij ageert tegen de invoering van watermeters en de herintroductie van de huishoudbelasting. Ze hebben weinig met Europa te maken, maar leiden wel tot ongenoegen.

Op de Rotunda-bijeenkomst drukt toekomstig Sinn Fein-leider Mary Lou McDonald de aanwezigen op het hart doof te zijn voor de experts die een financiële Götterdämmerung verwachten bij een 'nee', maar te luisteren naar hun 'onderbuik' en te kijken naar de schade die de 'Duitse discipline' zou hebben aangericht. Op de Dublinse straten is weinig van de Keltische crisis te merken en nog minder van het referendum. De meeste Dubliners tonen meer interesse in het aankomende Europees voetbalkampioenschap dan in het Europees Stabiliteitspact.

Zo niet de gepensioneerde vliegtuigingenieur Paul Connolly, die dinsdagochtend in het drukke en zonovergoten St. Stephen's Green The Irish Independent zit te lezen. Hij zegt vóór te gaan stemmen, maar vindt het hele referendum onzin. "Het biedt een podium voor nationalisten. Het verdrag gaat om begrotingsdiscipline en ik zie niet wat daar mis mee is. Je kunt niet meer uitgeven dan je hebt. Ik erger me vooral aan het anti-Duitse sentiment. Duitsland is het werkpaard van Europa en in plaats van het te helpen, willen de nee-stemmers het laten struikelen. Weet je, Duitsland heeft begin jaren negentig een broederschapsbelasting geheven om Oost-Duitsland weer op te bouwen. Stel dat de Britten het verarmde Noord-Ierland hadden teruggeven, hadden de Ieren dan hetzelfde gedaan?"