Direct naar artikelinhoud

Apostels van de Belpop

Opgewonden schooljongens zijn het, Jan Delvaux en Jimmy Dewit, op een zucht van de grote spreekbeurt. In Belpop Bonanza, een theatervoorstelling over Belgische popmuziek, breien ze straks moeiteloos Will Tura en Daft Punk aaneen. Maar eerst dient een kloof overbrugd. 'Kak in de broek, jong, gegarandeerd.'

Zegt de een: "Trouwens, over Belpop gesproken. Wat is de link met deze plek?" Waarop, alras, de ander: "The Neon Judgement. Hun eerste clip is hier om de hoek opgenomen. 1981, denk ik."

Jan Delvaux en Jimmy Dewit staan in de Rotonde, stijlvol in de nok van het Openbaar Entrepot voor de Kunsten (OPEK) in Leuven ingebed, en schuiven onhandig om de lens. Staatsieportretten stevig omarmd. Haast achteloos pingpongen - voor tennis ligt het tempo te hoog - de twee met weetjes. "Er is ook een link met Helmut Lotti, maar ik weet niet meer juist welke."

Als vliegers, plakwaaiers zegt men aan de kust zo mooi, op het strand dwarrelen de verhaallijnen voorbij. Een, twee, bijna drie uur lang. Het geheim van 'De vogeltjesdans', Rocco Granata in een Duitse televisieshow, iets verdachts met de lyrics van 'Putain Putain'. En, jawel, Vtm-nieuwsanker Dany Verstraeten als doodgraver van de New Beat.

Dewit: "Tik op YouTube de woorden 'vtm' en 'News Beat' in, met een 's', en je weet meteen waarom New Beat uitgerekend in hetzelfde jaar is gestorven als vtm werd geboren."

Vooreerst, echter, vertellen Jimmy Dewit, beter bekend als DJ Bobby Ewing, en Jan Delvaux - volgens Tom Lenaerts 'de tweede beste muziekjournalist van het land' - over Belpop Bonanza. Hun middel tegen midlifecrisis, noemen ze het zelf. "Het was dit of een naaktkalender. Tja, dan leek dit nog het beste idee."

Straks, de première volgt donderdag in Mechelen, trekken Delvaux en Dewit in galop langs de Vlaamse theaterzalen. Met Belpop Bonanza, dus, een theatershow over de mooiste momenten uit de Belgische popmuziek. Onbeteugeld mixen ze woord met klank, geest met hart, ZZ Top met Ever Meulen. "En op het einde is er een quizke, natuurlijk."

Als apostels van het lied, bezeten van Belpop.

Delvaux: "Vroeger vertelden mensen over plaatsen waar ze naartoe waren gereisd. Nonkel Pater die uit Afrika terugkwam, een reizend koppel dat naar Syrië was geweest en in het plaatselijk parochiezaaltje dia's toonde met van die James Last-muziek eronder, schrijvers die op theater uit hun romans voorlazen: dat hebben we intussen wel gehad. Nu kunnen we over muziek beginnen. Het is ook een goed moment, denk ik, want er is intussen een heel brede, kritische massa ontstaan die met popmuziek is opgegroeid."

'Buurjongenseffect'

In Belpop Bonanza geen verhalen over Syrië. Noch over God de Vader. Belgische popmuziek is de Bijbel, Marc Moulin de Messias.

Delvaux: "Telex is voor mij het ankerpunt van de Belgische popmuziek. Ever Meulen maakte de platenhoezen, er zat heel veel Belgische humor in die groep, hun leidende gedachte was 'we doen maar wat'...

Dewit: "...het is dance, het was zijn tijd vooruit. Inderdaad, Telex overstijgt alles."

Delvaux: "Het is fijn om te merken hoe wij, de Belgen, onszelf typeren aan de hand van de muziek die we hebben gemaakt. Ik vind dat heel bijzonder. In Belpop herken je heel fel dat typische Belgische gevoel, onze volksaard. Met literatuur heb je dat al een stuk minder, met film nog wel een beetje. Het is pure middenstand, vaak. Aanmodderen, eigenlijk."

Dewit: "Ook heel typisch voor Belpop is wat wij het 'buurjongenseffect' noemen. Iedereen kent altijd wel iemand die in een bekende band speelt, of heeft met iemand op school gezeten die dan opeens op Rock Werchter staat. Dat vind je nergens anders ter wereld."

Delvaux: "Milow, Daan, Tom Helsen: die gasten hebben allemaal op hetzelfde college gezeten als ik. Stoy Stoffelen, de drummer van Raymond van het Groenewoud, was mijn achterbuur. Twee stappen, en je kunt iedereen met iedereen verbinden. Het plezante is bovendien dat al die verhalen nu pas naar boven komen, net omdat er intussen zo'n grote massa mee is opgegroeid. Maar in onze voorstelling focussen wij voor alle duidelijkheid enkel op de periode tot aan dEUS, daar begint voor ons een nieuw tijdperk. En ja, we romantiseren natuurlijk hier en daar..."

Dewit: "...soms doén we de dingen inderdaad gewoon kloppen, zo zijn we dan ook wel weer. Er zit zelfs één flagrante leugen in de voorstelling, maar we hopen ermee weg te komen."

Delvaux: "Maar sowieso zit er toch heel veel charme in die oude verhalen van muzikanten die aan het zoeken zijn en het uiteindelijk toch niet vinden? Jonge bands van nu, zoals SX of Balthazar, volgen een geëffend pad: plaat uitbrengen, buitenlandse tournee, mee in het voorprogramma van een grotere band, festivals...Vroeger was dat ondenkbaar, ging het veel meer om behelpen. The Pebbles, bijvoorbeeld, die geraakten zelfs het land nog niet uit."

Stille vrouwen

Plots springt in de OPEK-cafetaria Michael Jackson uit de boxen. Dewit, vliegensvlug: "'Baby Be Mine', Thriller, 1982. Geweldige sound. Zelfs dat nummer met Paul McCartney vind ik er goed op klinken." Delvaux, verrast: "Tiens, komt dit nummer niet uit Bad? Nee? Je ziet, Jimmy, wij hebben allebei heel andere ingangspunten in de popgeschiedenis. Jij bent opgegroeid met de new beat, voor mij waren dat niet meer dan new wavers die opeens commercieel werden, pure sell-outs."

En, dan, ernstiger: "We weten allebei ongeveer evenveel van muziek, maar onze referentiekaders zijn fundamenteel anders."

Negen jaar is het verschil, een equipe van ongelijkheid. Delvaux en Dewit, niettemin, delen heel wat. Hun geboortegrond, Leuven. Hun initialen, JD. Hun platencollectie, kolossaal. Hun motief, nostalgie. Hun vrouw, ook.

Dewit nuanceert. "Wij hebben allebei een vrouw die in huis liever geen muziek heeft opstaan. Hebben we gisteren ontdekt. En misschien maar goed ook, zo is het af en toe nog eens stil."

Dat Delvaux en Dewit bovendien ook vrienden zijn, blijkt algauw. Zachtjes stuwen ze elkaar richting pointe. Praat, vertelt, vloeit de een, dan knikt de ander. Onder vrienden geen pronkzucht. Gretig, dat wel, verdwalen ze in elkaars verhalen. Als Wannes, deze nacht, in de straten.

Veelzeggend, ook, is hoe hun vriendschap is ontstaan. Een mooi verhaal, zeggen ze, niet voor het laatst.

Delvaux: "Onze eerste gezamenlijke herinnering was al meteen legendarisch. 't Was direct boel."

Dewit: "Ik was aan het draaien, op het trouwfeest van zijn neef, en een paar ambetanteriken kwamen mij voortdurend jennen. Tegen mijn draaitafel duwen, proberen mijn platenbak omver te gooien, je kent dat wel.

Delvaux: "Wij waren een enthousiaste familie, wij dansten graag."

Dewit: "Jaja, maar op den duur werd ik daar toch serieus pissig van, en heb ik er een van die gasten uitgepikt. Dat bleek dus een zekere Delvaux Jan te zijn (lacht). En zie, vijftien jaar later zit je samen in een theatervoorstelling."

Lambik en Jerom

Een logische evolutie, dus, de geestelijke passies bleken te groot, de fysieke afstand te klein. "Wij hebben een brede gemene deler, en toch zijn we helemaal anders." Logisch, echter, mag niet met vanzelfsprekend worden verward. Een moeizame ontdekkingstocht, noemen ze de making-of van Belpop Bonanza.

De dag voor dit gesprek, bijvoorbeeld, is Dewits computer gecrasht. Een Mac, amper twee maanden oud. Gelukkig maakt de voormalige Leuvense stadsdj driftig back-ups, en kon een ramp vermeden worden. "Ik zou sowieso niet weten hoe we deze voorstelling zonder YouTube hadden kunnen maken", zegt hij. "Dat is echt de cassetterecorder van ons bestaan geworden. Je vindt bijna instant een liedje terug, je klikt door naar een ander nummer uit pakweg Noorwegen, en voor je het weet heb je een compleet nieuw verhaal bijeen geknutseld."

Dewit: "Onlangs zijn we vier dagen op conclaaf geweest, samen met onze regisseur. Toen hebben we beseft dat er veel te veel feiten in onze show zaten. Alleen de mensen die het allemaal al weten, zouden ons begrijpen, de grote meerderheid zou er kop noch staart aan krijgen. Daarom hebben we veel ballast overboord gegooid."

Delvaux: "Belpop Bonanza mag geen cursus muziekgeschiedenis worden, al willen we ook niet zomaar de schlemielen uithangen en de hele tijd flauwe moppen maken. Dat zit er zeker in, maar het zal ook ergens over gaan. Een koldershow zou te gemakkelijk zijn. Nu hebben we, denk ik, een goed evenwicht gevonden tussen verhalen en show, tussen lachen en serieus. Er zal een flinke vaart in de voorstelling zitten."

Dewit: "En tegelijk moeten we er goed over waken dat we alles heel goed uitleggen, stap voor stap. Anders gaan we de mensen snel verliezen. We mogen ervan uitgaan dat de mensen in de zaal weten wie Arno Hintjens is, maar we kunnen er toch maar beter bij zeggen dat hij ook de zanger van T.C. Matic was."

Delvaux: "We praten allebei heel graag over muziek, en we hebben ook nogal de neiging om van links naar rechts te zwalpen. Soms zijn we al bezig over Jerom en Lambik, maar hebben we nog niet helder uitgelegd wie Suske en Wiske nu weer zijn. Zowat het ergste dat ons kan overkomen, is dus dat ik helemaal de weg kwijtraak in mijn eigen tekst. En dan veertig seconden niets meer zeg."

Dewit: "Maar Jan, dan draai ik toch snel een plaatje?"

Men zou het protserig kunnen vinden, Belpop Bonanza. Koketteren met kennis. Niet zo bij Delvaux en Dewit. Te nederig. Te warm. Te schoon. En, ook dat hoort erbij, te onzeker.

Delvaux: "Vierhonderd man in de zaal, en dan is het opeens aan ons. En ik moet dan nog de eerste zin zeggen ook. Kak in de broek, jong, gegarandeerd."

Belpop Bonanza gaat op donderdag 17 januari in première in de Stadsschouwburg van Mechelen. Nadien volgen voorstellingen in onder meer Genk (23/1, C-Mine), Antwerpen (2/2, Arenberg-schouwburg), Gent (30/3, Minard) en Leuven (4/5, STUK).

Meer info en data op belpopbonanza.wordpress.com