Direct naar artikelinhoud

Walking with dinosaurs, de grootste show op aarde, verslindt Antwerps Sportpaleis

e lichten worden gedimd en plots verschijnt tussen de mist de headliner van de avond. De vloer van de Mellon Arena in Pittsburgh davert bij elke stap die ze zet. Even hoog als een huis met twee verdiepingen, even lang als twee stadsbussen achter elkaar. Ze torent boven het publiek uit en ze is op oorlogspad. Haar nageslacht is in het nauw gedreven door twee gepantserde herbivoren. “De Tyrannosaurus rex! Het ultieme roofdier!”, roept de verteller, Huxley, in zijn micro, terwijl hij naar de andere kant van het podium sprint om haar zwiepende staart te vermijden. “Perfect uitgerust om andere dinosaurussen te doden en verorberen”, gaat Huxley voort. T-rex werpt hen een vernietigende blik toe, steekt haar lange nek naar voor, en laat een gebrul horen dat een jumbojet te schande zou maken. Ergens in rij G barst een jongetje in tranen uit. Walking with dinosaurs: The live experience is de grootste animatronics-show ooit. Er zijn weinig elementen in dit rondtrekkende spektakel van 15 miljoen euro die geen monsterlijke en brutale allures hebben. De show is gebaseerd op de gelijknamige BBC-serie die ongeveer tien jaar geleden voor het eerst op televisie te zien was. Walking with dinosaurs werd ’s werelds meest bekeken televisiedocumentaire, won drie Bafta’s en zes Emmy’s, en had wereldwijd meer dan 770 miljoen kijkers. De computertechnologie kostte bijna 2,5 miljoen euro per minuut en vandaag staat de serie nog altijd in het Guinness World Records boek vermeld als de duurste documentaire ooit. De liveshow heeft een nog ambitieuzer doel: de dinosaurussen tot leven brengen. In totaal hebben meer dan vijftig ingenieurs, animatronic experts, mecaniciens en kunstenaars zes jaar nodig gehad om de dino’s te perfectioneren. De meesten van hen hadden ervaring in gelijkaardige filmproducties zoals The Matrix, The Chronicles of Narnia of de Star Wars-films. Ze gingen aan de slag in een hangar in Australië, in de Melbourne Docklands, groot genoeg om een Concorde in onder te brengen en toch maar net gepast voor vijftien prehistorische monsters.

Sensatie gaat gepaard met ernstige paleontologie en dat maakt van Walking with dinosaurs een schoolvoorbeeld van edutainmentspektakel. Het verhaal in de show gaat over de geschiedenis van onze prehistorische voorouders, van ontstaan tot uitroeiing. Honderddrieënzestig miljoen jaren samengebald in iets meer dan een uur. Verteller Huxley, een paleontoloog in safari-outfit die vaag doet denken aan Indiana Jones, neemt zijn publiek mee naar het triastijdperk, zo’n 245 miljoen jaar geleden. Hij introduceert de sterren van de show. “Torosaurus! De indrukwekkendste krachtpatser uit de prehistorie!” Door zijn kleine, menselijke gestalte valt de grootsheid van de dinosaurussen nog meer op, zeker als hij naast de brachiosaurus staat, die met zijn kop bijna het dak raakt en algemeen wordt beschouwd als het grootste wezen dat ooit op aarde heeft rondgelopen. Walking with dinosaurs brak meteen kassarecords bij de première in Sydney in 2007, en eveneens toen de show zes maanden later naar Amerika verhuisde. Intussen hebben al meer dan drie miljoen mensen de opvoering gezien. Om de show op te zetten is een tourcrew van 65 mensen nodig, en de hele inboedel wordt elke keer weer verhuisd van stad naar stad in achttien trucks. De lichtinstallaties alleen al wegen meer dan 50.000 kilogram. In elk opzicht is dit de grootste show op aarde. In het begin van de zomer startte een nieuwe show in Europa, gelijktijdig met de tour doorheen Amerika. Het verhaal kreeg een kleine update en er werden spiksplinternieuwe dino’s gebouwd, maar in wezen lijkt de Europese show erg op het origineel. De nieuwe versie werd omgedoopt tot Walking with dinosaurs: The arena spectacular en deed eerst het Verenigd Koninkrijk aan. De laatste halte is de Londense Wembley Arena, daarna volgt het Sportpaleis als eerste stop op het vasteland.Iedereen is het erover eens: de dieren geven een levensechte indruk (in zoverre dat onze beeldvorming over hen natuurlijk historisch correct is). Foto’s van de show geven maar een magere indruk van de ervaring. Pas als je het publiek bezig ziet, hoe ze achteruit deinzen en elkaar vastpakken als een stegosaurus over hun hoofden heen beweegt en hen aanstaart met een koud reptielenoog, begrijp je welk effect de namaakbeesten hebben op hun toeschouwers.

De negen grootste monsters worden elk bediend door twee poppenspelers, die via afstandsbediening de bewegingen van de dino’s controleren. ‘Vodoo lounge’ heet de ruimte waarin ze zich bevinden, een verwijzing naar de zogenaamde voodootechnologie. Een poppenspeler heeft een miniatuurdino voor zich en elke beweging die hij daarop instrueert, wordt tegelijkertijd uitgevoerd door de grote dino in de arena. Binnenin de grote exemplaren zit een ‘chauffeur’ op een minichassis, vergelijkbaar met het binnenwerk van een Formule 1-wagen. Onderaan het indrukwekkende gevaarte kan de chauffeur erg weinig zien, hij stuurt de dino via aanwijzingen die hij in een headset krijgt. Tegelijkertijd moet hij constant olietemperatuur en hydraulische druk in het oog houden, opdat het dier niet plotseling stilvalt. De kleinere dino’s, waaronder een liliensternus en een baby T-rex, worden niet vanop afstand bestuurd. Het zijn dinopakken die gedragen worden door poppenspelers die vanzelfsprekend - de pakken wegen meer dan 40 kilogram - in uitstekende conditie moeten zijn. Weinig wordt aan het toeval overgelaten. De grote finale, de T-rex battle, zou gevaarlijk kunnen zijn, mocht niet alles in de show tot in de puntjes geregisseerd zijn. “Vergelijk het met een ballet, zo strikt gaat het eraan toe”, vertelt een poppenspeler. “Elke knikbeweging in de nek, elke schreeuw gebeurt elke avond op hetzelfde moment, op dezelfde plaats. We zitten hier niet zomaar wat op goed geluk met poppetjes te spelen.” Geen enkele moeite was te veel om de dino’s er zo echt mogelijk te laten uitzien. Hun huid is gemaakt van een combinatie van latex en lycra en werd handgeschilderd om een sponsachtig uiterlijk te bekomen. Daaronder zitten zogenaamde ‘spierzakken’, netten gevuld met polystyreenballen die stretchen en uitrekken bij elke beweging, voor een authentiek spiereffect.

Het was Bruce Mactaggart, een Australische ondernemer en stadionmanager, die op het idee kwam om een show met dino’s op poten te zetten. Hij vond dat traditionele spektakels de grote ruimtes in theaterarena’s niet voldoende benutten, omdat ze vooral gebruikmaken van de breedte, terwijl ze vaak de hoogte en de diepte links laten liggen. Hij benaderde de BBC en stelde een livedinoshow voor, gebaseerd op hun wereldberoemde televisieserie. Maar de Britse openbare omroep was niet onmiddellijk overtuigd. De filmindustrie had al vaker geprobeerd om levende wezens via animatronics op ware grootte na te maken, maar had daar al even vaak in gefaald. “De eisen die ze stelden voor de kwaliteit en de nauwkeurigheid, waren erg, erg hoog”, vertelt Mactaggart. Het Australische team van designers en ingenieurs werd geleid door Sony Tilders, specialist in special effects en een veteraan in de filmindustrie, met onder meer Star Wars op zijn palmares. Hij nam zijn team mee naar lokale zoo’s, om de onderlinge interactie tussen dieren te bestuderen, hoe ze met elkaar omgaan, hoe ze hun territorium afbakenen en hoe ze reageren op stimuli. Het ontwerpproces duurde jaren, de show draagt een kostenplaatje van 15 miljoen euro. Het echtheidsniveau van de monsters in de show ligt ver boven de traditionele maquettes die je pakweg in het Museum voor Natuurwetenschappen vindt. Hun oren, ogen en adem overtuigen je bijna dat je naar een levend wezen staat te kijken.“Ik werk in de digitale media, dus ik stond in het begin erg sceptisch tegenover het potentieel van animatronics”, vertelt Tim Haines, de 46-jarige Britse screenwriter, regisseur en zoöloog die Walking with dinosaurs voor de BBC bedacht. Hij fungeerde als consultant bij de liveshow. “De dingen die je tegenwoordig in musea ziet, worden haast altijd in Japan vervaardigd, en zitten vol robotica die jammer genoeg enkel ‘Grrrrr...’ kan produceren.” Hij doet het geluid na van een auto die op een koude ochtend maar niet wil starten. “Maar het animatronics-team heeft ongelooflijk werk geleverd, en als we eerlijk zijn, is een liveshow net wat het publiek nodig had in deze tijden waarin computer- en televisieschermen alomtegenwoordig zijn geworden”, zegt hij. “Mensen willen grootse dingen zien, en vooral, er zelf deel van uitmaken. Vergelijk het met de houten olifant die naar de stad kwam (het straatspektakel van het gezelschap Royal de Luxe dat in 2006 Antwerpen aandeed, red.). Mensen vonden dat fantastisch, iedereen wilde dat gezien hebben. De ervaring tijdens de livedinoshow is vergelijkbaar.” In tegenstelling tot de BBC ontvangt hij geen deel van de opbrengsten aan de kassa - Walking with dinosaurs bracht al meer dan 100 miljoen euro op - maar daar geeft hij niet om. Zolang de show zijn originele visie volgt, is hij tevreden. “Eens de beslissing was genomen, wilde ik graag meewerken om er iets moois van te maken. Het moest iets worden waar ik trots op kon zijn, anders zou ik het bestaan van de show niet kunnen verdragen. Ik zeg niet dat ik, als consultant, het spektakel beter heb gemaakt, maar ik wilde absoluut geen flauwe show, met zingende kinderen en pratende dinosaurussen.” Cameron Wenn, de assistent-regisseur die meetoert met de show, geeft ons een rondleiding backstage. Na enkele veiligheidscontroles, bereiken we de ruimte waar negen grote dino’s staan af te koelen. Netjes op een rij, alsof ze klaarstaan voor een parade. “Kijk”, hij wijst lachend naar hun neus, “elke avond vult de backstage crew hun neusgaten met snot. Overal smurrie.” Ze zijn ingeplugd op het elektriciteitsnetwerk. “Ze worden tussen elke show opnieuw opgeladen”, legt Wenn uit. “Hen afbreken, inpakken en inladen in de trucks duurt telkens vijf uur. Hun benen gaan eraf, net als hun hoofden. Ze worden helemaal uit elkaar gehaald, het is geen gezicht als ze uit de trucks komen, het lijkt wel alsof ze overreden zijn.”

We wandelen verder langs ‘Raptor World’, een mobiele reparatieshop waar technici fulltime de dinosaurussen onderhouden. Tijdens de lunch backstage vertelt een poppenspeler dat ze tot hiertoe nog maar één keer een groot incident hebben meegemaakt, toen het hoofd van een dino viel. Gelukkig tijdens een repetitie. Een andere keer kreeg een ankylosaurus een elektriciteitspanne en begon het in zijn rug te knetteren. Tickets kunnen tot 50 euro kosten (voor de beste zitplaatsen), en dat maakt van Walking with dinosaurs geen goedkoop familie-uitje. En toch zijn in Amerika stadionshows voor kinderen big business geworden. The Wiggles, een musicalgroep van ex-leerkrachten die zingen over fruitsalade en met een grote, rode auto rijden, vulden tweemaal per dag een arena, en dat 200 dagen lang. De liveshows gebaseerd op kinderseries, van SpongeBob tot Highschool Musical, zijn niet meer bij te houden. Het grote verschil met Walking with dinosaurs is dat deze show zowel door kinderen áls hun ouders geapprecieerd wordt. “Ouders breken zich vaak het hoofd over leuke uitstapjes met de kinderen. Ze zijn bijna dankbaar bij een attractie waar ze zelf ook plezier aan beleven”, denkt Tim Haines. Regisseur Scott Faris (zie interview in kader) denkt nog een andere reden voor het succes te weten: “Dinosaurussen belichamen een of andere fantastische wereld die tot de verbeelding spreekt. Vergelijk het met Lord of the Rings of Star Wars. Mensen zijn gefascineerd door monsters, draken en demonen uit een andere wereld. Het grote verschil met dinosaurussen is dat zij écht geleefd hebben.”

Op het palmares van Broadwayveteraan Scott Faris (54) staan onder meer Les Misérables, Cats en Grease, en hij reisde de wereld rond met producties van de hitmusical Chicago. Zijn meest recente project is een show met diva Bette Midler voor het Ceasars Palace in Las Vegas. U verblijft momenteel in Amerika, terwijl Walking with dinosaurs: The arena spectacular doorheen Europa reist. Dat betekent dat u niet meetoert? “Inderdaad. Ik heb de oorspronkelijke show in elkaar gestoken, maar ik reis niet meer dagelijks mee. Daarvoor is er een resident director. Elke zes weken ga ik de opvoering nog een keer bekijken, met een frisse blik.” Naar het schijnt was u niet enthousiast toen u enkele jaren geleden door de BBC werd gecontacteerd om ‘iets met dino’s te doen’? “Ik stond inderdaad niet te dansen van enthousiasme toen ze me vroegen. Ik had mijn twijfels. Ik stond erg sceptisch tegenover het idee, omdat ik me niet kon voorstellen dat dino’s kunnen rondlopen, bewegen en geluiden produceren. Nochtans heb ik in het verleden al met vergelijkbare attributen gewerkt, zowel in het Mirage Hotel als in het MGM-hotel in Las Vegas had ik een show met draken. Maar met dino’s? Nee, ik zag het niet gebeuren. Maar na één bezoek aan de hangar in Melbourne waar de dieren nagebouwd werden, was ik al overtuigd. Zelfs bij daglicht waren ze imposant en schrikwekkend.”Hoe begin je daaraan, een show met dino’s? “Goede vraag. (lacht) Moeilijk te zeggen. Op de verteller na zijn er geen acteurs, het is een soort poppenspel. Ik heb veel research gedaan, deze dieren tot in de details bestudeerd. Dan volgt overleg met de scriptschrijver en met de ingenieurs.”Voelde u de hete adem van de BBC in uw rug? “She was watching, ja, dat kan je wel stellen. De lat voor wetenschappelijke nauwkeurigheid werd hoog gelegd. In dat opzicht hebben we veel gehad aan Tim Haines, de screenwriter van de televisieshow die ons bijstond.”Is er ooit iets ernstigs foutgelopen op het podium? “Hangt ervan af wat je met ernstig bedoelt. Er zijn al dino’s ‘gestorven’. Ze kunnen letterlijk stilvallen als de stroom het begeeft, bijvoorbeeld bij een kortsluiting. Dan kunnen ze niet meer bewegen, valt hun geluid uit en bevriezen hun ogen. Dan is het improviseren geblazen. We zijn op alles voorbereid, maar gelukkig gebeuren zulke dingen niet te vaak.”Behoort u tot de categorie volwassenen met een fascinatie voor dino’s? “(lacht) Euh… niet echt. Als kind wel. Zoals alle kinderen was ik gefascineerd door die grote, onbekende dieren die over magische krachten leken te beschikken. Maar verder als volwassene had ik, naast Jurassic Park, geen ervaring met dino’s.”En nu is uw bijnaam The Dinosaur Guy. “Ssst. Vertel het niet verder. (lacht) Ik ben een theaterman, en ik vond dit een fantastisch project. Ik ben er wel trots op, ja. Walking with dinosaurs is een unieke show, omdat hij alle leeftijden aanspreekt. Het publiek amuseert zich en zonder dat de mensen zich ervan bewust zijn, komen ze slimmer buiten.”Veerle Helsen