Direct naar artikelinhoud

Anti-apartheidsheld 'had hand in bloedbad' bij mijn van Marikana

Een van de helden uit de strijd tegen de apartheid in Zuid-Afrika, Cyril Ramaphosa, wordt ervan beschuldigd indirect aanzet te hebben gegeven tot het geweld tegen stakers in de platinummijn bij Marikana. Daar vielen tientallen doden.

Een dag nadat Ramaphosa had opgeroepen tot actie tegen het 'snode criminele' gedrag van de stakers kwamen 34 mensen door politievuur om het leven.

Een en ander is naar boven gekomen tijdens verhoren van de speciale onderzoekscommissie die is ingesteld na het 'bloedbad van Marikana' bij de mijn van het bedrijf Lonmin. Op 16 augustus schoten agenten met scherp op betogers van Lonmin. Volgens sommigen zijn daarbij ook mensen die zich wilden laten arresteren in koelen bloede vermoord.

Cyril Ramaphosa (59) was ooit zelf de leider van de NUM, de grootste mijnenvakbond. Een kwarteeuw geleden, ten tijde van de apartheid, ging hij voor in de grootste staking ooit in deze sector. Ook is hij bekend en geliefd geworden als scherpe onderhandelaar namens het ANC over de nieuwe grondwet van het democratische Zuid-Afrika.

Voor velen gold hij als de ideale opvolger van president Nelson Mandela. Maar Ramaphosa verliet de actieve politiek en werd zakenman. Inmiddels is hij een van de rijkste zwarte Zuid-Afrikanen. Bij de platinummijn van Lonmin, waarvan hij grootaandeelhouder is, zit hij in de raad van bestuur.

Uit e-mails, die zijn geopenbaard door de advocaat van mijnwerkers die eerder werden gearresteerd, blijkt dat Ramaphosa de staking van duizenden mensen niet zag als een arbeidsgeschil, maar als misdadig optreden. "Er moet gepaste actie komen om deze situatie het hoofd te bieden", schreef hij aan een van de Lonminbazen. Een dag later vond het bloedbad plaats.

Ramaphosa gebruikte ook zijn vele contacten bij regeringspartij ANC, bij ANC-bewindslieden en bij de vakbond NUM om tot een einde aan de staking te komen. Het arbeidersprotest, dat zich later uitbreidde naar andere bedrijven in de economisch belangrijke mijnensector, heeft Lonmin vele miljoenen aan omzet gekost.

Kort nadat het bloedbad had plaatsgevonden, sloeg Ramaphosa een heel andere toon aan. "Marikana had nooit mogen gebeuren en we dragen allemaal schuld." Ramaphosa toonde zijn betrokkenheid bij de slachtoffers en nabestaanden door zo'n 200.000 euro te schenken voor begrafeniskosten.

Nergens in de e-mails roept Ramaphosa expliciet op tot het gebruik van geweld tegen de stakende mijnwerkers. Maar voor veel Zuid-Afrikanen lijkt hij zijn populariteit, die toch al sterk was afgenomen, voorgoed te hebben verspeeld. "Een held is gevallen. Voor altijd", zo schreef commentator Ranieni Munusamy.