Direct naar artikelinhoud

Wickmayer naar kwartfinale tegen Flipkens in Luxemburg

De dijblessure onder controle, de spirit hervonden, de pleidooien in haar whereabouts-affaire achter de rug en de bijter Alizé Cornet (WTA 44) opzij gezet. Ziedaar de samenvatting van de avond van Yanina Wickmayer (WTA 20) gisteren in Kockelscheuer. Met 7-5, 7-6 plaatste ze zich voor een Belgische kwartfinale tegen Kirsten Flipkens (WTA 82). ‘Dat wordt wat bizar.’

Laat ons een kat een kat noemen. De intensiteit gisterenavond was enorm, de spanning te snijden en het gehamer van de dames Wickmayer en Cornet bij wijlen opwindend. Maar het bleef een vrouwenmatch. Met dertien breaks in 24 opslaggames, onoordeelkundige fouten die fantastische klappen opvolgden en af en toe gewoonweg te weinig rust aan de bal. “Ik was misschien geen 100 procent vandaag, misschien zelfs geen 90”, wist Wickmayer, “Maar toch vond ik dat ik vrij goed heb gespeeld. Ik was superagressief, wilde de punten kort houden.” Reden daarvoor: de dijbeenblessure. “Voor aanvang had ik gezegd dat àls ik zou spelen, ik dan niet zielig ging doen.” Zielig doet ze ook niet over de whereabouts-affaire. “Tijdens de opwarming zat het wel even in mijn achterhoofd maar ik heb het snel laten varen, omdat ik wist dat er toch niks aan kon doen. Ik sta recht in mijn schoenen.”En zo volgt vandaag een kwartfinale tegen Kirsten Flipkens. Nochtans is zo’n Belgisch duel altijd speciaal en speelt de Molse sterk. “Ik ga nooit met vrees voor iemand op de baan”, zei Wickmayer. “Ik hou niet echt rekening met mijn tegenstandster, ik ga uit van mijn eigen tennis.” Dat wil niet zeggen dat ze Flipkens onderschat. Daarvoor kennen de twee elkaar al te lang. “We zaten samen op de tennisschool van Wilrijk. Zij was een beetje mijn idool. Het wordt dan ook bizar.” (FDW)