Direct naar artikelinhoud

De helende kracht van rock-'n-roll

Het was lang geleden, maar The Gaslight Anthem bouwde de AB zondagavond om tot een zweterige rockclub. De protégés van Bruce Springsteen speelden voor een vol huis, en maakten na een moeizame start indruk met een set die vooral in de laatste fase naar de keel greep.

Brian Fallon is het klassieke voorbeeld van de fan die zelf een rockster is geworden. De dromer die zijn vurigste wens in vervulling heeft zien gaan, en dat voorrecht nu met de hele wereld wil delen. Samen met de rest van The Gaslight Anthem heeft hij inmiddels drie platen op het actief die tot aan de rand gevuld zijn met goudeerlijke rocksongs waarop de zanger zijn ziel haast letterlijk binnenstebuiten draait. Eén ding heeft Fallon alvast gemeen met zijn grote voorbeeld, de eveneens uit New Jersey afkomstige Bruce Springsteen: je gelooft hem. Van iemand die bootlegs van Pearl Jam en Neil Young koopt neem je net iets gemakkelijker aan dat hij het méént als hij, zoals in '45', zingt over de helende kracht van rock-'n-roll.

Na een voorgeschiedenis bij kleine independents tekende The Gaslight Anthem eerder dit jaar bij Mercury, een onderdeel van de multinational Universal. Handwritten, de nieuwe plaat, is misschien geen verrassende plaat, maar het vakmanschap van de groep - sterke songs, foutloos ingespeeld - staat niet ter discussie. Op de koop toe hebben de working class heroes een uitstekende livereputatie, dus in Brussel kon het eigenlijk niet mis gaan. En toch: het eerste kwartier klonk The Gaslight Anthem voor geen meter. Het geluid was mat, en je miste elke vorm van reliëf.

Shalala

In plaats daarvan werden 'Mae' en 'The 59 Sound' tot in de kleinste gaatjes dichtgeplamuurd, waardoor de groep aanvankelijk een te geroutineerde indruk naliet. Pas bij '45' klaarde de mist op en voelde je de emoties waarover Fallon schreef tastbaar worden. De groep, aangevuld met een extra kracht op gitaar, grossierde in Ramonesachtige shalala-refreinen, en koppelde die aan romantische straatpoëzie die niet zelden herinneringen opriep aan - hij weer - de jonge Springsteen. Vooral het bloedstollende 'The Queen of Lower Chelsea' greep naar de keel. Want het moet gezegd: Fallons rauwe, wat hese stem was van die aard dat je er moeilijk onbewogen bij kon blijven.

Schorre keel

Op de koop toe pakte Fallon je in met hartverwarmende bindteksten, tonnen charisma én, nog belangrijker, een ontwapenend geloof in eigen kunnen. Het grungy 'Too Much Blood' maakte indruk, 'American Slang' werd voor de gelegenheid vertimmerd tot een duet met voorprogramma en soulmate Dave Hause, Terwijl het uit ouderwetse country geboetseerde 'Our Father's Sons', haast nooit live gespeeld, ervoor zorgde dat je het gevoel had iets bijzonders mee te maken. Zo werd de tweede helft van de set er toch nog een om in te lijsten.

De passage van The Gaslight Anthem was er eentje om je keel zondagavond nog even uit volle overtuiging bij schor te schreeuwen, om de ochtend nadien helemaal opgeladen aan de nieuwe werkweek te kunnen beginnen. Of de groep ooit écht een stadionact zal worden -Fallons grote droom -, daar durf ik geen boude beweringen over maken. Maar dat haast iedereen die er zondag bij was de volgende keer weer van de partij zal zijn, daar kun je gif op innemen.