Direct naar artikelinhoud

Woeste sport, maar wel voor heren

Met Engeland-Fiji begint vanavond in Londen het WK rugby. Het is reclame voor een sport die de populariteit van voetbal probeert bij te benen. Bij Blackheath, de oudste club, maakt rugby al lang deel uit van de basisopvoeding. Elders kampt de sport met twee problemen: klassenstrijd en veiligheid.

De Well Hall Pleasaunce was de speeltuin van de jonge Hendrik VIII en eeuwen later van Edith Nesbits Spoorwegkinderen, een jeugdroman. Tegenwoordig rennen in het Zuidoost-Londense park tientallen kinderen, gekleed in horizontaal gestreept rood-zwart, achter elkaar en ovale ballen aan. Dit is de jeugd van Blackheath, met 157 jaar de oudste rugbyclub ter wereld. Langs de zijlijn ziet Alex Lewis, een taxateur, hoe zijn 6 jaar oude zoontje Oliver een try (score door de bal achter de achterlijn van de tegenstander op de grond te drukken, met het recht op een 'strafschop', VK) maakt. Met stilzwijgende goedkeuring.

De stevige Welshman, een voormalige outside-half die nu pupillen traint, vertelt dat zijn zoontje veel plezier beleeft, maar tot zijn spijt iets meer van voetbal houdt. "Dat spelen ze op het schoolplein en deze sport staat meer in de aandacht. Jammer, want profvoetballers hebben een slechte invloed door al hun getier en duikelingen. In rugby zie je dat minder. Op het rugbyveld spreken de spelers de scheidsrechter met 'sir' aan. Er is meer respect en kameraadschap. Het bereidt kinderen beter voor op het leven."

De hoge rugbydoelen zijn totempalen in het Engelse landschap. Behalve croquet en cricket is geen sport zo Engels als het onstuimige rugby. De sport heeft soms iets weg van het naspelen van historische veldslagen, een andere hobby van de eilandbewoners. "Voetbal is een herensport gespeeld door woestelingen; rugby is een woeste sport gespeeld door heren", luidt een gezegde binnen de rugbywereld. Anders dan voetbal, cricket, wielrennen en atletiek heeft rugby een relatief schoon blazoen.

Rugby als educatief middel

Het wereldkampioenschap verdrukt voetbal in de Britse sportkaternen. Met een lach vertelt Lewis dat zijn Engelse vrouw toevallig een paar dagen weg is wanneer Wales tegen Engeland speelt. Het Engelse team behoort samen met titelverdediger Nieuw-Zeeland, de fameuze All Blacks, en Zuid-Afrika tot de favorieten. Warm zijn de herinneringen aan 2003, toen de Engelsen in Australië voor het eerst de wereldcup veroverden, met een winnende treffer van Jonny Wilkinson, een David Beckham zonder tatoeages.

De gouden beker heet de Web Ellis-trofee. Dat is een verwijzing naar de scholier van de kostschool Rugby, die in 1823 tijdens een potje proto-rugby, waar een ploeg tweehonderd spelers kon tellen, de bal uit de lucht zou hebben geplukt om er met een "prettige veronachtzaming van de regels" mee te gaan rennen. Volgens sommigen was een andere jongen die dit deed, Jem Mackie. Dit was echter een onhandelbare puber en sprak dus minder tot de verbeelding bij de Victorianen dan Ellis, die in Frankrijk koster zou worden.

Wat vaststaat is dat de uit 1567 stammende school in het Midlands-stadje de geboorteplek is van 'football', zoals rugby hier heet. Het wit waarin het Engelse team speelt, is het wit van Rugby en hier werden in 1845 de eerste spelregels op schrift gesteld. De term 'try' is hier bedacht. Old Rugbeians verspreidden de sport over de wereld, van Canada tot Calcutta, van Dublin tot Dakota. Baron de Coubertin, vader van de Olympische Spelen, noemde de sport tijdens een bezoek aan Rugby School "een prima educatief middel".

Scholieren dromen ervan om op 'The Close' te spelen, het historische veld waar Ellis met de bal begon te rennen. Volgens Harry Sutherland, de 17-jarige aanvoerder van het eerste team, rust de geschiedenis op de schouders van de spelers. "Elke bezoekende ploeg wil hier winnen en dat maakt het voor ons zwaar." Gevraagd naar de charme van de sport wijst hij op het musketiersgehalte. "Juist omdat de sport pijn kan doen, is de teamgeest zo belangrijk. Als je verzaakt, dupeer je je maten, meer dan in voetbal."

Het is een beeld dat de rugbywereld graag schetst, zegt Julian Bennetts, auteur van The Official England Rugby Heroes, maar het kan niet tippen aan de populariteit van voetbal, ook al zal ITV de muziekshow The X Factor komende weken verschuiven voor belangrijke wedstrijden. "Probleem is de verdeeldheid binnen de rugbywereld. Het soort rugby dat op het wereldkampioenschap wordt gespeeld, Rugby Union, is populair in het zuidwesten. Het is een ander spel dan Rugby League, dat men in het noorden speelt."

Deze splitsing dateert uit de jaren 60 van de 19de eeuw, toen de rugbybestuurders het niet eens kon worden over de vraag of spelers betaald mochten krijgen. Er volgde een onderscheid op basis van klasse. League werd een betaalde arbeiderssport, terwijl Union lang een amateursport bleef, en het domein van de Zuid-Engelse middle en upper class. Deze tak is populairder op nationaal dan op clubniveau, mede door het jaarlijkse Six Nations-toernooi en het wereldkampioenschap dat sinds 1987 elke drie jaar wordt gehouden.

Er zijn ook inhoudelijke verschillen, zo legt Nigel Wright uit, een voormalig international en spelverdeler van bij topclub Wigan: "Een League-team heeft dertien spelers in plaats van vijftien, dus er is meer ruimte. Het is sneller, technischer dan Union. Try's wegen zwaarder mee." Om het verschil aan te geven wijst hij op de superfinale vijftien jaar geleden tussen Union-kampioen Bath en Wigan. "Op Twickenhan, met Union-regels, verloren we met 46-26. Onder onze regels namen we met 72-2 revanche op Maine Road."

Blessures

In het noorden zal het wereldkampioenschap pas echt aandacht krijgen zodra de League is afgelopen. "Er zal vooral worden gekeken naar Sam Burgess", verwacht Wright. "Hij is de enige Engelse speler met een League-achtergrond." Tijdens een oefeninterland bracht hij onlangs tien minuten op de sin bin door, het strafbankje, nadat hij een tegenstander had vastgepakt op een manier die toegestaan is in League, maar tot zijn verrassing verboden bleek te zijn in Union. Hoewel er meer spelers van League naar het rijkere Union overlopen, is een unie niet in zicht.

De verdeeldheid is niet het enige probleem. Doordat het spel harder en sneller is geworden, is het aantal blessures gestegen. "Een tackle kan de kracht hebben van een autobotsing", zegt Bennetts. "En het is niet ongebruikelijk dat een topspeler drie jaar kwijt is door blessures." Dat health & safety steeds meer aandacht krijgen, bewijst het recente boek Tackling Rugby: What Every Parent Should Know, waarin gezondheidsdeskundige Allyson Pollock pleit voor een verbod op deze sport.

Voor de Schotse rector Peter Green van Rugby School klinkt Pollocks aanval als vloek in de kapel, waar een rugbybal in het orgel is gegraveerd. "Er zijn niet meer of minder blessures dan vroeger. Het verschil is dat we het nu beter in de gaten houden en niet meer doorspelen bij een kwetsuur."

Op Blackheath heerst evenwel de zorgeloosheid, die slechts verbroken wordt door de vraag van een bestuurslid wie zijn Rover heeft geparkeerd in de toegangsrit voor ziekenauto's.